Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vreemdeling op aarde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vreemdeling op aarde

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

\k ben een vreemdeling op de aarde; verberg Uwe geboden voor mij niet. Ps. 11 9 : 1 9

Met deze woorden verklart de godzalige dichter David zijn zieletoestand, waarin hij zich bevond. Hoeveel duizenden gevoelen zich hier in de wereld op hun gemak. Zij zouden hier altoos willen blijven en slaan de pinnen van hun tent zoo vast, dat zij aan het opbreken niet willen denken.

Maar zoo ging het met David niet. Hij was geen vreemdeling bij God. Neen, Die had hem van eeuwigheid als Zijn uitverkoren vat gekend; in Wiens liefdehart iiy lag opgesloten; aan Wien hij zijn zielstoestand openbaart Maar David gevoelt zich als een vreemdeling op aarde, gelijk zulk een, die zich hier niet thuis gevoelt, maar gelijk een balling zich ook onder de vreemden bevindt. De oogen van velen zijn op zulk een gericht en in wegen van kruis en druk w^ordt hij daar veel met den vinger nagewezen. David gevoelt zich in de wereld niet thuis. Dit deed hem dan ook deze zieleklaeht ontboezpmen. Met een innige begeerte naar dat Vaderhuis daar boven^, waarin de rust volmaakt zal worden ge noten!

O, wat een voorrecht als zulk een vreemdeling op aarde te mogen wezen. Dan zullen vng ook niet zoo laag met onze ziel leven en al het gewoel wat zich hier bevindt, voor ijdelheid eian- Bchouwen. Wij krijgen dan de wereld in zijn rechte kleeren te Zien en dit zal ons hart tot een hooger goed opwekken, om te zoeken en te bedenken de dingen die boven zijn, alwaar Jezus is, Die voor al dat volk een plaats bereid heeft en ook hen bij Zich wil hebben. Joh. 17 : 24 getuigt: Vader Ik wil, enz. Maar nu gevoelt ook David als een vreemdeling door de woestijn van deze wereld, een reiswijzer noodig te hebben en laat daarop dan ook volgen: Verberg Uwe geboden voor mij niet en doelt daarmede op die geboden en dat voorschrift, wat de Heere hera op zijn levensreis gegeven had. En wanneer hij nu zegt: Verberg Uwe geboden voor mij niet dan is dit een bede dat de Heere hem daarin mag onderwijzen. ,

O, hoe dwaas gevoelt hij zich en hoe mfinigmaal kan een ziel een verkeerden uitleg daarvan geven. David begeert hiermede dat de Heere hem Zelf, door Zijn Heiligen Greest mag onderwijzen bm niet af te dwalen van het Eechte pad en zijn verstand daarin te verlichten, waardoor Wj de ware bedoeling daarvan iag verstaan.

Het is een bewijs dat de godzaige dichter bij al zijn verstand pat hij van den Heere bezat, een iwaas bleef in zijn eigen oogen. Salomo zegt dan ook: hebt gij jen man gezien die wdjs is in zijn Jogen, van een zot is meer verivachung dan van hem.

^een David had een uitlegger ^ij die gebodenj noodig. O. wat een voorrecht als een iwaas gedurig den Heere te beloodigen. Daar is een openbare school waarin wij ons kunnen Jevinden, maar ook een bijzonlere school waarin de Heere Zijn 'olk ook bijzondere lessen komt 'S geven. En dat is in de eerste !'laats hoe arm en ellendig wij zijn in onszelven. Dit deed de Heere door ontdekkende genade, waardoor al hun eigen wijsheid hun ontvalt.

Maar in de tweede plaats leert de Heere hen ook hoe zij uit hun ellendestaat verlost worden en ontsluit hun den wg der zaligheid, zooals die in Christus verklaard ligt.

O, wat een ruimte en wat een troost voor een armen zondaarzooals hij zich leert kennen. En bij dat hemelsch onderwijs worden zij in zichzelven hoe langer hoe dwazer. Wat een voorrecht op die school van Jezus te mogen zijn. Die leert in zichzelven niet vooruit maar achteruit en worden van iets tot niets. Nu, op zulk een schiool bevond zich ook David. En al was hij zelfs koning in het maatschappelijke leven, hij bleef een bedelaar aan den troon van dien grooten Koning des hemels. Mijn lezer, hebt gij uzelven als zulk een bedelaar leeren kennen? Dan zal dat bedelend leven u niet vreemd zijn en zult gij ook gedurig met uw nooden en behoeften buiten uzelven tot den troon der genade gedreven worden. Gij hebt als een eerlijke bedelaar aan alles gebrek en niets te verliezen. En wat gij dan ontvangt is alles winst.

Komt dan maar met ledige zakken, Jozef zal die voUe pakken, Al begrijpt gij niet het hoe.

De Heere schenke ons dit in het leven maar veel te beoefenen door de genadige bediening van Zijn lieven Geest- Achteruit in onszelven, is voor­

uit in den Heere.

Ds-B-v. N-

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1946

De Banier | 4 Pagina's

Vreemdeling op aarde

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1946

De Banier | 4 Pagina's