Voor Jong en Oud
INLEIDING.
Verscheidene jaren geleden lazen wij eens in ee^ blad, hetwelk aan de zijde stond dergenen, die door dik en dun met Rome heulden, dat het hier te lande voorkomende Antipapisme in geen geringe mate zijn oorzaak vindt in boekjes als van Gerdes, Van Lummel en dergelijke schrijvers, Zulk soort boekjes behoorde daarom volgens dien schrijver niet meer uitgegeven te worden. De bedoeling hiervan zal den lezer duidelijk zijn. Rome moest namelijk, ten behoeve van de politieke samenwerking met Rome, niet meer zoo in hare ware gedaante geschilderd worden. Veeleer moest Rome's k"& rk worden voorgesteld als een belangrijk deel der Algemeene Christelijke Kerk, De verschilden moest men zooveel als mogelijk is, ja het liefst maar heele-g maal laten rusten en alleen datgene moest naar voren worden gebracht, d wat beiden, n.l. de Kerk der Refor-D matle en die van Rome, gemeen hebben. Weg daarom met al die lec-•tuur, waai/m de sluwe en vadsche practijken, door Rome's priesters weleer tegenover de door hen zoo bitter vervolgden toegepast, in het daglicht gesteld worden.
Of men daar thans in de kringen van dien schrijver in dat bewuste blad nog zoo over denkt, daarop zullen wij maar niet te diep ingaan. Wel kan men af en toe bespeuren, dat bij sommigen, die voorheen mede hielpen om Rome al sterker en sterker in het zadel te zetten, de oogen voor Rome''s waren aard eenigsz ns zijn opengegaan. Zelfs werd onlangs tegenover ons door zoo iemand openlijk erkend, dat de S+aatkundig-Gereformeerden het altijd bij 't rechte eind hebben gehad wanneer zij voor Rome waarschuwden en weigerden mede te werken aan de steeds verder voortschrijdende verroomsching van ons dierbaar Vaderland,
Hoe het daarmede overigens ook gesteld moge zijn, wij wenschen ons door niets en door niemand er van te laten afhouden om voort te gaan met in het licht te stellen, wat de bloedetuigen der Waarheid, ook in ons Vaderland, wéleer van Rome te veruren hebben gehad,
aartoe hebben wij ons voorgeno
aartoe hebben wij ons voorgeno men om in ons blad, bij wijze van feuilleton één of pieer vervolgverhalen te geven, waarin eenerzijds tot Uiting komt de groote genade Gods in het trekken van diepschuldige en verloren zondaren uit de duisternis van Rome's bijgeloof, maar ook anderzijds de ergerlijke practijken, welke van Rome's zijde werden toegepast. En het mocht den Heere behagen om deze verhalen voor jong en oud tot zegen te willen stellen en vooral ook de jeugd te bewaren bij de oude waarheid, waarvoor zoovele 'martelaren blijmoedig den dood zijn ingegaan, daartoe gesterkt en in staat gesteld door den Geest der Waarheid.
I. In den tijd der Hervorming bevond zich in de buurt van het dorp Hengelo een prachtig kasteel, hetwelk 't eigendom was van een oud-adelijke familie. Van Beckum geheeten. Een zoon uit deze familie. Jan van Beckum, was gehuwd met een dochter uit het Oiostfriesche huis van de Werdums en woonde ten tijde van ons verhaal te Utrecht. Het kasteel werd zoodoende - behalve 'door het personeel — door slechts twee personen bewoond, namelijk door de oude moeder van Jan van Beckum w a z d o d g m g r e z m i D b en zijn zuster Maria. K
De oude moeder was met hart ^w ziel de roomsche leer toegedaan, w die leer was zij van kindsbeen opgew voed, daarin leefde zij en daari» wenschte zij ook te sterven. Gf voelde zij zich al eens wat ontrus dan ging zij naar haar biechtvade: wien een der rijkst gemeubileerd vertrekken in het kasteel was afgi staan en dan was alle onrust spoedi verdwenen.
