Voor de JEUGD
Beste neven en nichten.
Zooals jullie hieronder zult zien, kunnen de oplossingen van de opgaven 9, 10, 11, 12 en 13 ingezonden worden. Ik moet jullie nu echter eerst wat gaan vertellen. Zooals ik reeds eerder geschreven heb , is het mij bekend , dat er nog velen onder jullie zijn, wier naam nog niet in de krant bij de goede oplossers vermeld werd. Dat was bij de eerste vier opgaven het geval, dat zal bij het tweede viertal ook wel weer zoo zijn. Dit korat omdat ik zooveel neven en nichten heb, zoodat er geen gelegenheid is om ze allen een beurt te geven. Daarom kom ik met het volgende voorstel: Ieder, wiens naam nog nooit vermeld werd plaatse op de enveloppe in den linkerbovenhoek, liefst met roode inkt of rood potlood een groote N. Wanneer ik nu de pakketten met brieven krijg, zoek ik eerst de brieven er uit, welke met een N gemerkt zijn. Die worden dan het eerst behandeld en dan zal niet één neef of nicht meer boos kunnen zijn op Oom Koos, omdat hij hen zoo lang tevergeefs deed v/achten. Hebben jullie het nu allen goed begrepen? Alleen zij, w^ier namen nog nooit vermeld werden, moeten dit op de enveloppe kenbaar maken met een N. Denk er voorts allen om, dat op de enveloppe een postzegel van 10 cent moet worden geplakt. Ik ga nu over tot:
OPGAVE XIII
Voor de jongeren:
1. Waar wordt in de boeken van Mozes gesproken van gedroogde druiven?
2. Het geheel bestaat uit 6 (zes) letters en is de naam van iemand uit het eerste boek Samuel.
3, 5, 1 is een nuttig voorwerp. 6, 2, 3 is een viervoetig dier.
1, 2, 4, 6 is een koning uit O.T.
Voor de ouderen:
1. Het geheel bestaat uit 5 (vijf) letters en is de naam van een koning uit het O.T. De letters komen voor in woorden, die als volgt omschreven kunnen worden: een zeer gewenscht man; een onwillige profeet; een koningin schoon van aangezicht; een zoon van Obed; een zoon van Rachel.
De woorden zoodanig onder elkaar plaatsen, dat de gevraagde naam gemakkelijk te lezen is.
De oplossingen insturen aan Oom Koos, Postbus 2019, Utrecht. In eiken brief boven, bij het begin vermelden voornamen, naam, volledig adres, geboortedatum en geboortejaar, alsook leeftijd. Lees voorts goed wat ik hierboven geschreven heb over die N. Prijswimiaars. Van de vorige opgaven (5, 6, 7 en 8) komen thans de volgende neven en nichten voor een prijs in aanmerking: 1. Beppie Verhage te M. 2. Corrie Roeleveld te Sch. 3. Willem Meulmeester te A. (Z.). 4. Dina Koster te W. (Z.). 5. Pieter v. d. Galiën te M. (Fr.).
Ziezoo, jongens en meisjes, nu maar ijverig aan het werk met het opsturen van de opgaven 9, 10, 11, 12 en 13, opdat ik weer nieu^ve prijswinnaars zal kunnen melden. Bedenk echter, dat het niet alleen om den prijs moet gaan. En wie nu geen prijs heeft gehad, moet niet denken, dat zijn oplossingen niet goed waren. Dat is heelemaal het ge val niet. Jullie zult echter wel begrijpen, dat er een keuze gedaan moet worden uit de vele goede oplossingen. Houdt dus maar moed en laat er een wagen van Van Gend en Loosnoodig zijn om de pakken brieven bij Oom Koos te bezorgen.
