Tweede Kamer
De
Woensdag 31 Juli kwam de Tweede Kamer in vergadering bijeen. Benevens vrij onbelangrijke wetsvoorstel- Jen, welke zonder bespreking onder den hamer van den voorzitter doorgingen, stond er een uiterst belangrijk wetsvoorstel op de agenda. Het was dat van de Vermogensaanwasbelasting. Dit is wel een uiterst belangrijk voorstel. Het grijpt diep in de volksbelangen in. Het zal, indien het aangenomen wordt — hetgeen wel als zeker mag worden aangenomen — van menig persoon en menig bedrijf zware offers vorderen. Dit is op zichzelf al heel erg. Het zou nog zooveel te erger worden, als de opbrengst der belasting niet voor delging van de zoo geklommen schuldenlast besteed werd. Dan zou men de kip, die gouden eieren moet leggen, geslacht hebben. Dan zou, waar wij reeds al zoo bitter arm geworden zijn, de inflatie met al de jammerlijke gevolgen van dien wel eens niet meer gekeerd kunnen worden. Dat zou dan een ramp worden, welke met al hare vreeselijke gevoirfen niet te overzien zou zijn. Daarop vestigde de afgevaardigde, Ir. van Dis, in een rede, welke wij, daar zij te laat van de LandsdruKKerü kwam, in dit nummer van , , De Banier" niet kunnen opnemen o, m, de aandacht der Regeering. Wij zullen het derhalve thans bij deze korte beschouwing over het onderhavige wetsontwerp moeten laten, doch hopen er in een volgend nummer van ons officieel orgaan nader op terug te komen en alsdan ook onzen lezers de rede van Ir. van Dis in haar geheel te kunnen bieden. Vrijdag 2 Augustus werd de behandeling vai! het even tevoren genoemde wetsontwerp onderbroken, doordat toen de interpellatie van den heer Joekes inzake het ontslag van eenige ambtenaren, gegeven door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, aan de orde van behandeling werd gesteld. Fel stelde de interpellant zich tegen dat ontslag te weer. Met het volste recht keurde hij de wiize, waarop het ontslag gegeven is geworden, af. Daar was inderdaad billijkerwijze heel wat op af te dingen. Als bezuinigingsmaatregel valt het ontslag te waardeeren, maar overigens kan er met goede redenen zeer veel in afgekeurd worden. De Minister moest dan ook zelf toestemmen, dat hij hier fouten gemaakt had. Hierbij verdient het nadrukkelijk opgemerkt te worden, dat zijn fractie den heer Joekes in de kou liet staan.
Had de heer Joekes het openlijk uitgesproken dat zijn vertrouwen in het Ministerieele beleid van den hierbij betrokken bewindsman niet onaangetast gebleven was, de leider van zi; n fractie, Jhr, Mr. v. d. Goes' Naters gevoelde zich geroepen expresselijk te verklaren, dat hij nog onverzwakt vertrouwen in den Minister stelde. Daarmede liep heel de interpellatie met een sisser af en was zij eigenlijk niet meer dan een storm in een glas water.
Het spreekt wel van zelf, dat, gezien de hooge nood, het ontslag als bezuinigingsmaatregel onvoorwaardelijk goedgekeurd moet worden, doch het is de groote vraag of daarbij geen addertje onder het gras schuilt. De mogelijkheid bestaat toch, dat de'Minister de ontslagen Protestantsche ambtenaren, straks bij eenige uitbreiding van het ambtenaarscorps op zijn departement doet vervangen door ambtenaren, die, evenals de Minister, Roomsch-Katholiek zijn. Moet de bezuiniging als een dekmantel dienen om daarmede hoogst afkeurenswaardige practijken te dekken? Dan kan zij niet scherp genoeg worden afgekeurd. Moeten, waar Protestantsche ambtenaren op een afkeurenswaardige wijze de voordeur zijn uitgejaagd, straks Roomsch-Katholieken de achterdeur weder worden binnengelaten? Op dit punt vroeg Ds. Zandt in eene rede, die wij nog in De Banier hopen te plaatsen, van den Minister een nadere en duidelijke verklaring.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1946
De Banier | 4 Pagina's