Voor de grooten
BEANTWOORDING DER VRAGEN
Vraag 1. Mag men kinderen doopen? De weüerdoopers verwerven den kinderdoop. Zij zeggen: is is nergens bevolen. M'a.ar zy zien voorbij dat kinderen besneden •werden en dat de doop volgens 1 Kol. 2 : 11, 12 in de plaats van de besnijdenis gekomen is. Er behoefde dus geen nieuw bevel gegeven te worden om het sacrament aan kinderen te bedienen. Als kinderen n i et gedoopt moesten worden, had er een verbod moeten gegeven zrjn. Maar dit is nergens te vinden. Das moeten kinderen worden gedoopt.
Vraag 2. Wie kan eenige mededeelingen doen betreffende het tot stand komen van onzen catechismus? Wie waren de opstellers?
Antwoord: Onze catechismus wordt genoemd de Heidelberger catechismus, naar Heidelberg, de hoofdstad van den Palts. Er zijn dus ook andere catechismussen, o.a. de Westminster catechismus, die door de Rechtzinnigen in Engeland en Schotland gebruikt wordt, t '
De Heidelberger catechismus is ontstaan n.a.v. het hangende leergeschil tusschen de LutherSchen en de Calvinisten. De Godvruchtige keurvorst van den Palts Frederik III liet een openbaar twistgesprek houden, waarin de Lutherschen het onderspit moesten delven. Het gevolg nu was dat Frederik III aan 2 jonge predikanten, Zacharias Ursinus en Caspar Olevianus van naam, opdroeg een catechismus op te stellen die in de kerken en scholen kon worden gebruikt. Zoo is onze catechismus ontstaan; hij wordt gebruikt, en bö de rechtzinnigen geliefd tot op deu huidigen dag.
Vraag 3. Pelagius? Wie was Arius; wie
Arius was een presbyter bg de gemeente van Alexandrië in de 4e eeuw. Al spoedig kwam openbaar d'at hij loochende, dat de Zoon van eeuwigheid gegenereerd en dus God was, weshalve hij door bisschop Alexander wegens zijn ketterij is aangeklaagd. De door Alexander bijeengeroepen Synode veroordeelde Arius (321).
'Een hevige twist volgde tnsschen de rechtzinnigen eenerzijds en de volgelingen van Arius anderzijds.
Keizer Constantijn de Groote liet een concilie bijeenroepen, waar de geschilpunten behandeld werden. Op dit conciiie van Nicea (325) werd Arius om zijn kettersche gevoelens opnieuw veroordeeld en werden zijn boeken verbrand. Doch helaas, de keizer veranderde van gevoelens. Het gevolg was dat de verbannen Arius weer in zgn gemeente terug kwam en Athanasius •) die zich met kracht tegen Arius verzette, werd afgezet als bisschop.
Onder Keizer Theodosius werden de Arianen opnieuw veroordeeld (oecumenisch concilie te Constantinopel 381),
Pelagius, een Engelsch monnik, geboren 354 na Chr„ was eveneens een ketter, die de kerk beroerd heeft, en nog beroert tot op den huldigen dag. Hij loochende den val in Adam en ontkende de erfzonde, de mensch is noch goed, noch kwaad! De omgeving verleidt den mensch en de zonde worde bedreven uit gewoonte of navolging. Gods genade is niet noodzakelijk, aldus Pelagius, en is voor alle menschen, doch de mensch moet zich die weldaad waard betoonen door fatsoenlijk te leven! En voorts leeraarde deze monnik dat wij Christus moeten navolgen in deugd. Het beeld Gods, zou volgens Pelagius slechts bestaan hebben in natuurlijke zielsvermogens, in een uiterlijke gestalte des lichaams en in heerschappij over de dieren.
Tenslotte leerde deze ketter, dat Adam sterfelijk zou zijn geschapen. De dood zou een gevolg zijn van de natuur, niet van de zonde.
Deze onschriftuurlijke leer werd hevig bestreden. Een aanklacht werd tegen hem ingediend, doch zonder resultaat: Pelagius werd op twee SynoJes vrijgesproken. Dank zij den invloed van Augustinus werd Pelagius een jaar later (416), door de Synode van Milaan en Carthago veroordeeld en werden de Pelagiaansch gezinde bisschoppen afgezet.
