Men blijft maar aldoor lasteren
|i|e Het eene lasterpraatje is nog nielW weggestorven of het andere doet aW^ weder de ronde. En telkens wede: o geldt die laster de S.G.P, en hare ai' gevaardigden. Wat weet men daar ^W^ niet wat laster van te vertellen! VsS^ Ier mond staat van die lasteringen i» het geheel niet stil. Op zichzelf is dilj geen slecht teeken, want het zijn < beste vruchten, waarin de vogels pi ken en welke zij zich ten prooi uit-^ zoeken. Wo
Die lasteringen bewijzen tevens mefta welk een gloeienden haat nog immeS' zeer velen in den lande tegenover deS^ S.G.P. en hare beginselen bevangeng^ zijn. Zij kunnen het maar niet zettene dat de S.G.P. na den oorlog wed3i|fo ! errezen is. Zij hadden gehoopt, )a ri elfs vurig gehoopt, dat de S.G.P. met ge g^ einde van den oorlog voor goed s an het tooneel verdwenen zou zijn, i ij hadden het ook voorspeld. En i (et, van al die voorstellingen is toe ^al niets uitgekomen. De S.G.P, , e reike al zoovele malen ten doode is i pgeschreven en zelfs voer dood ver-n laard is, trad na de bevrijding we d er springlevend voor den dag. En t it niet alleen. Zij ontwikkelde reeds t an stonde af aan een buitengewone i racht. Van verschillende kaneen was e oorspeld, dat zij slechts met één af-e evaardigde in de Tweede Kamer ei ïrüg zou keeren en tot groote verds azing van menigeen kwam zij met ij ^ee afgevaardigden uit den stem o usstrijd tevoorschijn. Dat deed de i rgernis en wrevel bij zeer velen e og toenemen. Evenzeer als zeer ven^n het met bitteren wrok in het hart o eesten waarnemen, dat de verkieingen voor de Provinciale Staten en e Gemeenteraden over het algemeen enomen, een niet onbelangrijk suc-e es voor de S.G.P. opleverden.
il ' t i l t li n r. )aar komt nog bij, dat niet weinigen iet gramschap vervuld moeten gaeslaan, dat in hunne woonplaats, raar vóór den oorlog geen afdeeling an de S.G.P, bestond, er in den aatsten tijd eene opgericht is gerorden. Zij moeten constateeren, het een hen ook al met niet geringen ijd vervult, dat de S.G.P. in onder-; heidene provincies en plaatsen in i jstadigen bloei toeneemt.
„ i^at daartegen te doen? i j ll l e beginselen der S.G.P. bestrijden 1 < ^e, ondeugdelijkheid daarvan aanlonen? Maar dat is voorwaar geen makkelijk, werk! Die beginselen eit men wel belachelijk zoeken te aken en ze vaak in bespottelijk glicht den volke voorgedragen en i daarbij niet zuinig met hoon en rfiachtmaking overladen. Maar het - '^^ijkt hoe langer hoe meer, , dat zij bij e^^'''^ ^^ ^^^^ ^°° belachelijk en beotteiijk zijn als men ze in een zer deel der pers heeft voorgesteld dat men ze met hoon, smaad en rdachtmaking niet - zooals men ge-l obeerd heeft - uit de wereld kan ; : nnen. Zij bleken belaching, beotling, hoon, smaad, verdachtman'ng, ja zelfs een verdraaide voor-; elling te kunnen verduren. Geen onde'r! De beginselen der S, G.P. Ijn gansch en al op het eeuwig blijt ., ': P^'i Woord van God gegrondvest. *^^ ^^^^ "'®^ ^^^ werk eens menschen, - jj^t^ygjlj jjjg^ jgj^ ^jj^ vergaat. Zij zijn - ||g .y^jj jg Qyjg Christelijke Kerk en ï n de kerken der Reformatie. Zij : bben eeuwenlang stand kunnen uden, beproefd als zij zijn in de dan van vervolging door het zwaard n den beul en het vuur der brandjapels. Zij zijn niet uitgevonden door nig geniaal geleerde, wiens wijsid in het licht der eeuwen bevon-|n is dwaasheid te zijn. Zij zijn niet uViJedacht door dezen of genen religkrs getinten of ongodsdienstigen .Wi^J'^gssr, , wiens