Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ware geschiedenis van Willem Farel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ware geschiedenis van Willem Farel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

23

”Indien wü of een engel uit den hemel u een ander Evangelie prediken dan wij u gepredikt hebben, die zij vervloekt". Deze zin is waard in al onze harten geschreven te worden, daar het woorden zijn door God zelf door den mond van den heiligen Apostel gesproiken".

”Al het verderf", zoo ging Farel voort, „kwam steeds weer tilt dezelfde bron, n.l. deze bron: dat nien hardnekkig was dingen bij h«t Woord Gods te doen of ervan af te nemen.

De apostel Paulus zegt in den eersten zendbrief aan de Koriathen, dat wat hij pre«fct bewezen moest worden uit de Schriften. Ook zegt hij, dat alle Schrift geschreven is door in­ spiratie van God en profijtelijk is voor de leer. Al de Schrift is van God ingegeven en is nuttig tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is, opdat de mensch Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust (2 Tim. 3 : 16)'.

Ook zeide Willem, dat net noodzakelijk is, dat zij, die nu onderwijzen en prediken, in slaat zijn hun woorden met den Bijbel te bevestigen. .Anders", zoo gaat Farel voort, „zijn we gelijk aan het riet, dat door den wind heen en weder bewogen wordt, terwijl wij vast moeten zijn in Christus, zeker wetende, dat de poorten der hel Zijn gemeente niet zullen overweldigen".

Willem Farel m'etikt dan verder op, dat de kracht van hel V/oord, indien het zuiver en eenvoudig gepredikt wordt, zeer groot is.

Het is juist om die reden dat zij ei tegen zijn, omdat zfj de macht van het Woord gevoelen, D« geheele paperij stort ineens m elkaar van het oogenblik af, dat zij het Woord Gods als richtsnoer van geloof en le\'en zouden erkennen. Waar is het gezag van de mis en dergelijke diensten, vraagt Farel? Waar is het gezag van de wijding des diensten? vraagt Farel. Waar is het gezag de teekenen van het kruis te gebruiken? God heeft geen enkele van deze dingen bevolen. En als wij eens erkennen, dat het wettig is voor den mensch iets te bevelen of te ordonneeren wat God niet bevolen heeft, waar moeten wij dan halt houden? Hoe zullen we een levensregel hebjpen indien we eenmaal boven bet zuivere Woord Gods zijn gaan staan? „O, dat het God in Zijn alvermogen mocht behagen de oogen van deze arme wereld te openen, zoodat zij niet langer naar verontschuldigingen zoeken vooir iets, dat in de Heilige Schrift niet gevonden wordt en opdat zy gelooven mogen en doen en onderhouden wat in Gods onfeilbaar „Woord ons ge. leerd wordt'.

Farel geeft bet voorbeeld van den Raad te Jeruzalem in Handelingen XV. „Inderdaad een heilige Raad", zegt Willem, „niet van anti-Christelijke pausen, noch van de voornaamste vorsten van Sodom, noch van bisschoppen van Gomorra, noch van abten, die den weg van Bileam gaan. Deze zijn helaas van onnut voor de wereld, tenzij dan, om dooi hun goddelooze leer en afschuwelijk leven te zijn als bakens voor alle menschen. Met hun leer en leven zeggen ze: volg ons in niets na. Maar in den Raad van Jeruzalem waren de meest begunstigde en begaafde, getrouwe dienstknechten Gods vergaderd. En toch alles, dat zij daar ordonneerden was niet bindend voor wie dan ook, tenzij het bewezen werd uit de Schrift.

Maar om tot de vaderen terug te keeren, hoe kunnen ze dan, zonder een goddelooze taal te spreken, beweren, dat alles wat zij leerden, volgers de Schrift was? als b.v. één van ben beweert dat de Keizerin. Helena naar Jeruzalem ging om het ware kruis te vinden en zegt dat zij op reis ging om de heilige plaatsen te bezien. Het zou mij aangenaam zijn, indien deze schrijver mij uit Gods Woord bewees, dat ^, de eene claats heiliger is dan de andere, want de He6: e Jezus Christus zeide: dat het volk noch op den heiligen berg, noch te Jeruzalem den Vader aanbidden zou.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

De Banier | 4 Pagina's

Ware geschiedenis van Willem Farel

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

De Banier | 4 Pagina's