HET NIEUWE MINISTERIE
Aan het loven en bieden om de minister-zetels is dan eindelijk, ja, eindelijk een einde gekomen. Men is daarover tot 'n accoord gekomen volgens hetwelk de K.V.P. 6, de P.v.d.A. 5, de A.R. 2 en de C.H.U. 2 ministerzetels zullen bekomen, terwijl een zetel aan een partijloze is toegekend, zodat er voortaan 16 minister zullen zijn. In de tot standkoming van die formatie heeft ir. Stal een groot aandeel gehad, wie, nadat mr Donker zijn opdracht aan de Koningin had teruggegeven, door Hare Majesteit opdracht was gegeven om zijn voelhorens uit te steken, of soms door zijn bemiddeling hef door mr Donker onvoltooide werk niet voltooid kon worden.
Om zulks te kunnen doen heeft ir Staf zich in verbinding gesteld met dr Drees en professor Beel en ook met de heer Tilanus, waarbij hij dus niet als formateur optrad. En ziet zijn werkzaamheden hebben ten gevolge gehad, dat er dan een ministerie gevormd kon worden. Toen dan alles vrijwel in kannen en kruiken was gekomen, heeft de Koningin aan dr Drees de formatie van een kabinet opgedragen, die de opdracht niet, zoals in gewone gevallen gebruikelijk is, in beraad heeft genomen, maar direct aanvaard heeft, hetgeen er op wijst, dat hij gegronde redenen had dat hij met de volvoering van zijn opdracht zou slagen. Het door dr Drees uit 16 ministers bestaande kabinet is dan als volgt samengesteld:
Minister-president en minister van Algemene zaken: dr W. Drees (Partij van de Arbeid). Vice-minister-president en minister van maatschappelijke zorg: prof. dr L. J. M. Beel (K.V.P.). Buitenlandse zaken: mr J. W. Beven (partijloos), minister, en mr J. M. A. H. Luns (K.V.P.), minister. Financiën: J. van de Kieft (P.v.d.A.). Justitie: mr L. A. Donker (P.v.d.A.) Economische zaken: prof dr J. Zijlstra (A.R.).
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: mr J. M. L, Th. Cals (K.V.P.). Oorlog en Marine: ir C. Staf (C.H.). Verkeer en Waterstaat: mr J. Algera (A.R.). Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening: S. L. Mansholt (P.v.d.A.). Wederopbouw en volkshuisvesting: ir H. B. J. Witte (K.V.P.). Sociale zaken en volksgezondheid: G. J. Suurhoff (P.v.d.A.). ' Overzese rijksdelen: prof. mr. dr W. J. A. Kemkamp (C.H.). Publiekrechterlijke bedrijfsorganisatie en bezitsvorming: A. C. de Bruyn (K.V.P.).
Wat de minister van binnenlandse zaken aangaat, daarvoor zijn tevergeefs aange> zocht de burgemeesters van 's-Hertogenbosch en die van Eindhoven. Beiden wensten niet in aanmerking te komen. Ten aanzien van de ministers van buitenlandse zaken heeft dr Drees medegedeeld, dat beide ministers van buitenlandse zaken, de heren Beyen en Luns, zoveel mogelijk samen de algemene lijnen van de buitenlandse politiek zouden opstellen en dat er niet gesproken zal kunnen worden van een zittende en een reizende minister. Tussen de heren Beyen en Luns wordt een functionele taakverdeling tot stand gebracht. De beide ministers zullen samen verantwoordelijk zijn.
In ieder geval zal het zo zijn — aldus dr Drees — dat, indien de heer Luns buiten Nederland opti-eedt, hij als minister van buitenlandse zaken zal optreden. Mr Beynen zal de ambtswoning van de minister van buitenlandse zaken aan het Plein 1813 betrekken. Van de portefeuille van de heer A. C. de Bruyn kon dr Drees nog geen definitieve omschrijving geven. Hij bedoelde daarmede kennelijk te zeggen, dat het nog niet vaststaat of de heer de Bruyn een apart departement onder zich zal krijgen of dat de portefeuille van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie zal moeten werken binnen het kader van het ambtelijk apparaat van het departement van Economische zaken.
In ieder geval zal — volgens dr Drees — de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie geen afzonderlijke taak worden, terwijl het nog niet vaststaat of in het benoemingsbesluit naast de P.B.O, ook bezitsvorming zal worden genoemd, al zal dit laatste één van de taken vormen van het werk van de heer de Bruyn.
Ten opzichte van de staatssecretarissen verklaarde dr Drees, dat aan de ministeries van Overzeese rijksdelen en Buitenlandse zaken geen nieuwe staatssecretaris zal benoemd worden. De heer Götzen zal dus niet meer als staatssecretaris fungeren, evenmin als mr Blom. Voor mr Blom zal op Buitenlandse zaken een nieuwe functie met betrekking tot de Indonesische aangelegenheden in het leven worden geroepen. Mede daarom zullen voorlopig de Indonesische zaken bij het ministerie van Overzeese rijksdelen blijven, terwijl zij in de toekomst bij het departement van Buitenlandse zaken zullen worden ondergebracht. Bij de departementen van Economische zaksn en bij die van Onderwijs, kunsten en wetenschappen zullen staatssecretarissen van r.k. professie worden aangesteld. De namen van deze personen zijn echter nog niet bekend. Bij het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is dit nodig geworden, dewijl de huidige staatssecretaris als minister van dat departement zal optreden, omdat de tegenwoordige r.k. minister, prof. Kutten, geen herbenoeming wilde aanvaarden.
Bij het departement van Oorlog en Marine blijven de heren Moorman en Kranenburg in hun functie, evenals dat bij het departement van Economische zaken het geval is, daar blijven dr van Rijn en dr Muntendam op hun post. De heer Drees noemde het nieuwe kabinet een visr-partijen-kabinet en wüde liever het karakter van dit kabinet niet definiëren volgens de begrippen parlementair of extra-parlementair. Dinsdag j.l. werd het kabinet des morgens beëdigd en hield des namiddags zijn eerste vergadering. Een bepaalde regeringsverklaring zal het niet afleggen. In de Troonrede wordt het regeringsprogram gegeven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1952
De Banier | 8 Pagina's