Gemeentebestuurder
Voor
De klachten over de weinige zelfstandigheid, over de geringe bevoegdheid, welke de gemeentebesturen gelaten is, zijn vele. En terecht, want vooral voor hen, die de tijd vóór de oorlog hebben medegemaakt, is de ervaring, dat veel van wat toen nog zelfstandig te regelen was, thans wordt opgelegd. De bezwaren, daaraan verbonden, zijn niet gering. In de eerste plaats wel dat niet kan worden daargesteld, wat in het belang van de gemeente geacht wordt te zijn. Maar in, de tweede plaats ook, dat de verantwoordelijkheid daar door verminderd wordt en het verantwoordelijkheidsgevoel wordt weggenomen. Toch is het nodig om zich wel rekenschap te geven van de verantwoordelijkheid, niet alleen, niet in de eerste plaats tegenover hen, die boven ons gesteld zijn, maar bovenal aan God. Denken wij er wel aan, dat God ons gesteld heeft om over anderen te regeren? Zo spoedig is er neiging om maar te letten op de omstandigheden en niet te letten op God, Die alles regeert en bestuurt, maar ook rekenschap vraagt van ons doen en laten, niet in het minst als bestuurder, als Zijn dienaars. Het is daarom, dat wij ons niet mogen neerleggen bij het ontnemen van allerlei bevoegdheden, ook al worden wij daardoor in de onmogelijkheid gebracht om de verantwoording te dragen. De gemeenten, ze zijn ons toebetrouwd en niet buiten Gods voorzienigheid te besturen gegeven. Toch bestaat er veel neiging om, vooral wat de financiën betreft, maar te denken, het kan toch zo niet en daarom, als het dan toch op moet, dan wallen ook wij wel wat hebben. Dat is zeer verklaarbaar, maar wijst ons ook op het grote gevaar, dat er voor land en volk schuilt in het wegnemen van de financiële zelfstandigheid en het inkorten van de bevoegdheden. De bestuurder staat daardoor niet meer voor de keuze om bij het daarstellen van begeerde zaken te overwegen of het belang er van zo zwaar weegt, dat het of- %J' fer, hetwelk de daarstelling eist, gevraagd mag worden. Thans is er de verklaarbare neiging om te zien naar anderen. Hebben die dat, dan ook waj. Hebben die een tekort, dat toch wel gedekt zal worden, waarom zouden wij ons behelpen met minder? Verklaarbaar, volkomen! Maar af te keuren, zeker! Het is nodig, dat wij ons rekenschap er van geven, want de zuiging is zo sterk, dat het schier niet vol te houden is. En nu kunnen wij ons er niet achter verschuilen, dat de regering zo leidt. Het is wel waar. Maar als wij ons niet verzetten tegen een dergelijke leiding, dan worden wij mede schuldig. Wanneer hier het woord verzetten wordt gebruikt, uiteraard dat niet op te vatten in de zin van opstandigheid, maar in > de zin van tegenstaan met de daartoe ver- W kregen middelen. Toch trekt de regering maar door. Toch trekken de uitvoerende organen door. Zo kunnen wij ook weer in de bladen lezen over het ontwerp streekplan, dat voor het eiland Walcheren is gemaakt. Het lijkt er wel op, dat de gedachte, reeds eerder geuit, dat Walcheren als proefkonijn moet dienen, bewaarheid wordt. Nu, erg aanlokkelijk is het zijn van een proefkonijn, wat gebruikt wordt bij de vivisectie, niet. Zo niet het leven er bij gelaten wordt, is meestal een verminking voor goed wel het gevolg. Moet dat daar nu ook zo zijn? Het is bekend, dat er veel actie gevoerd wordt tegen het ontwerp. En het is te begrijpen. Want ook dat grijpt weer in in de bevoegdheden van de gemeentebesturen. Niet zij zullen orde en regel stellen, maar een ander college. Niet zij, die de plaatselijke toestand kennen, zullen trachten om alles in goede banen te leiden, maar er wordt gemeend, dat er onderscheiden bovengemeentelijke belangen zijn, en dan is een gemeentebestuur niet meer bevoegd. Én of nu reeds tevoren die besturen hebben getoond oog te hebben voor orde en regel, ook dat is van geen invloed, want dat wordt opzij gezet en de andere regelen zullen daarvoor in de plaats treden. En nu geldt dat maar een klein stukje van ons land. Doch het is een begin.
Een soort proef. Lukt die, dan zullen er wel velen volgen.
Daarom is er een taak voor de besturen van de gemeenten, die het nu geldt. Zij kunnen met gegronde argumenten in te brengen trachten de zaak in de goede banen te leiden. Zij hebben daarin ook te treden op nog onbekend terrein, maar zich wel rekenschap te geven van hun verantwoordelijkheid.
GEMEENTEBESTUURDER
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1951
De Banier | 8 Pagina's