Troost in ellende
Dit is mijn troost in mijn ellende. Want uw toezegging hebben mij levendig gemaakt! Ps. 119 : 50
Zoo hooren wij den godzaligen dichter David getuigen. Hij was een man naar Gods harte niaar ook een man met veel smarte.
Ellende zijn wij allen onderworpen en is een gevolg van de zonde, hoeveel tranen zijn er niet gestort, en worden nog dagelijks gestort. Al dadelijk na den zondeval is die bron van tranen gaan vloeien.
Maar David spreekt hier niet van de ellende die allen door de zcnde onderworpen zijn, maar persoonlijk over zijn ellende, had hij zich als een ellendige door de zcnde voor God leeren kennen; in zich zei ven gevoelde hij zich, en bleef hij een ellendige in zijn toestand met zijn ziele Wat hem dan ook gedurig uitdreef tot den tr'-on voor Gods genade waar door hij als koning toch gedurig een bedelaar werd, en een open toegang vond bij den Heere die Zijn liefde harte voor David ontsloot gelijk al Gods Volk leert kennen en doet zuchten en uitroepen.
Is er O groot Ontfermer; is er voor een waren kermer, is er nog een open oor! Hoeveel klaagtoonen worden er thans niet eehoord! Nu, blikken wij in 't algemeen, dan zijn het wel droevige dagen die wij doorleefd hebhen. onder het geweld van den vijand die ons ovrrheerschte en al die smartvolle toestanden, die wij doorleefden. Maar mogen wij met den fiiüfeet Jeremia op de puinhoopen neder zitten, dan mag ook wel getuigd worden: het zijn nog de goedertierenheden des Heeren dat wij niet gansch en gaar vernield zijn, dan zijn het nog blijken, dat de Heere noe bemoeienis maakt met land en volk. Beschouwen wij nu David in zijn zielekiacht. dan eaat die hier over anderen, noch over Saul, maar bizonder over zichzelf en bezat hij een groot voorrecht: hij mocha zijn ziele wel eens aanspreken: (Ps. 42)
O mijn ziel wat buigt g'U neder Waartoe zijt g'in mij ontrust Voert het oud vertrouwen weder Zoek in 's Hoogsten lof uw lust.
Wij hooren hem dan ook dadelijk getuigen: Want Uw toezeggingen hebben mij levendig gemaakt, de Heere had hem Zijn woord der belofte gegeven, waarop hij mocht pleiten, en wat nog steeds zijn troostbron was. O wat voorrecht zulk een pleitgrond te bezitten, dan alleen zullen wij ook in alle omstandigheden des levens ons wenden naar boven met een groot vertrouwen dat ons alle dingen niet bij geval maar van Zijn vaderlijke hand ons toekomen. O dan zal er eeen twisten zijn. noch murmureeririg tegen den Allerhoogste en eeen bijten in den stok waarmede Rij ons slaat, maar een kinderlijke onderwerpins en een vertrouwen dat ons alle dineen niet hij eeval. maar van Zijn vaderlijke hand ons toekomen.
Wat een bevoorrecht plaatsje om onder den Heere te bukken en ons met een kinderlijk eevoel aan Hem te onderwerpen. Mocht Gods volk daar maar gedurig komen- Hoe lager wij bukken, hoe lieflijker Hij ons zal aanschouwen en die stok waarmede Hij slaat zal ons dan niet zoo pijnlijk treffen.
Maar wat zien en hooren wij in onze dagen? Niet anders dan murmureeren en twisten met .God. De zonde wordt niet afgebroken, bizonder ook niet in het jeugdig geslacht: allerlei sport en feesten worden gehouden: zoo voert de een denander naar het verderf. De eenheid wordt door velen gezocht, maar het is om fle ongerechtisheid te vermeerderen en hét is o zoo droevig dat zelfs Gods Volk met de maagden in slaap zijn gevallen: de Heere onttrekt zich en het geestelijk leven kwijnt Wij moeten wel met een blik naar het verleden met den dichter getuigen: ach waar mag de genade des ouden tijds tüch wezen.
Gelukkig zij die met David in al de ellende een troostbron voor hun ziel mogen hebben: die mogen bij tijden het hoofd boven de wateren der verdrukking opheffen en getuigen en nu wat verwacht de Heere: mijn hoop die is o/l U! die God kan het voor al Zijn volk met zichzelven goedmaken. Waardoor zij getuigen: hetzij de zuurheid betzij dan zoet: wat Hij doet is altijd goed! O wat voorrecht om het met God eens te mogen worden! Dat schenke ons de Heere. om Hem ook in Zijn gerichten te mogen verheerlijken.
Ds. B. van Neerbos, Katwijk-Rijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1946
De Banier | 8 Pagina's