Een ernstige vermaning
Want de mensch gaat naar zijn eeuwig huis en de rouwklagers zuilen in de straat omgaan. Prediker 12; 5b
alomo spreekt over vele tijden in et leven van den mensch, Waaronper ook deze: Er is een tijd om getoren te worden en een tijd om te terven. Maar wat ge er niet vindt, is Pr is een tijd om te leven. Zoo kort is I het leven, dat het niet eens ge-[iioemd wordt. De dagen des menschen zijn als het gras. En nu is het leven geen spel, maar hooge ernst, fiet is de voorbereiding voor de eeu-Ivigheid waarheen wij allen op weg |ijn. Het Woord des Heeren teekent fens twee wegen. Het is de breede ^eg, de weg des doods, die nederwaarts afdaalt naar het eeuwig verderf en de smalle weg, het pad ten leven, dat opwaarts leidt naar boven ten hemel in. Ieder mensch beyindt zich op een van deze beide ^-cgen. van nature op den brecden weg en alleen door vrije genade Gods op den smallen weg.
Pet is den mensch gezet eenmaal te iSterven en daarna het oordeel. De piensch die niet geschapen is om [te sterven, maar om te leven, De dood was er dan in het paradijs ook |iiet, waar God den mensch schiep ||aar Zijn beeld en gelijkenis en adam leefde in de gunst en geineenschap met den levenden God, "em kennende aan den wind des ^akgs,
aar wij zijn in ons bondshoofd dam moed-en vrijwillig van God fgevallen, wij hebben God den rug oegekeerd en niet het aangezicht. Wij hebben het contact met den Leensbron verbroken. Wij hebben teijen God gezondigd. Zijn gebod over-); reden, waarvan God gezegd had; i, Ten dage als gij daarvan eet, zult éij 'en dood sterven". De mensch is van |iature geestelijk dood, gescheiden an Gods gunst en gemeenschap,
oor de zonde is de dood in de ereld gekomen en is tot alle menchen doorgegaan. Wat mensch leeft r, die den dood niet zien zal, die zijn ^ iel zal bevrijden van het geweld ijes grafs? Eens zal de doodsklok fijn sombere, doffe galm, ook over % en mij doen hooren. Niet één zal |ian den dood ontkomen. In dezen itrijd is geen geweer.
P^anneer we zoo zullen sterven, ifEullen gaan naar ons eeuwig huis, |ooals we geboren worden, dan is de Mood een verzinken in den eeuwigen ^ood, dan zal het bang zijn te vallen 'm de handen van een levend God, rï): e een eeuwige, gloed en een verteerend vuur is, bij Welken niemand : %onen kan.
; , |an nature zonder God in de wepeld gekomen, in zonde ontvangen en geboren, wandelend naar het goeauunken van ons eigen hart, God niet kennende en ons zelf met, gaan we een vreemd God tegemoet. Sterven wil zeggen: God ontmoeten. De dood wenkt ieder uur en zult ge dan kunnen sterven, medereiziger naar dood graf en eeuwigheid? Weet dit, dat alle droggronden zullen ontzinken, dat alles wat vorm is, maar geen wezen heeft, u zal begeven. Persoonlijk krijgt ge met God te doen. Mocht het zijn aan deze zijde van het graf.
Het huis op den zandgrond gebouwd, stort in elkander en dan zult ge het vernemen: , , Breng ze hier en sla ze voor Mijn voeten dood, allen, die niet gewild hebben, dat Ik over hen Koning zij".
Zonder Borg en Middelaar, en dat op goede gronden, voor God te verschijnen, wil zeggen, dat uw deel is in de buitenste duisternis, waar weenig zal zijn en knersing der tanden, en dat voor eeuwig.
Alle godsdienst, vroomheid en eigengerechtigheid is een bed, dat te kort en een deksel dat te smal is. Welk een voorrecht, als we leeren sterven, voordat sterven komt, wat geleerd wordt op de, leerschool der genade en des Geestes, waarvan de profeet zegt: Alle mijne kinderen worden van den Heere geleerd.
Wanneer de Heere bearbeidt door de bediening des Heiligen Geestes, dan leeren we zielsbevindelijk rouwklager te worden, voordat de rouwklagers over u en mij door de straten gaan, zeggende; hij of zij is gegaan naar zijn eeuwig huis. Rouwklagen vanwege ons Godsgemis, onze zonden en schuld. Gezondigd tegen 'n goeddoend, heilig en rechtvaardig God, Dan wordt er geweend en worden er bittere tranen geschre'd over de oorzaak van den dood, nl, de zonde, waardoor we van God gescheiden zijn.
Vanuit de liefde Gods, in het hart uitgestort, krijgt zulk één een betrekking op al de deugden Gods en een zalig zieleheimwee naar de gemeenschat» des Heeren; , .Wanneer zal ik nad'ren voor Uw oogen, in Uw huis. Uw Naam verhoogen? Uit de diepte roepen zij tot den levenden God, aan Godsgemis en in dieper ontdekking aan Christusgemis ontdekt. Die Borg en Middelaar, Die den dood heeft verslonden tot overwinning, in Wien de mogelijkheid ligt van verzoening met God, met opluistering van de deugden Gods, wordt dan noodzakelijk en dierbaar voor zulk een ziel, die in de rouwkleederen van zonden en schuld temeder zit, aan wien de Heere een oog der ziel schenkt om op dien Borg te mogen zien. Hij is den dood ingegaan, opdat Zijn volk zou leven. Zij moeten aan de hand Gods, door de schenking van een Borg, worden opgericht, door een levend geloof gemijnd in een afgesneden weg> waarin het een wonder is. Hier weidt mijn ziel met een verwonderend oog.
Voor dat volk is het sterven een uitgang uit het sterven hier en een doorgang tot het eeuv/ige leven, om God eeuwig groot te maken, waar zij hun wensch zullen verkrijgen. Velen zullen meenen in te gaan en zullen niet kunnen.
Hebt ge u reeds als zondaar en schuldenaar leeren kennen? Zult ge een vreemd God ontmoeten? Zal het wèl zijn als God u nu zou dagvaarden? Tusschen ons en den dood is slechts één schrede. De dood komt zeker en de dag van ons sterven is ons onbekend. Maar zoo spoedig kan de engel des doods aankloppen en zijt ge dan voor den afreis gereed? Haast u om uws levens wil.
Bid, ja smeek God om waarachtige bekeering. Bedenk heden, wat tot uw eeuwige vrede dient. Tenzij iemand wederomgeboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. De mensch gaat naar zijn eeuwig huis. Waarheen is uw reis?
Sch,
Ds. P. J. DORSMAN
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 1947
De Banier | 8 Pagina's