Een gezegende bestraffing
III.
Zoals gezegd werd Jan menigmaal in zijn latere loopbaan aan de klap, d'tc een hem onbekend heer hem in zijn jeugd gegeven had, herinnerd. En ook aan de woorden, die deze heer tot hem gesproken had. Zij dreven Jan dan herhaaldelijik uit tot de bede: Heere, bewaar mij voor oneerlijkheid, voor onoprechtheid en voor alle boze handel. En de Heere verhoorde dit gebed. Hij bewaarde Jan er voor om zich op slinkse manieren ten koste van anderen te verrijken. Hij mocht getuigen, dat al hetgeen hij verworven had, zijn wettig eigei dom was.
Daar hij nu genoeg geld bezat naar Europa terug te keren, vesti de hij ziich op nog betrekkelijk jon leeftijd in één der grote handelssli den van genoemd werelddeel, Spi. dig aig was was hij nij daar aaar weer weer druk aruK in in zaki zakt gewikkeld en elke dag kon men he naar zijn kantoor zien wandelen. Daarbij trof het meermalen, dat iemand tegenkwam, die hem zet bekend voorkwam en die hij dan telkens beleefd groette. De betre fende persoon groette even beleel terug, zonder echter te weten wie groette. Wel dacht hij er dikwi, over na, wie die jongeman toch zij, kon, maar hoe hij ook petinsde, kon zich niet herinneren hem oo eerder gezien of ontmoet te he
OOM KOOS
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 1947
De Banier | 8 Pagina's