Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bemoediging in Doodsnood

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bemoediging in Doodsnood

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrees niet, Paulus! gij moet voor de Keizer gesteld worden; en zie God heeft u geschonken, allen die met u waren. Handel. 27:24.

Paulus had zich beroepen op de keizer, en de deur der gevangenis werd geopend en hij moest met een troep gevangenen naar Rome worden gevoerd. De meesten waren gevonnist, om ten pleziere van het publiek te vechten tegen de wilde dieren. Zij hadden niet anders te verwachten, als misdadigers, als een gruwelijke dood in de arena te Rome. Twee honderd veroordeelden moesten door Romeinse soldaten onder bevel van ene Julius naar Rome worden vervoerd. Daar er geen schip te vinden was, dat rechtstreeks naar Rome ging, werden allen als opeen saamgeperst in een vrachtschip, dat verschillende havens moest aanlopen. Het zou dus een langdurige marteling worden.

Hoe huiverde Paulus te midden dier woeste bende, bestaande uit ruw vloekend en godslasterlijk volk. Zelfs de soldaten waren zo wreed, zij waren in staat alle gevangenen te vermoorden. Maar gelukkig gingen er twee geliefde broeders vrijwillig met Paulus mee, namelijk Lucas de medicijnmeester en Aristarchus, zodat er toch temidden dier ontzettende menigte tierende mensen nog enige gemeenschap der heiligen werd geoefend.

Paulus wist het, dat Christus ook met de misdadigers gerekend was en nu moest hij iets drinken uit de lijdensbeker van zijn Zaligmaker. Paulus stond ook niet boven hen, hij noemde later zichzelf de grootste der zondaren. Later vond Julius een schip van Alexandrie dat naar Italie voer, en deed allen daarin overgaan. Het was beladen met koren; dus helemaal niet geschikt om al die mensen aan boord te nemen, maar met vloeken en slagen werden de gevangenen met hun bleke gezichten en magere gestalten voortgejaagd van het ene schip naar het andere. Geruime tijd voer het schip langzaam voort, maar het werd gevaarlijker, want het werd herfst en dan kon het in de Middellandse Zee geweldig stormen. En de vraag is wel gedaan, of niet mogelijk satan er de hand in heeft gehad, dat er ook toen een stormwind met geweldige kracht het schip wegrukte uit haar koers.

Eerst trachtte satan Paulus te doden door een stormachtige vervolging en dat was hem niet gelukt en dus wilde hij Paulus laten omkomen in het water. En die gedachte vloeide voort uit de stormwind op het Galilese Meer, die door Jezus bestraft werd.

En hoe handelde de overste dezer wereld met Job, die hij door een wervelstorm uit de woestijn in een ogenblik van tien kinderen beroofde? Paulus had gewaarschuwd niet verder te gaan, maar te overwinteren, maar zijn raad werd niet opgevolgd. Men wilde trachten een haven van Kreta te bereiken, eerst scheen dat nog te gelukken, maar toen kwamen er vreselijke valwinden en mensenkracht baatte niet in ‘t minst meer, al werden alle behulpselen gebruikt om het schip te behouden, maar door het onweder werd het schip zo geweldig geslingerd, dat alle hoop op behoud werd ontnomen. Geen klein onweder drukte ons, schreef later Lucas. Dus ook Paulus drukte de omstandigheid, ook hij meende om te zullen komen. Maar in de nacht had hij een grote bemoediging van de Heere ontvangen. Een engel Gods, wiens ik ben, welke ik ook dien, heeft bij mij gestaan, sprak Paulus tot de wanhopige mensen om hem heen.

En die engel sprak: Vrees niet Paulus! gij moet voor de Keizer gesteld worden; en zie God heeft u geschonken allen, die met u varen. En hij geloofde God en de Heere heeft Zijn Woord waar gemaakt.

Veertien dagen en nachten in ontzettend onweder heen en weer geworpen zijnde, naderden zij land. Paulus had de wijsheid om te vermanen spijze te nemen, zij zouden lichaamskrachten nodig hebben.

Hij dankte God in aller tegenwoordigheid, begon te eten, anderen volgden, werden er door gesterkt, zodat zij het koren in de zee konden werpen. Het schip strandde en brak door het geweld der baren, maar gelukkig kwamen allen behouden aan land, tweehonderd zes en zeventig man alles bij elkander. Maar wel ging het met al die mensen als door het oog van een naald, maar zij kwamen aan land met de hulp des Heeren, Die zijn Woord waar maakte, wat het hart van Paulus en zijn beide medebroeders ongetwijfeld met vreugde en verwondering vervuld heeft.

Gelukkige mensen zijn het, die de God Jacobs tot hulp mogen hebben.

