Indische aangelegenheden
wachten". Deze vraag had de regeerinff zich wel eei'dfir mo^en stellen. Naar onse vaste overtniffing is iet een Jout der 3'feo:eeTiiig geweest, dat zij alleen met Sjahrir en diens regeering gepraat heeft. t« lang alleen met hem en de zifnen gepraat heeft en te lang haar aaiknoopingspunt bi] de ..repnbliek"' gezocht heeft. Het is IhiaBS hoog tijd, dat ook eejs met anderen in Indië onderhandeld wordt en dat er ook meer aandacht gewijd wordt aan degenen, die in Indië ïfederland meer welgezind •zijn. Ook dient bij de onderhandelingen niet alles over den persoon van dr. van Mook te loopen. Bij is naar onze innige overtai- Iging niet de geschikte man om de onderhandelingen te voeren. Daarvoor heeft hij niet het algemeene vertrouwen, is hij te loslippig, liep hij de Indiërs te veel acliterna, scïionk hij te weinig aandacht aan het jammerlijke lot van de diüzenden. die in gevangenissen en kampementen zaten opgesloten. Wij willen de demissionnaire regeering in dezen niet al te hard vallen, daar het voDr ons nog altijd de groote vraag is, of buitenlandsche machten haar niet gedwongen hebben om den weg op te gaan. welke zij gegaan is. Zoo zij echter geheel vrijwillig gehandeld heeft, dan heeft zij wel zeer ernstige, fouten in deze hwgst gewichtige materie gemaakt. Doch hierover is nog steeds het volle licit niet opgegaan. Vast staat echter dat de regeering zeer ernstig feil ging. waar zij ons volk en de Tweede Kamer zoo bitter schaars vooi-geUcht heeft. Daarin valt zij op geenerlei wijze te verontschuldigen. Daarover komen thans ook ernstige klaeiten uit Indië tot ons. De Nederland welgezinde elementen gevoelen' er zich verlaten. Zij bekomen uit het moederland hoegenaamd geen ruggesteun. Ook onze militairen aan de frontlijn klagen daar bitter over. Zij verkrijgen van regeeringswege een absoluut onvoldoende voorlichting. Wanneer zal men toch eens in regeeringskringen de noodzakelijkheid er van inzien om een goede voorliclitiTig te seven"? Het Nederlandsche volk heeft daar alle recht op en zeker niet minder het Iveerland welgezinde volksdeel in In-dië als wel in het bijzonder onze jongens aan de frontlija.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1946
De Banier | 4 Pagina's