Haar docher Maria had zij natmi lijk in dezelfde leer opgevoed. Go deze meende dus, dat zij met goede werken, die zij deed, Gode h hagen kon. En aan die werken on brak het bij Maria niet. Geduri weer kon men haar de woningen 'di armen zien binnengaan om aan i! zieken en armen verkwikking en oi derstand uit te reiken. Het is da ook te begrijpen, dat Maria in h dorp Hengelo en omgeving goed aai geschreven stond en algemeen bf-M mind was. Zij had er echter helaï; W geen oog voor, dat al haar eigene §m rechtigheden voor den heiligen G(f» een wegwerpelijk kleed waren. DW zij voor dien God niet bestaan kew met al haar deugden én met al haM ijveren. En hoe zou dat ook kunnenS De mensch is immers van natur« blind, blind voor zichzelf, blind vO(#
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^^ Bij wijze van feuilleton geven wij ditmaal een historisch verhaal.
Een ander geschilpunt tusschen Oost en West vormt nog altijd Polen. Daar staan binnenkort verkiezingen gehouden te worden. Volgens de couranten-berichten zullen deze Zondag 19 Januari plaats vinden. Helaas niet daarom protesteeren de Amerikaanche en Engelsche Regeeringen, dat de dag des Heeren door verkiezingen ontheiligd zal worden, maar over een andere zaak, namelijk, daarover dat £e verkiezingen niet vrij zijn. En daarin hebben zij wel gelijk. De veriiez-ngen worden naar Russisch moiel gehouden. De oppositie-parüjen djn in Polen al sedert geruimen tijd /ervolgd geworden. Van een eerlijke ^rerkiezing is dan ook in dat land seen sprake De verk'ezingen worden r gemaakt, zoodat de uitslag van te roren reeds vast staat. Dat de Engeljche en Amerikaansche Regeeringen iaartegen in verzet komen strekt hun [bt eere. Maar hun protesten werken aitter weinig uit. De Poolsche Regeer ng wees het Engelsche in vrij scherpe bewoordingen af. Een gelijk lot onderging het Amerikaansche, letwelk bij de Regeering van Sovjet-Rusland was ingediend. Mololof wees het eveneens in niet bepaald vrienielijke bewoordingen van de hand. Inzonderheid de Boerenpartij heeft van de terreur, welke op allerlei m]ze uitgeoefend wordt, geducht te ijiien. Zoowel van Russische als 'oolsche zijde is nu al verklaard, dat, loe de u'tslag der verkiezingen ook nag zijn, "dat de leider van ^ Boeenpartij M'.colajerijk, die tot dusverre vice-president in Polen was, in Jeen geval op dezen post gehandlaafd zal worden.