') Men leze de Geloofsbelgdenis van Athanasius achter in het kerkboek. Wij houden dus tegenover de ketterijen van Arius en Pelagius vol:
Ie, Dat de tweede Persoon in het Goddelijk wezen de eenig geboren zoon Gods is, geboren uit den Vader vóór alle eeuwen, God uit God, geboren en niet gemaakt, van hetzelfde wezen met den Vader,
2e. De mensch is volmaakt goed geschapen,
3e, Het beeld Gods bestond in kennis, gerechtigheid en heiligheid, en niet in uitwendige zaken,
4e, Met het beeld Gods was de mensch onsterfelijk. De dood is de bezoldiging der zonde (Rom. 6:23).
5e, Het beeld Gods behoorde tot het wezen van den mensch.
Puzzelaar Arle. Nou, of ik je nog ken! En ik ben dezelfde hoor! Ik kan me indenken Arie d'at je vrouw en kinderen miste. Ik ben niet in krijgsgevangenschap geweest, 'k Zal je eens een briefje schrijven. Tot ziens Arie.
C. W, te K. Hoewel U uw naam niet vermeldde, deel ik U mede dat Oom Jan dezelfde gebleven is. Als U er iets voor voelt om mee te puzzelen, bent U welkom,
Arie Scheurwater. Ons adres is nog te R'dam, als wg overgaan zal dit in De Banier bekend gemaakt worden, Hiskia's droefheid had een diepere oorzaak. Lees de Banier maar, ik heb aan een puzzelaar het antwoord reeds gegeven. Over die andere kwestie schrijf ik je nog wel eens: dat is onrecht!
Sien Kraayeveld. De meeste puzzelaars schijnen de vragen te prefereeren boven een kruiswoordpuzzle. Ik heb U ingeschreven bij de Grooten. Dat stuk heb ik gelezen. Schande! Arme vijanden! U mag iedere week inzenden en eén langen brief schrijven.
Stien de Visser. Wij hebben eenige bizonderheden over Walcheren vernomen door de radio. Met spanning luisterden wij naar de berichten, ook toen, toen de Duitschers om ons heen dansten om hun telefoon aan te leggen en zich op allerlei wijzen in te nestelen. Met je eerste antwoord ben ik het niet eens. Was Paulus dan geen Apostel? Dank voor de toegezegde postzegels.
J. Vfllbricf. Gaarne wil ik U dien dienst bewijzen, 'k zal eens snuffelen. Mocht ik die „8 regelen" vinden, dan zal ik het U laten weten. Overigens hopen wjj Uw wenk ter harte te nemen.
J. Belder. Ja ik miste U al. Ik ga geheel met Uw beantwoording accoord. Wilt U Uw vrouw van mij groeten? Tot een volgende maai D.V.
Mej. Verheul. Oom Jan zegt U bij dezen hartelijk dank voor de door U gebrachte postzegels. Hebt U ook idee om mee te puzzlen of ontbreekt U den tijd?
Marina v, i. Slikke te R. Ik ben tevreden over Uw antwoorden. Eerlijk gezegd bent U een van de weinigen die alle 3 vragen goed beantwoord heeft. De meesten hebben geen goed antwoord gegeven op de vraag van het Apostelschap. Inderdaad, Matthias was niet door den Heere zelf geroepen tot het Apostelschap, wél Paulus, zeggende in 1 Cor. 9:1: en ik niet een Apjstel? Heb ik niet Jezus Christus onzen Heere gezien? Hand. 9 : 17. Welisvjaar niet geluk de andere Apostelen tijdens des Heeren omwandeling op aarde, doch op den weg naar Damas-' cus, als een ontijdig geborene (1 Cor. 15 : 8). Ik vond het aardig te vernemen dat het geheele huisgezin bezig was de raadsels op te lossen. Hoe meer Bijbelsche en dogmatische kennis ik aankweeken kan, onder de puzzelaars, hoe meer ik mij daarover verheug.
W. H. De oplossing der gestel» de vragen ontving ik, doch U schreef nog uw naam niet. Dit kunt U gerust doen. Als U uw naam liever niet in de krant ziet, zal ik die niet publiceeren. De Heere heeft dien weg met Hiskia willen gebruiken om het geloof in de belofte te versterken.
Nelly Brouwer. Je brief was een teleurstelling voor ons. Maar enfin. Ds. Kersten heeft Zondag nog gepreekt, maar heeft Zondagmiddag schier ondragelijke pijnen geleden. Maandagochtend was de pijn wat gematigd. Tot hoorens Nel.
VRAGEN
1, Wat verstaat de H, Schrift onder: zich bekeeren? Weet U ook hoe vaak dit: , zich bekeeren' in Gods Woord voorkomt? 2, Wat zijn Antinomianen? 3, Was de 80-jarige oorlog een politieke krijg of een geloofsstrijd?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1945
De Banier | 4 Pagina's