inzichten door een •'"^ideren, hem opvolgenden wijsgeer, ondig weerlegd zijn. Neen, neen, de || ginselen der S, G.P. zün - "''" éoddeken oorsprong en daarom onver-| nkelijk, zijn door Gods Heiligen j est Zelf te boek gesteld en daarom S at zich er ook tegen moge verhefe| - onvernietigbaar. Zij zijn niet de an van een bepaalden eeuw of tijd ^ ar een goddelijke waarheid, welke ^or alle tijden en eeuwen geldt en ^^'^^ kunnen en mogen die beginfllen ook eischen, dat een ieder S^n-sch hen onvoorwaardelijk aan-O^rdt, gelooft en gehoorzaamt,
i^n een principiëele bestrijding of 'n ^ondige weerlegging van de begin-selen der S, G.P. bespeurt men dan ook niets. Zelfs niet in de A.R. pers. Men heeft deze daarin wel aangekondigd, maar het is daarmede niets dan op eigen schade en schande uitgeloopen. Men heeft de wapens der bestrijding zoo scherp mogelijk zoeken te slijpen, maar zij zijn bot en stomp bevonden als zij tegen de aloude beginselen der S.G.P. gebezigd werden. Men heeft wel gepoogd om er op los te slaan en te stooten, maar de wapens zijn als op 'n rots in stukken gebroken. Ook is niet zelden gepoogfd om de voormannen der S.G.P. zoo belachelijk en bespottelijk mogelijk voor te stellen, maar 't is door des Heeren nederbuigende goedheid gebleken, dat zij in der werkelijkheid gansch andere personen waren, dan als men hen in de pers wel heeft voorgesteld.
Zoowel het eene als het andere begint zoo langzamerhand in breede kringen van ons volk door te drinfien. De S.G.P. wint terrein, zij krijgt zelfs waardeering uit kringen, waarin men eertijds zeide: Wat kan die kleine S.G.P. nu uitrichten? Ja, zelfs zijn besliste tegenstanders van weleer in warme vrienden der S.G.P. veranderd geworden.
Wat te doen tegen dien toenemenden groei der S.G.P.? Wel, bij gebrek aan deugdelijke bestrijding en bij gemis aan grondige weerlegging van de beginselen der S.G.P. kan men waarnemen, °dat weder het oude middel der lasteringen te baat genomen wordt. Men lastert er weder dan'g op los, In den eenen hoek van het land komt men met dezen laster en in genen hoek van het land weder met een anderen laster voor den dag. De lasteringen zijn weder niet van de lucht. Met de meest ongekende lasterpraat komt men aandragen.
Laster is een zeer minwaardig, zelfs door Gods Woord nadrukkelijk verboden, wapen. Nietem'n bedient de vorst der duisternis en zijne knechten zich er gaarne en gedurig van. Zij weten maar al te goed, dat er van laster altijd wel iets blijft hangen. Velen toch oordeelen dat, al zal van de lastering wel niet alles waar zijn, er toch allicht iets van waar is. Dezen ontgaat het, dat de satan en zijn trawanten voor de grootste lasteringen niet terugschrikken. Zij schijnen er weinig besef van te hebben, dat de machten der duisternis zoo brutaal en leugenachtig zijn, dat zij zelfs vaak onder schijn van waarheid, , meennalen met beroep op den een of anderen Bijbeltekst, de ergerlijkste lasteringen rondstrooien. In den loop der tijden, van den dag van haar bestaan af, heeft de S.G.P. tot op den dag van heden in die lasteringen rijkelijk haar aandeel gehad. Nu weder strooit men in zekere gedeelten van ons land de lasterpraat u't, dat, . . . nota bene de afgevaardigden van de S.G.P. in de Tweede Kamer bij de stemming over bet amendement van Ds, Zandt en Irvan Dis, , welk amendement de afschaffing van het gezantschap bij den pauselijken Stoei beoogde.... niet eens aanwezig waren. Zij zouden - zoo wordt