OP WIE DE HEERE ZIET
maar op deze zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest, en die voor Mijn Woord beeft. Jesaja 66 : 2b
Beven voor het Woord des Hee-
IT, . j„ „, „ „„ deze zal Ik zien op de arme en rslagene van geest en die beett
In Zr het Woord des HEEREN ('s het derde kenmerk van het
, P , t Wu°ord des Heeren is de Wet en t Evangelie, het getuigenis van '• ds recht en genade, de openbaring goddelijke waarheden, waarin Heere op zijn hoogst wordt versrlijkt en de mens op zijn diepst •nederd,
t Woord houdt voor, al wat bevinijk moet worden gekend en beend tot zaligheid der ziel en tot Izaiigheid des levens
t Woord geeft aan, hoe de Heere worden gediend, moet ontvangen eer en vreze Zijns Naams in de rk en óók in de Staat,
or het Woord beven sluit in: verd zijn met eerbied en heilig onti tegenover dat Woord, in kindere vreze zich buigen onder dat )ord als het Woord van God, het ot en eeuwig Opperwezen, zeer te zen,
ven voor het Woord houdt in; de ise Heilige Schriftuur erkennen het onfeilbaar Godsgetuigenis, eeuwig zeker is en slechten wijsd leert en overeenkomstig des eren inzettingen alles wel aan-Hen in he+ kerkelijke zowel als in staatkundige en maatschappelijleven. ven voor het Woord is de eis des ; EREN. lar wat geschiedt?
t Woord wordt versneden door l mes ener niets ontziende critiek valse wetenschap, die zich godoosiijk stelt boven'het Woord en t buigt onder het Woord als criticus, de oordeler der gedachi en der overleggingen des harten, ebreërs 4).
menige kansel wordt niet het lele Woord gepredikt, worden t verkondigd de goddelijke Waarien, die wijs maken tot zaligheid; de lagere, hogere en Hogescholen irden dwaalleer en leugen ingent tot verderving der zielen van g en oud.
ach! hoorders des Woords zijn er t wel, doch de daders zijn weini-1. Zij beven niet voor het Woord, : getuigenis geeft van de ernst van 3d en graf, oordeel en eeuwigheid licht geeft over de gerichten is op de aarde en in de wereld; > ekend is het beven en de ontring onder de prediking van he-I en hel, de aanzegging van dood leven, de voorstelling van de zei en de vloek,
Beven voor het Woord des Heerenl Zo eist de HEERE, doch hoe verre zijn wij gezonken!
Wat een voortvaren in ongeloof, in ^-.^^^^^^^^ ^^^^^ , ^^^ ^^^^ ^^^^ ^^^.^ ^^^ ^^..^ ^^^^^^, ^^^ ^.j ^^^
Evangelie naar de mens. Van een zuivere op Gods Woord gefundeerde prediking en daarom ai-'^f" «^^^^ Gereformeerde prediking, wil men niet weten; dé breuken moeten op het zachtst genezen worden, kussens moeten genaaid onder de okselen, zó wil men het gaarne; men wil liever in de bloemhoven , worden i gejaagd ^ ^ en horen van
^""^^e, vrede en geen gevaar, ont-Men is niet gediend van een dekkende, ontkledende, geheel ont blotende bediening des Woords; van de noodzakelijkheid der bevinding en van het bevindelijke leven der levende Kerke Gods moet men niets hebben; dan roepen vele stemmen in koor; Ach wat! al die bevinding en dat zogenaamde bevindelijke leven is „ziekelijk gereformeerd".
Van hel en verdoemenis moet ge maar zwijgen, want ge moet een prediker der liefde zijn en spreken van de liefde Gods voor alle mensen, voegt men u toe. En dan zetten ze op de gevel hunner gebouwen: God is liefde; doch ze verzwijgen de andere, óók waarachtige goddelijka Waarheid; God is een verterend vuur; want dat is zo hard, een te harde rede.
Er wordt getornd aan en getoornd tegen vele leerstukken, zoals de noodzakelijkheid der wedergeboorte de geestelijke doodstaat des zou-^ ^^ ^^ verkiezing, het ^^^^^ ^^^ Kerke Gods; kortom, duivelse vijandschap briest men in tegen de zuivere Gereformeerde leer en dat nog wel onder het mom, dat men opkomt voor en leeft uit de be-in
gmselen der Reformatie! Het levende volk des Heeren, Gods oogappel, wordt aangerand en bespot; aan de gaarne-getrouwe leraars der Kerk zou men 't liefst het zwijgen opleggen en uitbanning van de predikers der waarheid, die niet mee koers", willen die heden doen in met vele , .de Hervormde nieuwe kringen opgeld doet, zou velen voldoening geven en verblijden.
Zó is de intreurige toestand onder 'ons volk, ook het kerkvolk): geen kennis aan en beven voor het Woord van God.
En daarom kwamen en zijn nog zichtbaar de gerichten des Heeren; daarom de desolate staat van Nesrlands Kerk!
St, M, dijk (Z.)
JOH. DE BRES
JOH. DE BRES
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 1947
De Banier | 8 Pagina's