Twee kinderen geboren in Egypteland
In Jozef werden twee zonen geborei, e*r er een jaar des hongers aankwam, die Asnath, de de dochter van Potifera, overste van On, hem baarde, enz. Gen. 41 : 50—52
Telkens en telkens weer komt bij het lezen van Gods Woord openbaar, dat in dat Woord de eeuwigheid is. Oneindige diepten liggen in dat dierbare SVoord verklaard, ook in het gedeelde waarin ons meegedeeld wordt dat aan Jozef twee kinderen geboren zijn in Egypteland. Jozef was een man die God vreesde, reeds in de dagen zijner jeugd. Jozef was een geloofsheld, maar hij was ook in verscheidene opzichten een type van Christus.
Goddelijke openbaringen waren aan Jozef als jcn, ge; ing reetls gedaan. Nooit mogen wij voet geven aan de gedachte als zou de bekendmaking van die droomen aan Zijne broeders, voortkomen uit hoogmoed en zelfverheffing. Die gedachten moeten verre van ons blijven. Jozefs leven was gekenmerkt door de vrceze Gods, en Zijn levensdoel: de eere Gods. Zexer, 't was alles genade; van Jozef was er niets bij. Hij lag met. alle Adams kinderen verloren, en onder vloek en toom. Maar genade maakt onderscheid, waar geen onderscheid is. Paulus schreef aan de Corinthen: Doch door de genade Gods ben Ik dat ik ben. 1 Cor. 15 : 10. Zoo was t ook bij Jozef. De vreeze God is het beginsel van alle ware wijsheid, en nxA die vreeze was Jozef versierd. Dat Gods weg in het heiligdom is, en Zijn pad door diepe wateren, en dat Zijne voetstappen niet bekend worden, heeft hij echler ook moeten doorleven. Jozef werd verkocht naar Egypte ais slaaf. God had over hem gewaakt. Want anders W8S zijn leven afgesneden geworden, doch 't was een diepe weg voor zijn vleesch en bloed, dat hij in de gevangenis terecht kwam. Was hij nog in de ionde gevallen, en hij was dan opgesloten geworden, dan was het begrijpelijk geweest.. iVIaar nu — Krachtdadig was hij be\'/5ard, en 't eind - ..as banden en gevangenis.
Och ja, geliefden, wij htbijen mcx een Goi te ioen die üxh niet na laat rekenen, maar die Zijn Raad volvoert. Voor dat Jazef gaat sterven is het raadsel van zijn leven opgelost. Dan zegt hij tot ^jn broeders: Gij lieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht, doch God heeft dat ten goede gedacht, opdat Hij deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden. Gen, 50 : 20. De discipelen begrepen tijdens Christus' omwandeling op aarde ook niet alles wat Hij sprak en deed, maar 't was: Na dezen 7.ult gij het vers'.aan.
En toen het Pinksterfeest werd, en Gods Geest over hen en in hen werd uitgestort, toen ging h€ t licht wel op. Zie dat is het groote voorrecht voor degejien die God vreezen. O leen, ik zeg niet dat hier alles opgelost wordt cp de aarde. Daar zal nog wel wat bewaard blijven voor den h-smel. Een groot voorrecht is het voor Gods kinderen dat zij hier in dit leven vol van raadsels en vraagtrCkens, onder de belofte liggen. ..Ik zal raad geven. Mijn oog zai op U zijn." Ps. 32 ; 8.
Ja in Bethlehems stal is er een kind geboren, en een Zoon hun gegeven, V/icn: '-'22m coir : ? ; Raad. Hij is die Meerdere Salomo, die raadsels oplost, en dieoten openbaart naar het \Tijmachtige van Gods eeuwig welbehagen. O zij zijn zoo bevoorrecht die maar gedurig als dwazen en weet-nieten aan zijn voeten terecht mogen komen. De verborgenheden des Heeren zijn toch voor degenen die flem vreezen. Ps. 25 : 14. Uitwend'ge levensraadselen, en inwendige zielsgevallen waarvoor zij geen oplossing kunnen vinden, maar gedurig voor Gods aangezicht verschijnen mogen:
Al laat mü niet van druk verkw'jnen Leen mij een toegenegen oor, O Jacobs God, geef mij gehoor. Ps 84 : 4.