In Londen is kort geleden de bespreting van de plaatsvervangende milisters van Buitenlandsche Zaken ter lehandelng van de Duitsche aangeegenheid begonnen. Daar zullen de 'erschillende problemen Diiitsch-'^nd rakende, worden besproken. j)p het oogenblik, waarop vvij dit Ichrijven is er te weinig over deze : *onierenti e bekend, dan dat wij er ^fhans nader over zullen u'.twijden. - W^t Duitschland zelf aangaat, de joestand, welke daar thans heerscht, js wel allerdroevigst. Duizenden bij Muizenden worden zoowel door hon--fer als koude geplaagd. De zedelijke ^erwildering is er ontzettend. We gens vergaanden zedenloozen levenswandel worden in een stad als Keulen vrijwel lederen dag zoo om en bij de 100 jonge meisjes door de politie opgebracht, waarvan de meesten onder de twintig jaar zijn. Het med; sch onderzoek, dat daarbij plaats vindt, wijst uit, dat 90 procent van deze meisjes aan gevaarlijke, meestal venerische ziekten lijdt. En niet alleen in Keulen, maar in zeer vele steden van Duitschland treft men zulke ten hemel schreiende toestanden aan. Overal hangen dan ook bij de ingangen op de groote plaatsen groote spandoeken, waarop de geallieerde soldaten voor de dre'gende gevaren worden gewaarschuwd. Arm Duitschland, dat zich al sedert zoo vele jaren van God en diens geboden afkeerde! De theorieën en practijken der Nazi's hebben dat vreeselijke verval nog niet weinig bevorderd. Volgens die theorieën moest elk jong meisje, het deed er niet toe, of zij getrouwd of ongetrouwd was, moeder worden van liefst zoo véél mogelijk kinderen. Die leer, welke door de maatschappelijke ellende en armoede sterk bevorderd wordt, werkt nog na. Men kan dan ook op het oogenblik groote troepen meisjes, waaronder er zelfs* zijn, die nog Icorte rokken dragen, langs de plaatsen z'en flaneeren, waar zich de geallieerde militairen bevinden. Was dat verschijnsel tijdens de bezetting in ons land al waar te nemen en verwekte het hier te lande terecht groote ergernis en bracht het vele z'ekten met zich mede, in Duitschland gaat het thans daarmede alle perken te buiten en tart het elke beschrijving. De zedelijke verwildering kent daar schier geen grenzen meer. Wat moet er .van zulk een land toch worden? En n'.et alleen heeft dit voor Duitschland de vreeselijkste gevolgen, maar ook voor geheel Europa, ja zelfs voor menigen Amerikaanschen militair.
Besluiten wij deze v/eek ons overzicht met de mededeeling, dat er tusschen Groot-Brlttannië en Frankrijk binnen het kader van de bepalingen van de Organisatie der Vereenigde naties een verdrag tot stand is gekomen. De Fransche premier Blum heeft met zijn reis naar Londen wel een groot succes geboekt.
De communisten, die als overal, ook in Frankrijk de socialisten dwars zitten, verweten Blum, dat hij met zijn gevoerde < politiek een mogelijk verdrag met Groot-Brittann-ë met Frankrijk tegenwerkte. En ziet, Blum wist zoo'n verdrag tot stand te brengen. Daarmee werden tevens die verwijten door üe feiten wel óp een zeer sprekende wijze gelogenstraft. Ook heeft de socialistische premier Blum een groot succes behaald met de door hem gevoerde act'e om tot prijsverlaging te komen, in weerv/il dat d'e actie sterk belemmerd v/erd door een staking in het Parijsche courantenbedrijf. Deze staking is echter thans opgeheven. Geheel anders verloopt het met de staking m het transportbedrijf in Groot-Brittannië. Deze heeft zich sterk uitgebreid. De Engelsche regeering hieeft dan cok, om de bevolking voor gebrek te vrijwaren en om het bederf van leven-middelen 'e voorkomen, er toe moeten overgaan om de h'.ilp van m'litairen in te roepen. Dezen kan men thans in Engeland met geslachte varkens op hun rug zien gaan. In zooverre was de Fransche socialistische regegring gelukkiger dan de Engelsche, dat zij er in geslaagd is om zonder dat de militaire" macht behoefde ingeroepen te worden, de staking in Parijs te doen beëindigen. Ook dat was voor de regeering-Blum geen . gerng succes. Het moet toch voor een socialistische regeering - de socialisten hebben toch zoó vaak tot een staking de werkenden aangespoord - geen kleine zaak zijn om een staking met behulp van de militairen te bemoeilijken en ie breken. Daarmede verjpeelt zij wis en zeker de sympathie van de stakers.
Juist nu wij ons overzicht gaan beeind gen, bereikt ons het beri_cht, dat in Engeland de staking is opgeheven. Daarmede zal de Engelsche arbeidersregeering wel een steen van he't hart zijn gevallen. Al mag men ook op goeden grond aannemen, dat daarmede de zaak voor die regeering nog niet geheel afgedaan is. Het Engelsche Parlement komt spoedig weder bijeen. En dan zal er daarin over de staking nog wel een hartig woordje gesproken warden.