het voorgesteld - hun stem niet voor afschaffing van het gezantschap hebben uitgebracht, Hoe komt men toch aan zulk een ongehoorde lastering? Hoe vindt men haar toch uit? De waarheid is toch gansch anders. Niet alleen hebben Ds. Zandt en Ir. van Dis het amendement ingediend, maar Ds. Zandt heeft het amendement zelfs nog wel in eene rede verdedigd en bij de Kamer aanbevolen. En onder degenen, die hun stem voor het amendement hebben uitgebracht, behoorden - zooals toch vanzelfsprekend is - zoowel Ds. Zandt als Ir. van Dis,
Waarheid is echter, dat de anti-revolutionnaire Kamerleden met verloochening van het groote beginsel der Hervorming, hunne stem tefen het amendement van Ds. Zandt en Ir, van Dis hebben uitgebracht en dat onder die tegenstemmers zich de hervormde loden Ds, Fokkema en Mr. Roosjen bevonden. Waarheid is het evenzeer, dat de Christelijk-Historische Kamerleden vóór het amendement hebben gestejnd, maar eveneens is het waar, dat er van de acht Christelijk-H'storische Kamerleden niet minder dan twee hunner bij de stemming over het gezantschap bij den paus afwezig waren. Zoo is het te verklaren, dat er met de twee stemmen van de afgevaardigden der S.G.P. mede geteld, in het geheel slechts negen Kamerleden waren, die hunne stem voor de afschaffing van het gezantschap bij het vaticaan hebben uitgebracht. Hoe is toch het protestantsche bewustzijn in de Kamer zoek! Hoe noodig is het, dat dit bij een volgende verkiezing door vermeerdering van de Staatkundig-Gereformeerde fractie in de Kamer versterkt wordt. Dat ons Protestantsche volk deze stemming niet moge vergeten!
Nu wij toch eenmaal over lasteringen schrijven, willen wij aan ons artikel nog iets toevoegen. In sommige kringen doet de laster opgeld, als zouden de Staatkundig-Gereformeerde afgevaardigden bij lange na niet altijd in de vergaderingen in de Tweede Kamer aanwezig zijn. Men beweert zelfs, dat zij veel, ja gedurig afwezig zijn.
Niets is m'nder waar dan dat. Volledige waarheid is, dat gedurende deze nieuwe Kamer vergadert. Ds. Zandt door ongesteldheid slechts één enkele zitting niet heeft bijgewoond en dat Ir, van Dis, omdat hij als Partijsecretaris ter vergadering in R'dam aanwezig moest zijn, ook slechts éénmaal niet aanwezig was in 'n vergadering der Kamer, Voorts hebben beide Kamerleden der S, G, P, alle zittingen der Kamer bijgewoond en aan alle daarin gehouden stemmingen deelgenomen. Het was dan ook geheel naar waarheid, toen, naar ons bekend is, 'n lid van 'n andere Kamer fractie de Kamerleden der S.G.P, in de laatste vergadering van 't vorige jaar er zijn compliment over maakte, zeggende, dat dezen zoo trouw op hun post geweest waren. Dat 's inderdaad de waarheid. Ds. Zandt en Ir. van Dis waren in iedere Kamerzitting aanwezig. Laster en niets dan lage laster is het, indien men het anders voorstelt. En er zijn er nog altüd in het land te over, die het anders voorstellen.
Want men blijft maar aldoor lasteren. Men heeft ook al gelasterd, dat nota bene bij de stemming over de afschaffing van het Pauselijke gezantschap in 1925 ds. Kersten en ds. Zandt niet aanwezig geweest zijn. Waarheid is, dat zoowel in 1925 als in 1946 de afgevaardigden der S.G.P, op hun post aanwezig waren en bij beide stemmingen gestemd hebben en het spreekt van zelf bij beide gelegenheden hunne stem voor de afschaffng Van het gezantschap hebben uitgebracht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1947
De Banier | 8 Pagina's