Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRIEF

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

uii Zeeland

De vorige maal schreef ik dat er vele leuzen gebruikt worden. Een zeer gebruikelijke is „vernieuwing". Daar- onder is alles te rangschikken. Indien om de een of andere reden wordt vastgehouden aan wat was, dan is het gemakkelijk om daar tegenover te stellen; de vernieuwing eischt het nu eenmaal.

Wat niet aan vernieuwing doen wil is conservatief, is vasthoudend, deugt niet meer in dezen tijd. Er moet vernieuwmg komen op allerlei terrein. Onderwijsvernieuwing, vernieuwing in de besturen, vernieuwing in de vermaken, ja wat zal al niet vernieuvk"d moeten worden. Uw briefschrijver zal de laatste zijn om niet te erkennen dat er veel is dat tot bezinning leiden moet, maar met al die leuzen van vernieuwing kan hij toch niet instemmen. Vooral niet omdat maar al te veel bij die vemieuwingsgedachte de mensch op den troon komt en het menschelijk denken, kennen en kunnen de overhand heeft.

Vernieuwing is noodig. De oude mensch die in ons woont moet gedood worden en we moeten een nieuw schepsel worden. Dat zal in de eerste plaats noodig zijn. Maar dat zal ook niet kunnen in eigen krachten. Zoo min de dooden uit zichzelf kunnen opstaan, zoomin kan de mensch, die van nature zonde is, docd 'ligt in zonden en misdaden, zichzelf levend maken. Daartoe zal een kracht noodig zijn, grooter dan alle menschelijke krachten te zamen, grooter dan die van atoombommen, grooter dan alle wereldmogendheden tezamen kunnen opwekken. God zelf zal het moeten werken en anders zal het niet kunnen. Wil Uw briefschrijver nu dan maar in lijdelijkheid alles laten gaan? Redeneeren, och het kan toch niet van onze zijde? Dat niet, want zoo vast als het is dat het van onszelf onmogelijk is, zoo vast is het ook dat God er recht op heeft. Dat het onzen duren plicht is.

Dat geldt nu niet alleen voor ons persoonlijk leven, maar ook voor het publieke. Op alle terrein geldt dat. En, wat wordt dat nu weinig gevonden. Dat vragen aan God om de rechte wegen te mogen bewandelen. Zoo treffend vinden we dat geteeken'd in het optrekken van koning David tegen de Filistijnen. Hij vraagt eerst aan God: zal ik optrekken? En dan nog wel langs welken weg.

Ook in de tegenwoordige moeilijke omstandigheden waarin we komen te verkeeren zou het zulk een groot vooi recht wezen indien het daartoe met land en volk mocht komen. Eerst den Heere vragen zal ik optrekken, en dan door welke wegen. De grooten der aarde vergaderen weer. Maar wat zal het baten als de Heere niet mee optrekt? Wat zal het baten al herstellen wij alles en werken van 's morgens vroeg tot 's avonds Iaat, als de Heere niet medehelpt? Wat zal het baten in het bestuur van ons land en volk, al wor»dt er gestreefd naar een beteren toestand, als de Heere niet medekomt?

Er is in ons land veel gedaan om de gebieden welke in nood verkeerden (of moet ik schrijven verkeeren? ) te helpen. Collecten zijn gehouden. Veel is ingezameld. Waar wordt het nu aan besteed? Aan het herstellen van dat wat de zinnen kan strelen. Voor sport en spel. Voor concert en bioscoop. Het schijnt wel of er niets anders te doen is. Het schijnt wel of er geen zaken zijn op te richten of daar te stellen die, in materieelen zin, de welvaart kunnen bevorderen. Gaf men tot herstel van de verwoeste kerkgebouwen, dan zou de gift goed besteed zijn. Nu wordt het besteed om het zien- en zinnelijke te strelen, en niemand vraagt; Wat nuttigheid kan dat geven? Is het nu toch al zoo ver gevorderd met het verval van Neêrlands volk dat alleen dat naar voren komt? Hebben we dan, door alle oordeelen en gerichten die over ons gingen, door alle slagen die ons troffen, niets geleerd? Moeten we maar voortgaan op den weg die ten verderve leiden moet? De profeet van den ouden dag kwam het uit te roepen: Roept uit der keel en houdt het niet in, vertelt den huize Jacobs zijn overtredingen en den huize Israels zijne zonden, en zouden wij dan niet hetzelfde moeten doen! Zeker, ons doen zal het niet kunnen daarstellen, maar onze plicht eischt het. Uw briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1946

De Banier | 4 Pagina's

BRIEF

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1946

De Banier | 4 Pagina's