PRSNGENDE BOODSCHAP
^ Haasl U, behoud U derwaarts. Gen, 19 : 22a
Deze woorden beluisteren wij uit den ^ond van een engel, die al3 een gezant uit den hemel gezonden wordt jt Loth, die in Sodom woonde, een plaats door hemzelf verkozen, met ruchtbare landouwen, schoon als de hof van Eden, met rijlje korenvelden.
Maar ook een plaats waarin groote zonden en goddelooze zondaren ierden, waarin drie hoofdzonden op gjj voorgrond traden. En wel ten éerste; de zonde van brooddronkenj-gj^_ v/aardoor alle lekkernijen op den disch werden gebracht en zij zich voedden gelijk de beesten. Ten tweede: de zonde van hoogmoed, waarioor de een zich verhief boven den lander en zich met alle sieraden ver , ^®'"°s om met hun pronkgewaad boven anderen uit te steken. En ten derde: de zonde van onkuischheid, waardoor alle onreinheid en beestachtige zonden op den voorgrond traden en werden bedreven, waardöor zij gebrandmerkt werden als Vreeselijke en afschuwelijke ^oddeloozen.
Moeten wij ook niet die drie hoofdponden in ons vaderland opmerken, ën dat onder ai de slagen, die als een tuchtroede over ons gekomen zijn? Het gaat ook hier van kwaad tot erger! De lankmoedigheid en de verdraagzaamheid zullen eens een einde iiemen en zal de Heere met Zijnen oorn en grimmigheid de zonden bezoeken, zooals ons dit thans nader blijken zal met Sodom. Waarheen ^^°^^^ "°^ "^^ engelen van Godswefe gezonden werden tot Loth en zijn gfezin. Tot Loth, die als een recht- Vaardige staat aangeteekend, al kleefden hem ook veel zonden van ^odom mede aan. De plaats die hij n'^^^i had gekozen en waarin hij oo _. j.^, , ' . spoedig een plaats van eere, m Sodoms poort, had verkregen, Nochans behoorde hij onder dat getal, at de Heere bij name in het buneltje der rechtvaardigen had opgeêekend en dat door Abram in het
ebed was opgedragen, oo zijn er ook heden nog enkele van ods kinderen in ons vaderland, ^aar de goddeloozen nog profijt van fekken in hun leven, doordat de ieere hen nog draagt en verdraagt onder hen laat arbeiden door Zijn ïzanten en dienstknechten, aast u, behoud u derwaarts, zoo lidt de stem van den engel, waarede door dien engel den weg des ehouds wordt aangewezen, die door oth met zijn gezin zonder uitstel, et haast en spoed moet worden geozen. Terwijl het luchtgewelf veruld was met donkere onweerswolen> en de Heere op weg was om met odom een voleinding te maken, ok diezelfde Godsspraak spreekt nu og tot ons! O wee, die zich daartegen komen te verharden. Het oordeel nadert ras en zal ons geheel onverwachts overvallen. Haast u, behoud u derwaarts, de plaats waarheen hij zich moest begeven wordt door den engel als met zijn vinger aangewezen. Ook aan ons nog, wanneer wij op Golgotha's kruisheuvel worden gewezen, waar Jezus als die eenige Behouder en dat geslachte Godslam, eens kwam te hangen.
Ook deze boodschap moest door Loth aan al zijn kennissen worden gebracht. Hoe ruim betoont de Heere nog Zijn weldaden aan allen te willen bewijzen, alwaar Zijn Woord nog wordt gebracht. Voor Hem is geen zondaar te groot of te oud. Maar bij volharding in de zonde zal dit hem in het oordeel nog des te meer verzwaren.
Hoe gaat Loth die tijding met een bedrukt gelaat overbrengen en tevens met haast en spoed. Maar hoe wordt zijn boodschap ontvangen? De een lacht hem uit en zegt; die man is zwaarmoedig en noemt hem een meesterdroomer, gelijk ook nog in onze dagen. Een ander mag wel een oogenblik ontroerd zijn, maar komt zich spoedig weer te herstellen en wordt gelijk Gallio, die zich geen van deze dingen aantrekt!
Teleurgesteld komt Loth weer thuis en hoort weer de stem: Haast u, behoud u derwaarts. Komt Loth nu nog te dralen: Hij wordt door den engel bij de hand genomen en met zijn gezin uitgeleid en moet alles achterlaten. Maar zijn huisvrouw kan met haar hart van Sodom en al haar huisgoederen niet scheiden. De straf ontvangt zij wegens haar weerspannigheid en zij wordt een zoutpilaar, tot een teeken van Gods ongenoegen gesteld.
Die stem: Haast u, behoud u derwaarts, komt ook tot ons van 's Heeren wege. O, mocht ons hart toch niet aan het Sodom van deze wereld blijven hangen, Hoe vreeselijk is het k met Sodom afgeloopen! De Heere mocht deze woorden tot een rijken zegen stellen, om nog met haast en spoed ons te doen gedenken wat tot onzen eeuwigen vrede is dienende. Dit is onze wensch en bede.
K.a.d.R Ds. B. v. N.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1946
De Banier | 4 Pagina's