Buitenlands Overzicht
En de weg des vredes hebben zij niet gekend — zegt de Heere ons in Zijn Woord van de gevallen mensen. Neen, zij hebben deze niet gekend. Trots het vredespaleis, de Volkenbond en de Organisatie der Verenigde Naties niet. Integendeel! Het is sedert de oprichting dezer instellingen steeds bergafwaarts gegaan met de vrede. Sedert dien is de wereld zelfs nog nimmer zo vervuld van onzalige onvrede en onrust geweest.
Dat is Gods antwoord op de hovaardige pogingen der mensen, die waanden met hun zogenaamd volkenrecht en door hun samensprekingen en gemeenschappelijk over-'leg wel een eeu, wige wereldvrede te kunnen stichten. God en Zijn Woord hadden zij daarbij niet van node. Zij zouden dat met hun menselijke rede zelf wel klaar spelen. En aanschouwt nu de uitkomst van dat hoogmoedig streven. Een derde wereldoorlog dreigt uit te breken. Voor een burgeroorlog is Frankrijk rijp. En overal waar gij uw blikken ook heen wendt, allerwege ontwaart gij twist en verdeeldheid, een tot dusverre nimmer gekende onvrede. Ja, het is daarbij zelfs zo ver gekomen, dat men in de grote bladen kan lezen, dat Frankrijk op het ogenblik met het uitbreken van een burgeroorlog bedreigd wordt. De gemoederen zijn aldaar tot op het kookpunt verhit. Daartoe heeft het enorme succes, dat generaal De Gaulle bij de gemeenteraadsverkiezingen behaalde, zeer veel bijgedragen. Ook de laatste verkiezingen, die ook weder, droef genoeg, op de dag des Heeren gehouden zijn, leverden een 'besliste zegepraal voor die generaal op. Ditmaal werd in de gemeenten beneden de 9.000 inwoners, dus voornamelijk in de plattelandsgemeenten gestemd. En ook daar was De Gaulle de man en zijn partij sterk aan de winnende hand. Het succes zou ongetwijfeld nog groter geweest zijn, als De Gaulle's aanhang in elke gemeente candidaten had gesteld en had gehad. Zo voordelig als de uitslag voor de onlangs gestichte partij van De Gaulle was, zo nadelig was hij voor de communisten. Hun aanhang is op het platteland van Frankrijk sterk aan het verminderen, Dit heeft stellig prikkelend op hen gewerkt. Hetgeen men af kan leiden uit de rede, welke de communistische afgevaardigde Duclos in het Franse Parlement twee dagen na de laatste verkiezing hield. Deze rede ging wel alle perken te DwerT Zij was een rechte scheldpartij. De ene belediging na de andere werd nu eens deze, dan weder gene tegenstander naar het hoofd geslingerd.
De minister-president Ramadier kreeg er rijkelijk zijn deel in. Hij viel de communist gedurig in de rede, waarbij hij hem verweet, dat hij loog. Eenmaal was de leugenachtige aantijging van die aard, dat de communist haar herroepen moest. Een rechts georiënteerd lid werd daarbij dermate in zijn eer-aangetast, dat hij woedend van zijn zetel opsprong en de communistische spreker te lijf wilde gaan. Het zou op een grote vechtpartij uitgelopen zijn, als de Kamerboden niet tussenbeide gekomen waren en dit belet hadden. Meer dan twee uren lang bleef de communistische afgevaardigde aan het woord en hoe langer hij sprak hoe rumoeriger de vergadering werd en hoe meer ook de overige leden zich tegen de communistische fractie keerden. Het ligt voor de hand, dat de communist in zijn rede zich fel tegen Amerika keerde en Ramadier en de socialisten voor de voeten wierp, dat zij knechten van het imperialistische Amerika en slaven van de Amerikaanse dollar waren en dat Sovjet-Rusland als een bij uitstek de vrede dienend land werd verheerlijkt.
In die vergadering was tevens een motie ingediend, welke op het eind vertrouwen in de regering uitsprak. Deze motie kwam twee dagen later in stemming. De uitslag daarvan was dat zij met 300 vóór en 280 stemmen tegen en 18 onthoudingen van stemmen werd aangenomen. De regering verkreeg alzo een kleine meerderheid. Deze kleine meerderheid is des te bedenkelijker, dewijl vele leden, die er vóór gestemd hebben, dit niet zo zeer deden, omdat zij vertrouwen in het kabinet Ramadier stelden, maar veel meer, omdat zij vreesden, dat er bij het aftreden van de regering een grote verwarring zou ontstaan, welke wel eens ten gevolge zou kunnen gehad hebben, dat heel het parlementaire stelsel afgedaan zou hebben, zelfs dat er 'n burgeroorlog uitgebroken zou zijn. En stellig zou er zowel kans op het ene als op het andere geweest zijn. Wat het parlementaire stelsel betreft, daarvan" zijn in de bestaande vorm noch de communisten noch De Gaulle, voorstanders van en wat de burgeroorlog aangaat, de communisten en de aanhangers van De Gaulle staan zo scherp tegenover elkander, dat er niet zo veel behoeft te gebeuren of deze twee gaan elkander met de wapens bestrijden.
De huidige toestand schijnt oorzaak te worden, dat de middenpartijen zich nauwer aaneen zulleii sluiten. Er zijn ten minste pogingen aangewend om de socialisten, de r.k, en de radicalen tot één blok te verenigen, dat zich zowel tegen de communisten als De Gaulle zal keren. Of dit blok echter metterdaad gevormd zal worden, staat nog zeer te bezien. Gelijk het ook de grote vraag is, of het kabinet Ramadier het nog lang zal kunnen bolwerken. Er is weinig reden om aan te nemen, dat, waar het kabinet tot heden gefaald heeft, het in de toekomst zal slagen. De rede van de communistische afgevaardigde Duclos, alsook de verklaring van De Gaulle, welke hij vóór de stemming over de motie van vertrouwen aan de pers verstrekt had, dat het Parlement ontbonden diende te worden, hebben er ongetwijfeld hard aan mede gewerkt, dat de regering de vereiste meerderheid verkreeg. Doch het valt sterk te be twijfelen, dat die meerderheid op de duur zo eensgezind zal blijven als zij op het moment der stemming was. Bovendien mag niet uit het oog verloren worden, dat De Gaulle's aanhang en invloed nog aanmerkelijk in sterkte kunnen toenemen, als de economische toestand in Frankrijk niet verbetert, dat de communisten, daartoe aangevuurd door de pas opgerichte Kominform, niets zullen nalaten om Ramadiers kabinet ten val te brengen en dat deze nog immer het wapen der stakingen daartegen kunnen richten, daar de grote vakverenigingen geheel londer hun invloed staan.
En dat de Kominform alles in het werk zal stellen om de onrust en verwarring in Europa nog te doen toenemen, dat wijst het optreden der communisten in Italië wel heel duidelijk uit. De communistische partijraad heeft aldaar een communiqué uitgegeven. Daarin wordt grote sympathie uitgesproken met de Sovjet-Unie en haar streven om de oorlogsophitsers te ontmaskeren en alzo de vrede te bevestigen. Vervolgens worden daarin al de Italiaanse communisten opgeroepen om de politiek der huidige regering te doen mislukken en om de vrede en de vrijheid en de onafhankelijkheid van Italië te verdedigen. Ook in Italië zullen derhalve de communisten onder het motief, dat zij de vrede, de vrijheid en onafhankelijkheid van het land willen dienen, alles in het werk stellen om door staking en andere middelen van ondermijning de Regering het bestaan onmogelijk te maken en alzo het bewind zelf in handen te 'krijgen.