Thans ga ik over tot het vermelden van namen van hen, die goede of bijna goede oplossingen zonden: Lies van Heil te A. (zou ik 1 Mei ook op de bruiloft komen? ); Nel Holleman te R. (duidelijk met die blokletters!); Gobi de Rooy te D.; Bep Bogaard te B. (wat een leuke naam Sjennie en wat al lammetjes!); Antje Kersten te S. (als ik weer eens bij erge kou 10 gr. anthraciet krijg zal ik aan je vader denken; dank voor het kiekje); Bab Kievit te O.T. (één tekst voor Archangel was voldoende, groeten thuis); Renger en Geertje Luigjes te N. (ja, die verhalen van Gijs, Jan en Jack vinden ze allemaal mooi, woon je aan den straatweg? ); Beppie en Reier van 't Foort te B. (doen jullie maar goed je best en dan zal het steeds beter gaan); Johanna den Ouden te N. L.; Cornells Vermerris te H. (ik ben eens bij jullie aan de deur geweest in M., maar jullie waart vertrokken); Lijni Corvers te D. (welkom Lijni en noem mij voortaan alleen oom Koos); Nel en Wim den Hartog te N.; Lena en Tiena Littel te O. (leven de andere 12 biggetjes nog? Als ik ze had ging er eiken dag een in de pan!); Dirkje Griep te I. (wat een mooie cijfers heb je gehaald, ga zoo maar voort); Hendrikus Huisman te G.; Arie v. Dorp te Z.; Bertha Looye te M.; Andries Schot te Th. (je mag meedoen, Driesje); Arie Lalleman te ? (plaats niet in brief vermeld; zeg Arie, wat bedoel je daarmede, als je schrijft: , , Omme geluk nog eens te beproeven"? en wat ga je met dien aap uit Indië doen? Schrijf me dat eens); Annie van Waay te B.; Nicolaas Legemaat te N.; Dirkje v. Zetten te E.; Klaziena de Ruiter te D.; Rika Ploeg te E.: Piet v. Kempen te ? (voortaan volledig adres in brief schrijven); Manetje en Jannie Flikweert te N.; Arie en Cornehs Boer te H. (nemen jullie maar wat het makkelijkst is); Jan Gelderblom te S. (heb jc geen inkt thuis? ); Geertje v. d. Bogert te H. (is je moeder al weer wat beter? ); Teun en Rika Cammcraat te M. (wat een goede verjaardag heeft die Teun gehad); Coba Kirpestein te W. (Bar-Jezus was niet goed, je bent welkom, ze mogen je wel wat helpen); Jan den Hertog te Z.; Jan Jacob Brasser te P.; Marinus Wisse te R.; Cor v. Rooijen • te N.; Marie Quartel te H. (ja, ik ken ook wel wat Engelsch; 't is me anders een taaltje om het uit te spreken!); Suus Minderhout te V.
Dit de duisternis tot het licht
II
Zooals gezegd mocht Teun menigmaal in zijn gebed den toestand van den tuinbaas voor den Heere neerleggen, waarbij hij vroeg of het Hem behagen mocht zijn baas een nieuw hart te geven. Ook waagde hij het wel eens om met hem een gesprek aan te knoopen, waarbij hij dan steeds aanstuurde op datgene wat voor ons allen van het grootste gewicht is, n.l. hoe het met ons staat voor de eeuwigheid. Want jullie weet toch allemaal wel, dat als we sterven zooals we van nature zijn, dat het dan voor eeuwig mis is. Kijk, die waarheid trachtte Teun nu ook zijn baas zoo ongemerkt weg, bij te brengen. Ja, soms waagde hij het van hel en hemel, ' van gelukzaligheid en rampzaligheid te spreken en te zeggen, wat een werelddienaar, maar ook v/at een kind van God te wachten heeft. Natuurlijk wist Teun zeer goed, dat al hetgeen hij zeide, zonder meer vruchteJoos zou zijn. Maar hij wist ook, dat de Heere één woord kon gebruiken om daarmede het hart van den tuinbaas te treffen.
Het was wel opmerkelijk, dat de tuinbaas niet opvliegend boos werd wanneer Teun hem over deze dingen sprak. Wel kwam het voor, dat hij soms ongeduldig het gesprek afbrak met te zeggen: Teun, ik moet weg, ik heb nu geen tijd, maar het gebeurde ook wel eens, dat Teun bespeuren kon, dat de tuinbaas met aandacht naar hem luisterde. Dit maakte Teun dan weer een stuk vrijmoediger. Zoo zelfs, dat hij het een keer waagde om, onder verzuchting tot den Heere, hem uit te noodigen eens met hem mede te gaan naar de kerk. Daarvan had zijn baas echter niet terug. O neen, dat wierp hij verre van zich.
OOM KOOS.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1947
De Banier | 8 Pagina's