Om met onze beschouwing tot Frank rijk terug te keeren. Trots al de successen, welke de Fransche socialist.sche regeering-Blum in den jongsten tijd behaald heeft - ook dat van de prijsverlaging, al bedroeg zij dan maar vijf procent, wordt thans algemeen als een wezenlijk succes van Blum en zijn mederegeerders erkend - gelooven wij toch niet, dat straks, als de definitieve regeering wordt vastgesteld, het kabinet-Blum aan zal blijven. Een regeering, welke louter uit socialisten bestaat, zooals dat met het Kabinet-Blum het geval is, is op den langen duur in Frankrijk niet denkbaar. De verkiezingen voor enkele regeeringsposten, welke in de verloopen week plaats vonden, wijzen daarop wel zeer duidelijk. Wij zullen daarover in dit overzicht echter niet nader kunnen uitv/ijden, daar het Buitenlandsch overzicht dan te uitgebreid wordt.
Alleen wenschen wij nog mede te deelen, dat bij de verkiezingen van den President van Frankrijk bij de eerste stemming de socialist Vincent Auriol direct met een fl'nke meerderheid voor zeven jaren tot het staatshoofd van Frankrijk verkozen is geworden. Blum diende onmiddellijk na deze verkiezing het ontslag vati zijn kabinet bij het nieuwe staats hoofd in. Blum wilde zich met het oog op zijn leefti'd - hij is 74 jaar oud - n'et meer beschikbaar stelden als kabinets-formateur. De formatie van een nieuw kabinet werd na gehouden bespreking met de leiders van de venschillende partijen door den president aan Paul Ramadier, eveneens een socialist opgedragen. Deze was minister • in het kabinet-De Gaulle en beheerder van Justitie onder Blum, Dus geen vreemdeling in de politiek. Hij schijnt voornemens te zijn een nationaal coalitie-kabinet samen te stellen, bestaande uit communisten, roomsch-katholieken, socialisten, radicalen en gematigd rechtschen. Of hij daar'n zal slagen, dient te worden afgewacht, In een volgend overzicht zullen wij daar wei nader van hooren.
Zoo is er dan sedert wij ons laatste overzicht schreven weder heel wat veranderd op het wereldrond. Wat een voorrecht, dat de Heere niet verandert en een vaste Burcht en Toevlucht voor de Zijnen blijft.
od en blind voor de waarheid. Neen ier was een goddelijk wonder nooig om Maria de oogen te openen, m haar van den mensch, ai was deze riester, te doen afzien. En dat woner mocht haar ook ten deel vallen ^e zullen zien welk middel de Hee-e daartoe gebruikte.
Iet was op zekeren dag, dat Maria veer in het dorp was, dat zij in ee'n 'an de huisjes, die zij gedurig be-; ocht, een vreemdeling aantrof, wiens v^oorden op haar een d'epen indruk tiaakten. Toen namelijk Maria de •ude vrouw, die zij bezocht, verlaande veel tot de heiligen te biden, vooral tot de maagd Maria, opat zij spoedig van hare ziekte geneen mocht worden, schudde de oude rouw met het hoofd en zeide: Och reule, de maagd Maria was een lensch, zooais wij zijn. Ze is nu in ^'^ hemel en kan ons niet hooren; < • mag wel bidden tot den Heere ezus en dat 'geeft mij troost,
'erschrikt zei Maria tot de vrouw: aar vrouw, hoe kunt ge zoo spreen? Onze pastoors leeren ons toch, at we Zioo niet tot den zoeten Jezus ogen bidden, maar alleen door de oorspraak van Zijn heilige moeder? a freule, zei de vrouw. Ik kan u dat u zoo niet uitleggen; ik ben er nu 'ok te zwak va'n hoofd voor, maar deze vriend van mij wil het wel voor mij doen.
