De Fontein des Heils
2
Te dien dage zal er eene Fontein geopend zijn voor het huis Davids en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinigheid. Zacharia 13:1
Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonde. Het 'bloed Christi heeft wonderbare kracht. Dat werd gepredikt door Zacharias' Woord: een geopende' Fontein .le'gen de zonde en tegen de onreinigheid.
Het verzoenende lijden en sterven van Slons Borg op Golgotha, Zijne zelfofferande brachten der kerke Gods deze zalige vruchten: rechtvaardigmaking door Christi bloed, heiligmaking door Christi Geest.
Zaligheid, volkomen verlossing worden gewaarborgd door Hem, Die is de geopende Fontein der levende wateren tegen de zonde en tegen de onreinigheid! Doch, wie mogen deelen in de genadegiften van de Fontein des Heils?
Het antwoord geeft ons de Schriftuur n.i. voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem. De Kantteekenaren schrijven hierbij: oor de geloovige kinderen Gods. In verband met het vorige kapittel zeggen we: et Heil des fleeren is voor dat volk, waaraan wordt vervuld de belofte van Kap. 12 : 10.
Daar lezen we: Over het Huis Davids en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen over Hem rouwklagen als met de rouwklage over een eenigen zoon en zij zullen over Hem bitterlijk kennen, gelijk men kermt over een eerstgeborene.
Te dien dage, wanneer het alzóó gaan zou, zou voor het huis van David en de inwoners van Jeruzalem geopend zijn de Fontein des Heils.
De belofte der uitstorting van den Geest der genade en der gebeden en van het rouwklagen en kermen is waargemaakt op den Pinksterdag, waarop de Heilige Geest werd uitgestort. In Handelingen 2 : 37 staat geschreven: n als zij dat hoorden, n.l. de aanzegging: ezen Jezus, Dien gij gekruist hebt, toen werden zij verslagen in het hart. Gods Geest ontdekte hun, dat zij hadden doorstoken den Heere Jezus door hunne zonden; ze werden daarover met rouwe aangedaan en bitterlijk kermend over hunne schuld, zeiden ze tot Petrus en de andere Apostelen; Wat zulen we doen, mannen broeders? Te dien dage werd de Fontein ge
opend voor het huis Davids en de inwoners van Jeruzalem door de verkondiging des Evangelies; en hunner was de zalige bevinding, dat Christus als de Fontein van bloed en Geest oorzake was der eeuwige zaligheid, op de door den Heiligen Geest gewrochte geloovige aanneming van het Kruis-Evangelie, waartoe zij werden genoodigd door Petrus' Woord: Bekeert u en een iegelijk van u worde gedoopt n den Naam van Jezus Christus tot ergeving der zonden en Gij zult e gave des Heiligen Geestes ontangen,
ZacJiaria 12 : 10 is vervuld geworden op den Pinksterdag; maar die belofte is gesproken voor den ganschen dag des Nieuwen Testaments; zij heeft hare vervulling gevonden en zal hare vervulling vinden in de toebrenging van elke gekende des Heeren, in het zaligen van allen, die Gode zijn gekocht door het Bloed des Lams.
Om nu te mogen deelen in de genadegiften Gods, besloten in de Fontein Christus, moet ook aan ons personeel worden gegund bevindelijke kennis aan den Geest der genade en der gebeden en aan het rouwklagen en kermen!
Noodzakelijk is kennisse aan den Geest der genade, d.i. kennisse aan ontdekkende genade des Geestes ter overtuiging van zonde, gerechtigheid en oordeel; onmisbaar is de bekendaking, dat wij doorstoken hebben den Borg door onze zonde en onreinigheid, zoodat er komt een rouwklagen en bitterlijk kermen.
Ons dood-en doemvonnis wordt daarbij onderteekend, doch óók opgezonden een request om , , genade en geen recht"; want de Heilige Geest der gebeden doet „den Rechter om genade bidden" en de kermende smeeking klimt uit de diepten omhoog:
Ai, wasch mij wel van ongerechtigheid: Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden; Zie mijn berouw, hoor! hoe een boeteling pleit. En reinig mij van al mijn vuile zonden!
Die bevindelijke kennisse is onmisbaar om te worden verwaardigd tot kunnen en mogen deelen in de zalige weldaden der Heilsfontein.
De troost van het Evangelie des kruises is slechts voor ontdekte zondaren, levendig aangedaan over hunne zonden en onreinigheid; voor hen alleen, die verstand van kermen krijgen, bitterlijk kermen, dat zij Jezus met doornen hebben gekroond. Hem hebben doornageld en doorstoken aan het kruis.
De troost van Christi Bloed en Geest is slechts voor zulk een, die heeft leeren kennen de noodzakelijkheid, gepastheid, algenbegzaamheid en dierbaarheid des Zoenborgs, om door Zijn bloed te worden gereinigd en door Zijn Geest te worden geheili^.
De Fontein is geopend voor allen, diekrijgen te kennen de legering in de diee vallei der verootmoediging voor n onder God. Wateren zoeken och de laagste plaats en vloeien aarheen!
Desgelijks de levende wateren der Heilsfontein zoeken de laagste plaatsen; ze vloeien toe aan ootmoedige zielen: God geeft den nedengen genade. Hij verhoogt en hoedt het need ii_ gemoed waarin Zijn Geest wil wonen. volk! Mocht de Heere U geven erlichte oogen des verstands door en Geest der wijsheid en der openbaring in Zijne kennis om te zien de dierbaarheid van uw lijdenden, stervenden, op Golgotha doorstoken Borg Sions.
