Voor de JEUGD
Beste neven en nichten!
Het is thans 27 Juni en verschrikkelijk warm. Toch kan mij d^t er niet van weerhouden om jullie een briefje te schrijven, wanneer ik tenminste voldoende sttof daarvoor kan vinden. Want ook mij vergaal het wel eens als jullie, dat ik niet weet), waarlover ik schrijven moet. Had ik maar kippen, biggen, koeien, paarden, schapen, geiten en boKken, dan zou dat beter gaan. Dan valt er altijd wel wat te vertellen over wat deze beesten doen en wat er mee gebeurd is. Zover heeft oom Koos het echter nog niet gebracht, dat hij er een veestapel op nahoudt. Misschien komt dat nog wel eens, maar op 't ogenblik heb ik daar helemaal geen kijk op. In dat opzicht zijn heel wat van mijn neven en nichten er beter aan toe, want die kunnen brieven vol schrijven over de ervaringen, die zij op de boerderij opdoen.
Andere neven en nichten, die in de stad wonen of die thuis geen boerderij hebben, moeten zich met andere dingen behelpen. Wanneer zij broers ol zusters hebben dan hebben zij gewoonlijk stof genoeg. Is dit echter niet het geval, dan lees ik wel eens in de brieven, nadat een vier of vijftal zinnen geschreven zijn; Nou, oome Koos, nou hou ik er mee op, want ik weet niet meer. Ik neem jullie dat niet kwalijk, hoor jongens en meisjes. Het is voor ieder niet steeds even gemakkelijk om maar brieven te schrijven. Zou het daaraan soms liggen, dat ik enkele neven en nichten de laatste tijd gemist heb, die in de ginne meededen? Daar denk ik bijv. plotseling aan die Chris de Voogd, de Zeeuwsche waterrot, die mij indertijd zoo'n aardige floito stuurde. Waar zit je tegenwoordig, Chris, en wat doe je? Zit je elke dag in het water? Je hebt, meen ik, in het begin toegezegd, dat je laltijd zou blijven meedoen, maar ik heb al sedert enige tijd je naam onder de oplossers en briefschrijvers niet gevonden. Of ben je soms hard aan het Ieren? Vertel mij dat eens eti laat nog eens spoedig wat van je horen.
Dan heb ik er nog een paar gemist bij de vorige oplossingen. Ik bedoel Jantje en Keesje uit Eindhoven. Zijn jullie zo geschrokken jongens, dat 'ik in de krant vermeld heb, dat een van jullie nogal eens ondeugend was? Zijn de kersen al rijp of zijn ze al op? Of waren de raadsels te moeilijk?
Dan heb ik hier ' nog een briefje voor me, daterend 24 Februari. Het is afkomstig van Agatha den Hertog te M. Deze vroeg me of zij ook mocht meedoen, daar haar moeder het goed vond en ze stuurde meteen één der oplossingen in. Doch sedertdien heb ik, voorzover ik mij kan herinneren, niets meer van Aagje gehoord. Hoe zit dat, Aagje? Wat je op je neemt, moet je OOK voortzetten, meisje en daarom verwacht ik alsnog de oplossingen van je. Kun je het alleen niet af, dan heb je wel een grote broer of oudere zuster, die je wel helpen kan. En is dat niet het geval, dan jg vader of moeder of beiden.
Nu ga ik nog even 'n paar brieven beantwoorden welke mij deze week gezonden werden en beide afkomstig zijn van prijswinnaars of juister gezegd, prijswinnaressen, nl. Sneeuw klokje te W. en Alie Haasjes te E, Allereerst dan Sneeuwklokje, die verbaasd was haar prijs te bekomen zonder dat eerst de namen der winnaars in de krant vermeld waren Ja, Sneeuwklokje, ik ben er inderdaad ditmaal erg vroeig hij geweest. Kom ik anders wel eens met de nachtschuitj, d(it kan thans niet van mij gezegd worden. Ik hoop, dat je dit zult weten te waarderen Het deed mij voorts genoegen te vernemen, dat je het boek met inlitemming gelezen hebt, 't Zal nu wel een poosje duren, voordat je weer een prijs krijgt, maar ik heb geen vrees er voor, dat dit je er van zal weerhouden om mee te blijven doen. Thans Alie Haasjes. Wat een lange brief heb jij mij geschreven! Ja, zo'n prijs komt altijd als een grote verrassing, Wnneer je er helemaal niet op rekent, dan komt er een en wanneer je er op zit te wachten dan duurt het soms heel lan; g. Ook jij vroeg waarom de namen der winnaars niet in , , De Banier" vermeld stonden. Nu, neem dan maar eens „De Banier" van deize week, van 26 Juni en dan zal je de namen daarin vinden en ook al wel gelezen hebben. Dat viel net zo uit. Toen ik eenmaal vastgesteld had wie de winnaars waren, heb ik direct de namen maar doorgegeven met verzoek om de prijzen op te sturen, ook al omdat jullie ditmaal nog al lang hadden moeten wachten.
Ten slotte nog mijn hartelijke dank aan Marietje v. d. Kamp te U., die mij een mooie an^ict kaart, zo'n glimmende, van een dorpsgezicht op de Veluwe zond. Wat is het daar mooi om de vacantie door te brengen!
Hierbij zal ik het ditmaal laten neven en nichten, want mijn briefje is nog een hele brief geworden en ik moet de raadsels ook nog opgeven. De volgende maal hoop ik met een ander verhaal te beginen en ook de brieven te beantwoorden, waarvan ik er weder een zeer groot aantal verwacht.
Alleen nog wil ik jullie nog even herinneren aan Corrie Honkoop, waarover ik in het vorige Aummer schreef. Hebben jullie itoch aein mijn verzoek voldaan en haar een mooie kaart gestuurd?
Thans volgen de raadsels.
OPGAVE 24
Voor de jongeren:1. In welke Psalm komt het woord orgel voor? 2. Het geheel bestaat uit 6 (zes) letters en is de naam van een koning Israels. 1, 4, 3, 6 is een soort zang 5, 2, 3 betekent dwaas.
Voor de ouderen:1, Wie weet een naam uit het O.T. waarvan de eerste vier letters de naam vormen van 'n eiland in Oost-Indië? 2 , Door uit elk der volgende woorden een letter te nemen en deze in de goede volgorde te plaatsen kan men de naam verkrijgen van een zeer bekend persoon uit> het boek Exodus; Jethroi, Anaia, Simeon, Abel, Sara. Wie is die persoon?
OOM KOOS
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juli 1947
De Banier | 8 Pagina's