„Jehova’s gefuigen”

Christus heeft, sprekende over de tijden die aan Zijn komst op de wolken des hemels voorafgaan-zouden, de kerk met heiligen ernst gewaarschuwd. Eenerzijds zou er «een stroom over de wereld gaan van Godsverlating' en Godsvcrzaking, die tot zulk een hoogte komen zou, dat de vraag niet overbodig zijn zou: „Als de Zoon des mensehen wederkomt, ïa! Hij nog geloof vinden op de aarde? " Anderzijds zal het een tijd zijn van ontzaggelijke doorvloeiing en van zooveel geestesstroomingen, dat men zal roepen; „Hier is de Christus, en daar is de Christus." Doch Christus heeft er aan toegevoegd: „Gelooft ze niet Want er zullen valsche profeten en valsohe Christussen opstaan."

Het zullen dus zijn gevaarlijke tijden; tijden, waarin Go^ Kerk geroepen wordt waakzaam te zijn, op de wacht te staan en op te treden als een krachtige getuige tegen allen wind van leer die rondvvaait over de wereld.

Zeker, door alle tijden en eenwen is Gods Kerk op de aarde beroerd door allerlei dwalingen en ketterijen. Denk maar aan de dagen waarin de Apostelen leefden. Satan openbaarde zxh als een briesende leeuw, rondgaande, zoekende wie hij zou mogen verslinden (1 Petr. 5 : 8). Maar ook kwam hij naar voren als een engel des lichts , om te verlokken en te verleiden. Doch diezelfde Apostelen die door de kracht des Geestes de waarheid \erklaard, ontvouwd en verdedigd hebben tegenover alle bedriegerijen der menschenkinderen, hebben in hun nagelaten brieven gesproken van „de zware tijden" die aanstaande waren. Oude dwalingen komen telkens weer onder nieuwe leuzen op om de Kerk Gods af te trekken van het vaste fundament der Apostelen en de Profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen. Het doel van alle leugonleer is de grondslag die God in Christus gelegd heeft tot zaligheid van Zijn 't Gaat in den diepsten gTond om God van Zijn eer te berooveii ea de Kerk van haar vastigheid en troost, die zij vindt in de eenvoudige openbaring door God in Zijn Woord gegeven. Zoo is het ook met

JOHOVA'S GETUIGEN

die op verschillende plaatsen in ons land een sterke propaganda voeren. Het kwam reeds voor dat zi) 's Zondags aan de kerkdeuren brochures uitdeelden, of aan de huizen geschriften verspreidden, om .daardoor Ingang 'te vinden voor hun zeer verderfelijke lectuur.

Daar de plaatsruimte in de Banier thans zeer beperkt is, zal ifc' trachten (om aan het verzoek vx.-i enkele lezers te voldoen) door iets te schrijven betreffende deze richting.

„Jehova’s getuigen”, 't is de naam waarmede een groep mens, ; hen zioh genoemd hebben, die voorheen behoorden tot „de Ernstige Bijbelonderzoekers" of „Internationale Bijbelonderzoekersvereeniging" of „WachttorengJzelschap" of „Internationaal Tractaatgenootschap".

Al deze richtingen hebben alom verspreid in vorige dagen de geschriften van den vroegerea dwaalleeraar Ruseïi. Thans voeren zij propaganda onder leidins' van een zekeren Rutherford. Een volgende maal hopen wij iets te schrijven over de dwaalleer die zij voorstaan, on welke zij ender de menschen- ingang trachten te doen vinden. V.L.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen