DE WAPENSTILSTAND IN INDIE
Niet zonder ophef kondigden vele bladen van de Partij van den Arbeid aan, dat het de: Commissie-Generaal gelukt was een wapenstilstand met de Indonesiërs te sluiten. Zij zetten daarbij in het bijzonder Prof, Scher. merhorn een groote pluim op zijn hoed. Zij vonden in dat feit aanleiding om dezen als een staatsman van groot formaat op het paard te zetten. Of er inderdaad wel reden voor zulke hoog gestemde jubeltoonen bestaat, valt zeer te betwijfelen.
Wie zou het niet als een groote weldaad beschouwen, indien de Indische questie, waarbij zoo vele levens van onze militairen nauw betrokken zijn, zonder bloedvergieten opgelost wordt? Wij kunnen ons dan ook levendig voorstellen, dat het bericht, hetwelk ons de overeengekomen wapenstilstand in Indië meldde, met groote blijdschap in menig gezin ontvangen is. Men zij echter voorzichtig. Men make zich vooral niet blijde met een doode musch.
Het komt er toch in geen geringe mate op aan, onder welke voorwaarden deze wapenstilstand gesloten is. Zullen deze voorwaarden geen aanleiding kunnen geven, dat de strijd vroeger of later in nog al heviger mate ontbrandt? Is daarbij niet wat prijs gegeven, dat niet prijs gegeven mocht worden en dat de Indonesiërs in het vervolg nog des te stoutmoediger zal maken en dat oorzaak geeft dat dezen straks nog al meerdere en zwaardere eischen zullen stellen. Indien daar inderdaad, zooals de dag bladen vermelden, bij het sluiten van den wapenstilstand door de Commissie-Generaal de republiek Indonesië onder Sjharir erkend is geworden en tevens bepaald is geworden, dat het troepencontingent, hetwelk Nederland naar Indië zal zenden, niet grooter in aantal mag zijn, dan de Britsche en Nederlandsche bezetting in Indië thans is, dan heeft dit al een zeer bedenkelijken kant. Dan zou het in de toekomst wel eens kunnen blijken, dat hetgeen nu in de bladen van de Partij van den Arbeid als een groot succes bejubeld wordt, in de werkelijkheid sjiiet anders dan een groot nadeel is.
Daar gaat het toch al zeer veel op gelijken, als men het feit in oogen. 'schouw neemt, dat de inkt, waarmede het wapenstilstandsverdrag onderteekend was geworden, nauwelijks was opgedroogd, toen Soetomo, de leider van de extremistische beweging, per radio een oproep tot de bevolking richtte, om den wapenstilstand, die door de regeering van Sjharir geteekend werd te verwerpen ea voort te gaan t© vechten tegeo de Nederlanders en de Engelschsn. Dit bericht wijst er op, dat het succes, waarop men zich beroemde, toch waarlijk niet zoo bijster groot is en dat er in Indië van eenige zekerheid nog alles behalve sprake is. Daarbij doet het vreemd aan, dat Soetomo zich van de radio heeft kunnen bedienen. Wordt hier, zoo vragen wij, geen dubbel spel gespeeld? Te meer achten wij deze vraag gewettigd, als wij bovendien nog de mededeeling in de bladen lezen, dat volgens een bericht van de republikeinsche radio Djokjakarta de oliebronnen in de residentie Riouw op Sumatra op 23 September jongstleden in overeenstemming met de republiekeinsche regeering „aan Amerika in leen" ge geven zijn.
Als wij dit alles overdenken, dan kunnen wij niet anders dan vreezen, dat het in Indië een voor Nederland ongunstigen kant uitgaat. Reeds van stonde af aan h.eeft die vrees bij ons post gevat. Het eigenmachtig optreden van dr. Van Mook heeft van den beginne af veel bedorven. Hij trad maar al te zeer op of er geen regeering en Parlement in Nederland waren, waarvan hij instructies had te ontvangen en aan wie hij verantwoording verschuldigd was. Hij keek daarbij de Engelschen niet weinig naar de oogen, zoodat het er zeer veel van weg had, alsof - hij in plaats van in Nederlandsche in Engelsche dienst was. Het strookt waarlijk niet met de eer en de waardigheid van . ons land, '4at de Engelschen bij de onderhandelingen zulk een voorname rol spelen. Het strookt evenmin met de Nederlandsche belangen, dat Engeland en Amerika telkens en telkens weer duidelijk er blijk van geven, dat zij volstrekt geen belangelooze adviseurs zijn. Is dat de dank er voor, dat wij destijds aan Japan, wat zoowel voor Amerika als Engeland van groot belang was, den oor. log verklaard hebben?
Bezien wij den gesloten wapenstilstand in het licht der historie, dan kunnen wij allerminst meejubelen in het koor van de bladen, welke dat feit zoo bewierooken en als een succes van den eersten rang aan het publiek voorstellen. Te meer niet, als wij bedenken, dat dr. Van Mook, die nooit eenig goed woord gesproken heeft ten aanzien van hetgeen Nederland in Indië vóór 1940 gedaan heeft, in Indië nog immer de hoofdrol vervult Hoe kan men nu redelijkerwijs verwdchten, dat dr. Van Mook voor de Nederlandsche belangen op zal komen, waar hij het voormalige Nederlandsche beleid in Indië gedurig aan scherpe critisk heeft onderworpen. Dat beleid heeft stellig zijn fouten gehad, maar toch ook zijn groote verdienstelijkheden. Daar heerschten voor den oorlog in Indië welvaart en rechtszekerheid. Deze zijn er thans geheel zoek. Daarentegen tieren intrigue en corruptie, om_ kooperij en schromelijk machtsmisbruik, geweld en schandelijk despotisme er thans welig. Roovende en plunderende benden maken er een welvarend bestaan totaal onmogelijk. Brieven van betrouwbare militairen maken er dan ook melding van, dat de Nederlandsche troepen met groot vreugdebetoon door de bevolking in Indië worden begroet, als zij in eenig gebied komen en daar de veiligheid en de orde weder herstellen.
Met groote bezorgdheid slaan wij alles bij elkaar gevat, den gang van zaken in Indië gade, ook al wordt door de Indische republiekeinsche regeering verzekerd, dat zij in weerwil van den tegenstand van Soetomo den wapenstilstand zal doorzetten. Veeleer zijn wij het met een hoofdarikel van de New York Herald eens, hetwelk constateert, dat de politieke verwarring ook na de afkondiging van den wapenstilstand in Indië volkomen is. Dat doet ons, in weerwil van de jubeltoonen over den wapenstilstand het ergste vreezen en wel dat Indië voor Nederland verloren zal gaan, hetgeen voor Nederland zeer ernstige gevolgen zal hebben, maar ook niet minder voor Indië zelf. Beide landen zullen er de geweldige nadeelen van ondervinden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1946
De Banier | 4 Pagina's