Toen Jozef uit zijn gevangenisschap naar het Sgyptis^the hof kwam, was hij juist dertig jaren oud: hij had ts> en al eif jaar in Egypte doorgebracht, waarvan w«l zeker drie jaar in gevangenisschap. Ook in die gevangenis heeft Jozef van alle schepselen moeten afzien. God moest h^m verlossen, en verloste hem ook toen het tijd was. O die wcndervoHe en wijze wsgen Gods. Hij heeft alles in Zijn Hand en „'t is alles gehoorzaam op Zijn wenken" God opent wegen, waar wij nooit een weg gezien hebben. Het gaat altijd maar door het onmogelijke. Uitwendig is dat gedurig zoo, maar inwendig, geestelijk ook. Alles moet zijn afgesneden, wil God ooit over ons opstaan. Zool.^ng wij het nog bekijken kunnen, gebeurde er niets, maar als alles afgedaan is, en geen hope en verwachting meer overblijft. God is een God die wonderen wérkt, en niet anders bedoe!t en beoogt dan de verheerlijking van Zijn Naam en deugden. En niet alleen dat, maar God leidt Zijn volk op zulk een wijze, .iat zij zullen betuigen in het eind: „Hij heeft alles welgemaakt." Volk van God, als ge dat altijd maar zóó bekijken kondt, dan zouden er niet veel banden in uw leven zijn; dan was de strijd nie» zwaar. Maar dat is vaak zoo geheel anders, 't Is in Jozefs ziel ook niet altijd zoo geweest, 't Is bij al Gods volk, eb en vloed, en dat wisselt maar gedurig af, totdat het eenmaal waar zal zijn: , , Ói de zee was niet meer."
Jozef was een type van Christus Oc^tóiuldij; .if».=jB» hij ; r. de gevangenis. Dioor zijn broeders was hij verkocht Christus is door de Joden overgeleverd aan de Heidenen.
Christus leed, Hij rechtvaardig voor de onrecht%-aardigen. Christus kwam in de gevangenis, om Zijne gevangenen te verlossen uit Satans madit, uit de zonde-heerschappij: van den vloek der wet, en van de kracht der zonde.
Christus is in de gevangenis geweest om Zijn gevangenen nooit te begeven, O arme gebondenen, die u zelf niet verlossen kunt, laat dat uw matte ziel bemoedigen.
Jozef was als Gouverneur in de gevangenis, zoo da: alles door Zijn hand geschiedde. Christus is een Heere over dood en graf. Hij draagt zorg dat al het volk dal in de gevangenissen kwijnt, nooit omkomt.
Drie jaar zuchtte Jozef in den kerker; toen werd ^j er uit gehaald. Christus is ten derden dage opgewekt, en opgestaan ('t is beide waar) en verrezen uit den dood tot de rechtvaardigmaking van Zijn volk.
Jozef was dertig jaar oud toen hij door Farao in dat gewichtige ambt gesteld werd. De Heere Jezus is \au eeuwigheid gezalfd, maar trad me-, zijn dertigste jaar in het openbaar op. Veel meer was er nog op te noemen, maar wij moeten terugkeeren tot Jozef.
In Egypte is hij getrouwd me* een priesterdochier. Ook dat lag niet buiten Gods Voorzienig be» ste'. Door Gods hand worden zij saam gebracht, en ook daarin volvoert God Zijn Raad. Na vijf jaar gehuwd te zijn geweest, zijn uit dat huwebjfe twee zonen geboren. Welgelukzalig die zich hier als een vreemdeling mag leeren kennen, maar in ondertrouw met Christus mag komen. Met hem vereenigd, opdat onze vracht zij tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven.
Doch voor ditmaal zullen vnj eindigen. Een volgende week bc^en wij er nader op terug te komen. De Heere zegene Zijn Woord.
R.
Ds. L.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
De Banier | 4 Pagina's