De Beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij
Voor Studie en Leidraad
Al. De Geschiedenis der S. G. P.
De uitslag der verkiezingen in 1933 OU het uitwijzen, dat de aféevaarligden der S.G, P, met hun drieën iet te vergeefs vier jaren in de Veede Kamer zitting ^ehad hadlen, Hoe zeer zij ook gesmaad en erdacht gemaakt waren, toch hadlen zij daar niet zonder enig resulaat het pleidooi voor de aloude jeginselen der Reformatie gevoerd, ^at zij zo vrijmoedig, trots zij alleen tonden en algemene tegenstand ia e Tweede Kamer ontmoet hadden oor de rechten en eisen van Gods ^oord en Wet waren opgekomen ^as bij een deel van ons volk niet nopgemerkt gebleven. Het zou uit e uitslag der verkiezingen duidelijk lijken, dat er nog duizenden in den mde waren, die dit op prijs stelen. Er kwamen toch tot niet geinge ontsteltenis en ergernis van e tegenstanders der S.G, P, een groot aantal .stemmen uit de bus, welke op de candidaten-lijst van de S, G, P, waren uitgebracht. Het waren er zelfs meer dan 93, 000, Een geweldig aantal als men bedenkt, hoe klein de S.G.P, indertijd in Middelburg was begonnen en dat Ds, Kersten bij zijn eerste verkiezing in 1922 lop geen stukken na de kiesdeler — hetgeen toen nog niet nodig was om een Kamerzetel te verwerven — had kunnen behalen. Niet alleen Ds, Kersten en Ds, Zandt waren glansrijk verkozen, maar ook de zetel van de heer van Dis bleef met een belangrijk overschot van stemmen voor de S.G, P. behouden. Dat was wel zeer merkwaardig. De R.K. minister Ruys de Beerenbrbuck had er 't toch met zijn voorstel tot wijziging van de Kieswet kennelijk op aangelegd om de herverkiezing van de heer.Ir. van Dis onmogelijk te maken. Alle de grote partijen hadden hem daarbij de behulpzame hand geboden. Aan het kordate optreden van de president der Eerste Kamer, de heer mr, de Vos van Steenwijk die het wetsvoorstel zeer tegen de borst stuitte en het daarom niet voor de Kamerverkiezingen van 1933 in de Eerste Kamer in behandeling had willen nemen, was het naar de mens gesproken te danken, dat die aanslag op de derde zetel van de S, G, P, mislukt was Dat w^as stellig al iets bijzonders. Doch er was meer, waarom de uilslag een bijzondere bespreking verdient. Er waren tal van R.K, slemmen op de lijst van de S.G.P. uitgebracht. Met enige verwondering vraagt mischien een lezer, hoe zulks mogelijk was. De' Rooms-Katholieken moeten toch niets van 'n S, G.P, 'er hebben, Zi^ staan veeleer als vuur en water tegenover hem. Het geval heeft zich als volgt toegedragen. Destijds hadden de grote par tijen nog niet zulke onwettige voorrechten als zij thans bezitten. In den loop der jaren toch hebben zij zich door middel van hun groot aantal afgevaardigden met behulp van wetswijziging het ene privelegie na het andere toegeëigend. Zij hebben er voor gezorgd, dat hun niet alleen stemmen zouden toegekend worden, die niet op hun lijsten waren uitgebracht, maar ook, dat hun bij de nummering der lijsten bij de verkiezing der Tweede Kamer zekere voorrechten gewerden. Door de wettelijk vastgestelde bepalingen, welke na 1933 ook in de Eerste Ka raer gesanctionneerd werden, komt sinds het najaar van 1933 geen enkele lijst, die niet de volle kiesdeler gehaald heeft, meer in aanmerking bij de toekenning van de Kamerzetels, Heeft zulk een lijst ook de 99 procent gehaald, nochtans wordt haar bij de verdeling der zetels geen zetel toegewezen. De stemmen zijn voor de lijst verloren. Dit is opzichzelf al heel erg en bovendien onbillijk waar toch de Kieswet de evenredige vertegenwoordiging ten grondslag heeft. Het is onbetwistbaar een inbreuk op de evenredige vertegenwoordiging, zelfs geen kleine verkrachting daarvan. En wat bovendien niet minder ergerlijk is, de stemmen, w^elke op zulk een lijst uitgebracht zijn, komen de grote partijen ten goede. Zij komen daar door aan een groter aantal zetels dan waarop zij naar het beginsel der evenredige vertegenwoordiging recht hebben. Dit is-immoreel, te meer nog waar de stemmen op zulk een lijst uitgebracht, juist als protest tegen de grote partijen waren uitgebracht. Dit is één privelegie, hetwelk de grote partijen zich bij de wet hebben toegeëigend. Een voorbeeld wordt ons hier gebo