Mocht de overdenking van Hem u zoet zijn; u opleiden tot een in den Heere u verblijden, zóó, dat uw ziel met de gansche Bruidskerk bezingt den lof van den Bloedbruidegom: Mijn Liefste is blank en rood, zulk een is mijn Liefste, ja zulk een is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem!
Treurigen Sions! Mocht de Heere u geven overvloedige vertroosting uit de overpeinzing van het verzoenende lijden en sterven des Heeren Jezus, door aan uwe zielen krachtdadig toe te passen de wonderbare kracht van het bloed des Lams; opdat hier met vroolijk zingende lippen en een in den God uws heils verheugd harte, worde aangestemd het lied der aanbidding ter eere van het Lam, dat is geslacht en u Gode kocht met Zijn dierbaar bloed.
Er is eene Fontein geopend tegen de zonde en tegen de onreinigheid, n.l. voor u allen, die kent de plage van uw hart, kennis hebt gekregen aan het rouwklagen en bitterlijk kermen in ware boetvaardigheid.
Och, draagt u gedurig op aan den troon der genade, nedergebogen aan de voeten des Heeren met het Gode welgevallige offer; êen hart, door schuldbesef getroffen en verslagen. De belofte ligt er: Ik zal Mijne hand tot de kleinen wenden. Bekommerde Kerke: zij het bij u:
'k Leg mij aan 't Bethesda neer; 'k Smeek om vrij' genade. Heer'! Ontfermende Jezus zoet! Laet Uw zalig liefde-bloed Mijn gewonde ziel genezen. Kom, volzaal'ge Jezus dan. Want ik zóó niet leven kan: 'k Moet U hebben, of ik sterve. (Groenewegen)
Ik moet U hebben, Heere Jezus of ik sterve. Hebt gij daaraan kenisse? Weet gij van rouwklagen en bitterlijk kermen? Of zijt gij vreemdeling daarvan? Wat zijt ge dan ongelukkig!
Onbekeerd, onwedergeboren, een schandvlek voor God. Vreeselijke toekomst zóó u wacht: kermen in den wijnpersbak van Gods toorn, eeuwig smartenlijden en dorsten in de helsche vlam!
Wettische werken, eigengerechtigheid, werk-en leerheiligheid, bekeering van de ondeugd tot de deugd, bekeering an de herberg tot de kerk, reinigen niet, wasschen nooit rein van de zonde en de onreinigheid.
Al wiescht g^ij u met salpeter en naamt gij u veel zeep, zoo is toch uwe ongerechtigheid voor Mijn aangezicht geteekend, spreekt de Heere Heere. Eèn fundament der zaligheid is er slechts: Christi volbracht werk. Zijn Goddelijk, albetalend bloed van Golgotha.
Och, of God u kwame te ontdekken, opdat gij een walging van uzelven mocht krijgen over uwe ongerechtigheden en over de gruwelen van uw melaatsch leven en van uw vuil hart, een broeinest van goddeloosheid.
Och, of God u leeren mocht als een bitterlijk kermend, om genade bedelend goddelooze, u te dompelen in de levende wateren van Christi bloed en Geest.
Wilt bedenken: nog is er bij den H^eee dies Heiligen Geestes overig en Hij spreekt: Ik zal geven den Heiligen Geest dengenen, die Mij bidden. Gij zegt: ik kan niet bidden, gelijk het behoort; doch mocht ge dan vragen om den Geest der genade en der gebeden; Heere, leer ons bidden!
Voorts ziet toe, wat gij doen zult met den Heere Jezus en Zijn lijdens-evangelie, met Christi bloed en Geest, Indien gij niet gelooft, gij zult in uw zonden sterven!
Te dien dage, zegt de Schrift; dat is: ten dage des Nieuwen Testaments.
Dien dag te beleven, wordt u, die dit leest, nog uit vrije goedheid vergund uit kracht van Gods sparende, verdragende lankmoedigheid. Doch eerlang, wie weet, hoe spoedig, gaat gij naar het graf, dat nooit zegt: het is genoeg, alwaar geen verzinning of wetenschap meer is.
Gij gaat naar uw eeuwig huis. Er is maar één schrede tusschen u en den dood! Nu is het de welaangename tijd, de dag der zaligheid is nu!
Zoo gij Zijn stem dan heden hoort, verhardt u niet en mocht gij in dezen uwen dag nog bekennen wat tot uwen eeuwigen vrede dient. Vrede is er alleen door het bloed des kruises. Dat bloed, het Goddelijk bloed des Lams en de Geest Christi, reinigt van alle zonde een iegelijk, die vliedt tot den troon der genade met de smeekingen van den boeteling:
Ontzondig mij met hysop, en mijn ziel, . Nu gansch melaatsch, zal rein zijn en genezen. Wasch mij geheel, zoo zal ik witter wezen Dan sneeuw, die versch op 't aardrijk nederviel. Herschep mijn hart en reinig Gij, o Heer'! Die vuile bron van al mijn wanbedrijven; Vernieuw in mij een vasten geest, en leer Mij aan Uw dienst oprecht verbonden blijven. St. Maartensdijk (Zld.) Joh. de Bres.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1947
De Banier | 8 Pagina's