STATENLEDEN OP HET SPREEKGESTOELTE
Ontwikkeiingsnota Zeeianct
In de Staten van Zeeland ua.< : onlangs een ontwikkelingsscheia Ier discussie. Namens de fractie werd gesproken door ons statenlid de heer Maljaars. De vergadering was medio mei. We plaatsen een weergave van het eerste gedeelte van de rede.
De heer Maljaars acht het een goede zaak dat over de ontwikkeling wordt gesproken. Regeren is vooruitzien, derhalve moet met alle beperkingen die daaraan kleven, vooruitgezien worden. De klacht van de fractie i.s, dat het stuk teveel inventarisatie is en te weinig concrete gegevens biedt voor toekomstig beleid. De klacht mag echter niet te hard aankomen, want die is niet als verwijt bedoeld, want het is ten eerste moeilijk, zoals de fractie zeer wel begrijpt, lijnen voor de toekomst te ti'ekken, terwijl voorts nog het bezwaar bestaat dat het provinciaal beleid nauw verweven is met dat van het Rijk. Spreke)' gaat akkoord met het niet verder trekken van de lijnen dan tot 198.5.
Het accent valt in de schets op dt ontwikkeling van zeehavens en industrie. Dat komt omdat het college voornemens is binnen afzienbare tijd te komen met een cultureel-sociale schets.
INDUSTRIëLE ONTWIKKELING
De industriële ontwikkeling van Zeeland is van zeer veel belang. Voor die ontwikkeling is gekozen. Thans is de vraag of de staten op de ingeslagen weg moeten voortgaan. De economische omstandigheden zijn verslechterd en de bewuster inzichten over milieu-hygiëne werpen de vraag op of er niet moet worden afgeremd. Het komt in concreto neer op de vraag of er 1000 ha aan het zeehaven-areaal moet worden toegevoegd. Het komt spreker en zijn fractie voor dat gestreefd wordt naar verdere economische groei. Stilstand is immers achteruitgang. Deze groei hoeft op zichzelf en als zodanig nog geen beletsel te zijn voor de bevordering van het welzijn. Er moet wel nauwlettend worden toegezien op de nadelen, die uit eventuele groei zullen voortvloeien. Spreker ziet echter niet direct een tegenstelling tussen welvaart en welzijn, zoals gesuggereerd wordt in vragen die in de afdeling zijn gesteld. Toch staat welzijn wel nadrukkelijk voorop. Er kan welzijn wezen zonder welvaart, doch er mag geen welvaart zijn zonder welzijn.
Industriële ontwikkeling was economische noodzaak en die noodzaak bestaat nog steeds. Voortgaan is geboden of dat nu verloopt volgens de lijn van economisch of sociaal-cultureel, of milieu-hygiënisch model. Bij elk van die modellen is economische groei voorgeschreven. De industriële ontwikkeling moet bovendien in een nationaal kader geplaatst worden. Als we daarvan uitgaan is het geen vraag meer of we de bevolking moeten aanpassen aan de industriële ontwikkeling of de industriële mogelijkheden aan de bevolking. Het eerste moet gebeuren, doch niet ongelimiteerd. Dit is niet in tegenspraak met het doel uit de zestiger jaren inzake de ontwikkeling namelijk het bevorderen van de werkgelegenheid voor eigen mensen. Die noodzaak is nog onverkort aanwezig. Er moeten echter werkkrachten van elders, ook vanuit het buitenland, worden aangetrokken. Aan dat laatste zijn problemen verbonden, dat ontveinst de fractie zich niet. Het vertrouwen leeft dat overheid en dat particulier initiatief de werkkrachten op verantwoorde wijze zal opvangen.
In het voorgaande werd gesproken over drie modellen te weten economisch, sociaal-cultureel en milieuhygiënisch. Spreker weet niet het meest juiste te noemen, doch wil met het college veronderstellen dat de correcte keus ligt tussen I en II.
In het uitgangspunt van het sociaalculturele zit i^s aantrekkelijks namelijk het streven om het aantal ongeschoolde functies terug te dringen via automatisering, omdat anders grote aantallen ongeschoolden noodzakelijk zouden zijn. Dan hoefde ook minder van buitenlandse arbeidskrachten gebruik gemaakt te worden. Het geeft namelijk een gevoel van onbehagen, dat buitenlandse arbeidskrachten alleen goed zijn voor arbeid waar de Nederlandse werknemer de neus voor ophaalt. Als arbeid ervaren wordt als een zegen is geen enkele arbeid minderwaardig.
Ook de dienstensector verdient aandacht met name met het oog op gevarieerde werkgelegenheid. Noord-Zeeland met zijn sterke pendel kan vergroting van dienstenverlenende bedrijven goed gebruiken. Gestimuleerd dient klein-industrie in St. Maartensdijk en Zierikzee.
De fractie gaat akkoord met aanleg van 1000 ha industrie in Zeeuws-Vlaanderen. Dit heeft voorkeur boven ontwikkeling van Sloe H ten oosten van Borssele. De werkgelegenheid in Zeeuws-Vlaanderen is kwetsbaar. Over situering van de bedoelde 1000 ha is moeilijk een uitspraak te doen thans. Mogelijkheden zijn langs het Baalhoekkanaal, óf bij Ossenisse, óf langs de kanaalzone.
Ossenisse komt er niet best af in de Schelde-nota, die overigens een grote bron van informatie biedt. Ook de Zeehavennota is instructief. Het Valkenisseplan is door de fractie ontvangen met waardering. Een verantwoorde uitspraak is nog niet mogelijk. De uiteindelijke plaatsbepaling moet wachten op het verschijnen van het streekplan Oost-Zeeuws Vlaanderen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1972
De Banier | 8 Pagina's