den hoe iets "wettig kan zijn en toch in grond en wezen onrechtmatig en onrechtvaardig is, ja, zelfs et de grondwet in strijd kan zijn. e grondwet eist toch, dat er een uivere evenredige vertegenwoordiging bij de afvaardiging van da eden der Tweede Kamer zal zijn. en ander privelegie, hetwelk de grote partijen door middel vau wetswijziging zich toegeëigend hebben, is dat zij de loting van de lijsten, welke bij de Tweede Kamerverkiezing vroeger plaats had, hebben afgeschaft en dat zij deze door nummering van de lijsten, overeenkomstig de grootte der partijen hebben vervangen. De' grootste partij heeft daardoor recht gekregen op de eerste plaats op de bij de verkiezing van de Tweede Kamer ingediende lijsten. Nauwkeurig gezegd draagt het zich thans zo toe, dat de Partijdie in de Tweede Kamer over het grootste aantal zetels beschikt, bij de verkiezing het recht heeft met haar candidaten-lijst als nummer één op de candidaten-lijst voor de Kamerverkiezing geplaatst te worden. Zo was het dan ook mogelijk, dat bij de laatste verkiezing voor de Tweede Kamer in 1946 de R, K, de eerste plaats op de candidaten-lijst innamen. Vroeger was dit niet het geval. Toen werd om de nummers geloot.
Zo was het ook nog in 1933, Het geviel toen, dat de lijst van de R.K. op de candidaten-lijst direct aan de lijst van de S.G.P. voorafging. Bij vergissing hebben toen allerwege door heel het land tal van R.K, hun stem op de candidaten-lijst der S, G.P, uitgebracht. In de kiesdistricten Tilburg, den Biosch en Maastricht was zulks al heel duidelijk te zien, In het Tilburgse kiesdistrict bijvoorbeeld waren er stellig een paar duizend stemmen bij vergissing op de lijst der S, G, P, uitgebracht. In de provincie Limburg liep het aantal stemmen, hetwelk op de lijst van de S, G.P, was uitgebna'cht dicht naar de duizend, hetwelk een ongewoon groot aantal stemmen voor de S, G, P, - lijst in die provincie is. Zo kan men zien, dat alles soms kennelijk ten goede moet meelopen. Doch ook afgezien van het aantal R, K, stemmen, dat bij vergissing was uitgebracht, was de uitslag der verkiezingen in 1933 voor de S, G, P, verheugend. Haar stemmenaantal was weder aanmerkelijk gerezen. Dit legde er het getuigenis van af, dat de leer van Dordt, zoals met een nauw verholen verachting, het standpunt, dat de S.G.P, innam, genoemd werd, toch nog niet geheel onder ons volk was weggestorven. Het toonde bij alle verval dier dagen, dat er toch een deel onder ons volk was, dat aan de leer der vaderen zich verknocht gevoelde. De oproep, welke in de verkiezingsdagen van de S.G.P, was uitgegaan; , , Terug tot Gods Woord en Wet", had toch gelukkig nog , een niet te ontkennen weerklank bij een deel van ons volk gevonden. Dat deel was wel klein ver geleken bij de overgrote massa van ons volk, dat daarnaar niet had willen horen en voor zich heilloze wegen had verkoren. Heilloos is toch elk staatsbestuur, dat Gods inzettingen negeert en met verwaarlozing of verwerping daarvan in andere wegen verkiest te gaan. Dat heeft de historie altijd geleerd. Dat zou de komende zittingsperiode van 1933 37 ook weder leren. Die zittingsperiode zou voor de afgevaardigden van de S.G.P. weder zeer veel van hun krachten vorderen. Een zwaxe en harde strijd zou hen ook in die periode, evenals in de vorige wachten. Nochtans was het een groot voorrecht, dat zij in zich zelf nietige en onbekwame schepselen, verwaardigd mochten worden om voor de rechten en de eisen van 's Heeren getuigenis in de Tweede Kamer uit en op te komen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1947
De Banier | 8 Pagina's