De Indische Aangelegenheid
Het schijnt, "dat de ogen van minister Beel thans enigermate opengaan. Hij heeft tenminste zijn twijfel uitgesproken over de oprechte bedoelingen van Soekarno's regering. Och arme, zo de ogen zijn opengegaan, dan is dat toch wel wat heel laat. Een ieder heeft toch al sedert lange tijd kunnen zien, wat dr, Beel nu eerst schijnt te zien. Men moest wel stekeblind zijn om dat niet te zien. De bewijzen waren er toch te over van, dat Soekarno en de zijnen niet met Nederland op een goede, voet wansten te leven. Bij voortduring waren zij aan het lijntrekken om zo Nederland de ene capitulatie na de andere af te dwingen. Zij betoonden, < in een Nederland vijandige geest werkende, dat zij het er op gezet hadden om geheel van Nederland los te komen. Heel Nederlands-Indië moest daarbij onder hun oppermachtige zeggingschap komen. Zij deinsden er niet voor terug om daarbij de gruwelijkste terreur te bedrijven. Zij hielden de geïnterneerden opzettelijk vast om met hen de ergerlijkste chantage te plegen.
Of dr, Beel de ogen werkelijk zijn opengegaan, valt echter te betwijfelen, Soekarno vertikte het om naar Batavia te komen. Zelfs de overkomst van de Nederlandse ministers kon hem daartoe niet bewegen. Opnieuw heeft dr. Beels regering voor Soekarno gecapituleerd. Zij heeft toch besloten, waar Soekarno niet naar Batavia beliefde te komen, om een Nederlandse delegatie naar zijn residentie Djokja af te vaardigen. Deze delegatie, bestaande uit hoog geplaatste vertegenwoordigers onzer regering, is voornemens op 28 Mei a, s, voor een verblijf van ongeveer vier dagen naar Djokja te vertrekken, ten einde de mogelijkheid tot nader contact te onderzoeken. De mogelijkheid zal, volgens een republikeins bericht, worden onderzocht of het niet doenlijk is om een verbindingskantoor, dat tot taak zal hebben om de Nederlands-Indonesische samenwerking te bevorderen, te vestigen,
Soekarno heeft toegezegd, dat hij de vriendelijkheid wil hebben, om de delegatie in ontvangst te nemen. Zo is dan weder een stuk van Neerlands waardigheid aan Soekarno tén offer gebracht. Men mag vragen of wij daarvoor een aanzienlijke legermacht naar Indië gebracht hebben, om de ene capitulatie na de andere dn ontvangst te nemen. Moesten daarvoor onze militairen eigen huis, have en gezin verlaten? Moesten daarvoor zulke geweldige financiële offers opgeofferd worden? Onze regering draagt in deze toch wel een geweldige verantwoordelijkheid. Het ware zeer te wensen, dat haar ogen eens voor de werkelijke toedracht der zaken opengingen en dat zij eens ophield met de ene concessie na de andere te doen. Te meer, waar de Indonesiërs volgens betrouwbare berichten druk in de weer zijn allerwege hun militaire posities te versterken. Bij hen is gans geen toegeeflijkheid te bespeuren en van het doen van enige belangrijke concessie is hunnerzijds geen sprake. Integendeel! Zij zijn weder druk bezig met onze militairen te beschieten. Hun verraderlijke 'overvallen hebben weder te land als ter zee dagelijljL plaats. Niet alleen toch worden onze militairen te land beschoten, maar ook onze boten op zee worden 'onder vuur genomen.
Dit alles in aanmerking nemende, is het volstrekt geen wonder, dat prof, Posthuma en prof. Verzijl, door onze regering als toekomstige mede-leden van de Commissie-Gen, naar Indiê afgevaardigd, de verantwoordelijkheid voor hun medewerking niet langer hebben willen en kunnen dragen en naar Nederland zijn teruggekeerd. Zij vonden — volgens door hen aan de pers afgelegde verklaringen — zich misleid door toezeggingen, welke de regering voor hun vertrek aan hen gedaan had. Zij zagen zich tijdens hun verblijf in Indië gedwarsboomd door dr, van Mook en de heren Schermerhorn en Van Poll. De woordbreuk, welke de regering jegens de Kamer beging, maakte de maat vol. Zij gingen heen. Sinds dien zijn zij in een deel van onze pers de zondebokken. In de kringen van de voorstanders van het accoord van Linggadjati ziet men, dat er van dat accoord bitter weinig terecht komt, Men zoekt daarin naar de schuldigen. De enigen, die daarvan de schuld dragen, zijn zij zelf en de regering, Van stonde aan toch is de Indische aangelegenheid door hen geheel verkeerd aangepakt. Maar dat willen zij nu juist niet erkennen.
Daarvoor is anders reden te over. Ook de reis van dr, Beel en mr, Jonkman naar Indië is toch op een grote mislukking uitgelopen. Geen enkele overeenkomst met de regering van de republiek is er tijdens hun verblijf in Indië ondertekend, Hun adviseurs dr, Hirschfeld en mr, Albarda hadden even goed thuis kunnen blijven. Nu wordt het voorgesteld als'of hun reis slechts een , , oriëntatie-reis" bedoelde te zijn. Zo doet men telkens de waarheid geweld aan om althans de schijn nog te redden. De ware schuldigen mogen niet aan de kaak gesteld worden. Dat wil men in de kringen van de voorstanders van het accoord van Linggadjati tot elke prijs voorkomen. Daarom spreekt men in die kringen ook thans van een , , oriëntatiereis". Nu van die reis zijn mr, Jonkman en dr, Beel met hun adviseurs thans alreeds op de terugreis. Prof, Schermerhorn en de heer Van Poll keren een dag later evenzeer naar Nederland terug. Het wordt nu in de bladen .voorgesteld, dat het kabinet dr. Beel na de terugkomst van de beide eerstgenoemde ministers verschillende beslissingen zal nemen met betrekking tot de uitwerking van de overeenkomst van Linggadjati, Uit dat oogpunt werd het wenselijk geacht, althans die wending g32ft men er nu aan, dat de leden van de Commissie-Generaal zo goed mogelijk en dus mondeling zullen geïnstrueerd worden. Zodra dit plaats gevonden heeft, zullen de heren Schermerhorn en Van Poll naar Indië terugkeren.
Tijdens het verblijf der ministers waren in Indië ook de heren Campbell en Blokzijl, de voorzitter van de Eenheidsvakbeweging, een communist, aanwezig. Deze hebben niet lagelaten de boel er flink op te ruim. Is het niet an-droevig en loopt het iet alle spuigaten uit, dat onze resering zo iets maar toegelaten heeft. iij had dit kunnen en moeten voortomen. Dat was stellig haar dure licht geweest.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 1947
De Banier | 8 Pagina's