Deze geschiedenis bevat leringen, hoewel wij niet kunnen gaan met hen, die de schipbreuk van Paulus in alles vergeestelijken. Doch ook zonder allegorie zijn er lessen in voor bekeerde en onbekeerde mensen. De wegen des Heeren zijn waardig nagespeurd te worden, want zij zijn vol van de wijsheid en de goedheid Gods. Paulus kon in die nood niet omkomen, hij moest voor de Keizer van Rome verschijnen, om Christus te verkondigen en te verheerlijken. God wilde Zich vrijmaken van de wrede en goddeloze Keizer, en tevens de ware gelovigen in Rome door Paulus laten bevestigen en versterken in de leer, die naar de godzaligheid is. En hoeveel kostelijke brieven de Apostel vanuit Rome geschreven heeft is ons allen bekend. Brieven, waar Gods kinderen al de navolgende eeuwen kostelijk onderwijs uit hebben ontvangen. Hoe klaar en krachtig mocht hij schrijven onder de inspiratie des Heiligen Geestes. Hoe is duidelijk op te merken uit zijn brieven, welk een nabijleven hij had met God in Christus Jezus. en welk een grote liefde hij had voor al de heiligen. Met verloochening van zichzelf leefde hij geheel en al voor de gemeente des levenden Gods, want de liefde van Christus drong hem.

Geen klachten over zijn eigen lijdensweg, maar heenwijzingen naar Hem, die voor Paulus en al de zijnen oneindig meer geleden had, vinden wij overal in zijn brieven. Hoewel hij enerzijds wenste ontbonden te worden en met Christus te zijn, toch wilde hij anderzijds de raad God uitdienen, en zo lang mogelijk met gebed en met heilige ernst de gemeente Gods dienen. Hij was een pilaar in Gods, huis een strijder voor de eer en de waarheid Gods, en een voorbeeld voor allen, die in zijn tijd zijn medearbeiders waren. Maar ook voor alien, die na hem zoude verwaardigd worden om in de wijngaard des Heeren te arbeiden, ook voor Gods knechten in deze tijd.

Hoewel niemand zich bij hem zal durven vergelijken, toch mocht zijn voorbeeld wel steeds voor ogen staan bij allen die in Gods kerk ambtelijk werk te verrichten hebben. Hij kon de kwaden niet verdragen en handhaafde de tucht, maar voor ernstige begerige zielen, was hij een eerlijk en zachtmoedige leermeester. Dan drong hij aan gelijk een herder achter de schapen betaamt.

Zelfs tegenover zijn medeschepelingen, al waren het heidense soldaten en ter dood veroordeelde misdadigers, kwam hij openbaar als een medelijdende dienstknecht Gods.

Dat allen behouden aan land kwamen, was ongetwijfeld een verhoring op zijn vurige gebeden. En dat alles Hep uit op de ere Gods, waarin Paulus zijn grootste blijdschap had. Hoe gelukkig waren de schepelingen, dat er onder hen zulk een godzalig man was. Hoe gelukkig is de gemeente, waar nog leden zijn, die iets van de genade en geloofskracht van Paulus hebben. Zelfs een natie is bevoorrecht, als er nog zulke lastdragers en gebedsworstelaars zijn, zij zijn als kurken waar land en volk op blijven drijven. Maar ook is het zeer groot als in een familie er een of twee mogen zijn, die waken aan de posten hunner deuren om in alle nood en omstandigheid tot de Heere te zuchten en te vluchten. De gehele familie kan door het krachtig gebed van een rechtvaardige verschoond worden voor rampen en onheilen. En de kennelijke blijken van de verhoring des gebeds kan soms zulk een indruk maken op de kinderen, dat zij daardoor verstaan, dat Gods volk een gelukkig volk is met een machtige Verlosser. Hoemeer blijkt dat het Koninkrijk Gods niet gelegen is in woorden maar in kracht, hoemeer er van Gods volk uitgaat ten goede.

Op de praktijk der godzaligheid komt het aan, belijdenis zonder beleving geeft geen afdruk. En die het meeste van de praktijk mogen hebben, leven het meest tot de eere Gods en de stichting van de naaste.

Ook zullen degenen, die dicht bij de Heere leven, de meeste vertroostingen des Heilige Geestes ontvangen en met vrede en in het geloof de hen onbekende toekomst ingaan. Al doodde hen de Heere, nochtans zullen zij op Hem hopen, zelfs kunnen zij met verlangen uitzien naar hun verlossing uit het ellendig lichaam der zonde, om God te kunnen verheerlijken zonder zonde in volmaakte heilgheid, liefde en vrede tot in alle eeuwigheid.

Is dat dan een volk om jaloers op te zijn, ja of neen? Is er behoefte om daarbij te mogen behoren door vrije genade Gods?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1969

The Banner of Truth | 20 Pagina's

Bemoediging in Doodsnood

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1969

The Banner of Truth | 20 Pagina's