De vreemdeling zag met zijn donkere oogen Maria aan en zei: Als het u behaagt, wil ik gaarne met u over deze dingen sproken.
Weet gij die dingen dan beter dan onze pastoor? vroeg Maria.
Neen freule, ik ben ook maar een mensch, evengoed als de priesters en zoowel zij als ik kunnen ons vergissen, maar ik heb het getuigenis van den Heere Zelven dat Hij ons in Zijn Woord heeft gegeven en dat getuigenis vergist z'ch nooit. Mag ik daarover eens met u spreken?
Zeker vriend, ik luister, zei Maria. Hierop begon de vreemdeling te spre ken van die dingen, welke God door Zijn Woord aan zijn volk leert; eerst voorzichtig, daarna met steeds grooter vrijmoedigheid en ten slotte met die vurige welsprekendheid, die de vrucht is van een vastgewortelde overtuiging,
Myaria luisterde met alle aandacht naar den vreemdeling. Zoovee] begreep zii er wel van dat indien deze man gelijk had, de priesters haar bedrogen hadden. Daarom gevoelde zij het groote gewicht van zijn woorden, Zii vroeg daarom;
Man, van waar weet gij deze dingen? iiiii!i!iiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiii: iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniii!i!i; i: iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii Van den Heere Zelven, was het antwoord'. Hij heeft het mij geleerd door Zijnen Heiligen Geest, Die ons alleen in de Waarheid leiden en onderwijzen kan in den weg, die tot de zaligheid voert. En kan ik dat Woord ook verkrijgen? vroeg Maria,
Zeer zeker, freule! Ik heb hier een klein boekje. Dat is het Woord van God, Gaarne wil ik het u geven, met de bede. dat de Heere het aan uw hart heiige en het voor u tot een zaad der wedergeboorte make.
Maria nam het Boekje aan, nam het mee naar huis en las er veel in. En het grootste van alles was, dat de Heere medewrocht. Meer en meer v/erden haar de oogen geopend, niet alleen voor het bederf in Rome's kerk, doch ook voor het zondige van haar hart en leven. Ze leerde ook met hare zonden de toevlucht nemen tot den Heere, Bij verdere leiding werd baar u't Gods 'Woord den weg des heils ontdekt, zooals die in Christus Jezus is geopenbaard. Zoodoende was Maria van Beckum na eenigen tijd van iemand, die hare zaligheid bouwde op haar goede werken en op de voorspraak der heiligen, geworden tot een Maria, die het huis harer hope alleen mocht bouwen lop dien vasten rots, welke is Jezus Christus en op diens gerechtigheid. Dit goede werk, dat de Heere met Maria was begonnen en ook had voortgezet, kon niet verborgen blijven.
Allereerst niet voor haar moeder, die zij innig liefhad. Zij kon niet nalaten om haar, die als het ware met het eene been in het graf stond, te wijzen op den gevaarlijken toestand, waarin zij zich bevond. Jonge menschen toch kunnen sterven, doch oude menschen moeten sterven en dan onvoorbereid! Doch wat Maria ook tot haar moeder zei, hoezeer zij haar wees op het ongenoegzame van de goede werken en van de vermeende voorspraak der heiligen, alsook op de noodzakelijkheid om een borg Voor haar hart te moeten |hebben om God te kunnen ontmoeten, het mocht alles niet baten. Het zaad, door Maria gestrooid, viel op een steenlachtige plaats! Slechts bittere vijandschap was de vrucht, welke Maria met haar spreken en smeeken +e oogsten kreeg.
T5ie vijandschap bleef echter niet tot hare moeder beperkt. Met nog veel erger vijanden zou Maria te maken krijgen, gelijk .wij tn het volgende nader zullen zien,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1947
De Banier | 8 Pagina's