Wat wij van de communistische vrijheid hebben te wachten, leert ons de geschiedenis in Polen, Hongarije en de andere Balkan-landen maar al te zeer. In die landen bestaat hoegenaamd geen vrijheid. De staatspolitie, daarin bijgestaan door de geheime politie, sluit een ieder op, die aldaar ook maar een woord tegen de communisten durft te kikken. En als de mensen eenmaal opgesloten zijn, dan worden zij w^iarlijk niet zachtzinnig behandeld, ja, moeten velen hunner het met hun leven bekopen. Dat blijkt uit de behandeling, welke de Bulgaar Petkof ten deel viel. Deze Bulgaar toch heeft door zijn vrijmoedig getuigenis het leven er bij ingeboet. Hetzelfde lot dreigt de voormalige leider van de Roemeense boerenpartij, tegen wie thans een proces gaande is, te wedervaren. Wat wonder, dat de Poolse boerenleider en vioe-president de vlucht uit Polen naar het buitenland genomen heeft of althans heeft trachten te nertien, want volgens latere berichten moet hij spoorloos verdwenen zijn, zodat men over zijn verblijf en wedervaren tot op dit ogenblik geheel in het onzekere verkeert,
In het voormalige Brits-Indië is de vrede, sedert de Engelsen aangekondigd hebben, dat zij dit land zouden verlaten, geheel zoek. Daarin is feitelijk een burgeroorlog uitgebroken tussen de Hindoes en de Mohammedanen. De Mohammedaanse en Hindoenese staten bestrijden elkander op leven en dood. Het merkwaardige hierbij is, dat de ene partij de hulp der, Engelsen heeft ingeroepen, die zij vroeger met alle geweld uit Indië verdreven wilden hebben. Besluiten wij ons overzicht met de mededeling, dat er in Engeland niet minder dan drie Lagerhuisleden wegens corruptieve handelingen zijn veroordeeld. De eerste van de drie, David Weitzman geheten, is veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf met Dovendien nog een zware geldboete. Hij had gedurende de oorlog op geheel ongeoorloofde wijze Ver gunningen voor de fabrikage van lippenstiften weten los te krijgen en had daarmede een heel fortuin verdiend. Deze persoon heeft nu een jaar te zitten en zal daarna ook nog v/el door het Lagerhuis zelf worden berecht, hetgeen reeds met een tweede schuldige in het Lagerhuis is geschied. Deze had zich schuldig gemaakt aan een overtreding van gans andere aard. Hij, wiens naam Garry Allighan luidt, had in April van dit jaar een artikel in een journalistiek vakblad geschreven, waarin hij sommJge Parlementsleden beschuldigde, dat zij onder invloed van sterke drank tegen betalingen inlichtingen aan de pers hadden verstrekt. Wat bleek echter bij ingesteld onderzoek? Dit, dat hij zelf inlichtingen uit de vergaderingen van de socialistische Kamerfractie tegen een hoge wekelijkse vergoeding, en dit no^ wel hoewel hij zelf socialist was, aan een conservatief blad had verschaft. Zo stond hij dan aan tweeërlei vergrijp schuldig. Hij had toch niet alleen vertrouwelijke, geheime inlichtingen aan de pers verstrekt, maar ook zijn medeleden vals beschuldigd, terwijl hij daarenboven getracht had bij het onderzoek van de parlementaire commissie, deze met onware inlichtingen te misleiden. Toen deze zaak in het Lagerhuis in behandeling kwam, meenden sommigen, dat volstaan kon worden met een bestraffing van schorsing van zes maanden, waartegen Churchill opkwam, die van oordeel was, dat Allighan voor goed uit het Parlement diende uitgestoten te wor den. De beslissing werd uiteindelijk aan een vrije stemming overgelaten, waarbij de motie van uitsluiting met 187 tegen 75 stemmen werd aan nomen. Na die uitslag werd Allighan door de voorzitter aangezegd, dat hij op staande voet het Lagerhuisgebouw had te verlaten. Er zal nu eet nieuwe verkiezing in het district, dat deze vertegenwoordigd had, moeten plaats vinden. De derde schuldige, een zekere Walkden, had steekpen ningen aangenomen.
Eenmaal over Engeland schrijvende, melden wij nog, dat bij de besprekingen over het regeringsbeleid, ChurchUl een scherpe kritiek daarop geleverd heeft, hetgeen hem echter weinig gebaat heeft, want de motie van vertrouwen, welke aangaande dat beleid in het Parlement gesteld werd, werd met grote meerderheid van stemmen aangenomen, Ten slotte nog dit, In Denemarken werden dezer dagen verkiezingen voor de Tweede Kamer gehouden. De middenpartijen gingen daarbij, inzonderheid de socialisten, met de winst strijken. De uiterst rechtse en linkse Kamerfracties hebben daarbij verliezen geleden, bepaaldelijk de communisten, die het aantal hunner zetels met de helft, van 18 op 9, za gen dalen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1947
De Banier | 8 Pagina's