CORRESPONDENTIE.
N. te S. vraagt, of het niet heel wat te zeggen heeft, dat van de Christelijk Historische Tweede Kamer fractie 2 van de 8 leden bij de stemming over het amendement van Ds. Zandt en Ir. Van Dis, hetwelke de afschaffing van het gezantschap bij den Paus beoogde, afwezig waren.
Wij antwoorden daarop, dat zulks boekdeelen spreekt. Het toont maar al te duidelijk aan, dat er in het kamp der C.H. ook al zijn, die Rome niet weinig naar de oogen te zien. Dezelfde vraagt ons of uit de afwezigheid niet gebleken is, dat sommige C.H. het volstrekt niet ernstig nemen met hun program hetwelk toch de handhaving van het Protestantsche karakter onzer natie als een der voornaamste eischen van dat program voorstaat. Ons antwoord daarop luidt, dat zulks wel heel duidelijk gebleken is. Anders zouden stellig niet 2 C.H.-Kamerleden, die geen van beiden ziek waren en notabene een vierde deel van heel de fractie uitmaakten, gezorgd hebben vooral bij die stemming aanwezig geweest te zijn.
Ook vraagt dezelfde ons of wij de handhaving van het Protestantsch karakter bij de C.H. wel veilig achten. Wij kunnen op die vraag niet dan met een onwaardig neen antwoorden. Hoe zouden wij anders kunnen? De gedragingen der C.H. geven er toch gedurig blijk van, dat men aan het verkeerde adres is, als men van de C.H. de handhaving van het Protestantsche karakter onzer natie verwacht. De kiezers doen goed daarmede in het vervolg bij de stemmingen terdege rekening te houden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1947
De Banier | 8 Pagina's