Stichtelijke overdenking
IN EEN LOOPBAAN DES GELOOFS
Daarom dan ook, alzoo wü zoo groot eene wolk der gegetuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen a.len last, en de zonde die ons lichtelijk omringt, en laatons met lijdzaamheid loopen de loopbaan, die ons voorgesteld is.
Hebreen 13:1
De natuurlijke mensch begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn, want zij zijn hem dwaasheid. Hij leeft naar het goeddunken van zijn verdorven hart. Men sla het oog maar in het rond om op te merken een steeds verder om zich heen grijpende geestelijke verwording. Met de heilige instellingen Gods wordt door ve.en niet gerekend en de sabbatsonthe.liging neemt hand over hand toe nevens andere roepende zonden.
Tegenover den geest dezer wereld onderwijst de Heere de zij .-.en steeds weer bij vernieuwing In Zijn dierbaar getuigenis van het goed der genade, door Christus voor hen verworven. En zoo ook hier in den brief aan de Hebieën. Zij bevonden zich in moeilijke omstandigheden. Van overheidswege werden zij verdrukt en in het nauw gebracht en van de Joden gehaat en mede onderdrukt: Gevaar van achteruitgang, ja afval en terugvallen in den verouderden schaduwdienst deed zich op. En nu is het de bedoelmg van den Apostel om deze Christenen uit de Joden te sterken in het lijden en de verdrukking van de zijde der. wereld en hen op te wekken tot een lijdzaam loopen langs de voo"gestelde loopbaan. Reeds had hij in de eer=te 10 hoofdstukken van den brief gewezen op de onvergelijkelijke grootheid van den Heere Jezus Christus boven Mozes als Profeet in het leeren en boven Aa: on als Hoogepriester m het offeren. En aan het eind daarvan merkt hij op, dat zij lijdzaamheid noodig hadden en welrt hij op om te leven door het geloof. Vervolgens gaat hij het geloof beschrijven en wandelt hij de geschiedenis van het O. Testament door om de geloofshelden en bloedgetu.gen voor den naam en de zaak des Heeren voor te stellen. En met het voorbeeld van die wolke, die veelheid van getuigen, van Abel tot Daniël en anderen toe, die met lijdzaamheid de loopbaan ten einde toe hebben afgewandeld, voor oogen, wil hij hen opwekken om te volharden. Het beeld van de loopbaan, die ze af zullen loopen is ontleend aan den wed'en, die inaonderhheid bij de G: ieken plaats greep en waar van ook in den eersten zendb: ief aan de Corinth: ërs gewag gemaalct wordt. Deze geeste'.ijke loopbaan hier is de weg des levens die den verstandige opwaarts naar boven leidt, opdat hij afwijke van de hel beneden Hij is de smalle weg die tot het leven leidt, de weg der bekeer: ng, der godzaligheid en heiligmaking, de weg des geloofs en der zaligheid.
Hij is Voosteld in Gods dierbaar Woord. En wel als een weg die reeds van eeuwigheid is vastgesteld en afgepaald en in Jezus' dierbaar bloed is gegrond. Hij is dan ook hemelsch in oor. sprong, aard en doel. Het is een weg van genade. Genade zet op den weg, houdt op den weg en doet hem ten einde toe afloopen. Het is een heilige weg, waarvan Jezaia zegt: „Die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen."
Het is een oefenmgsbaan, waar eigen kracht niets op ve; mag. Het i? dan ook niet gelegen in den loop der snellen want de loopers op die baan zijn alleen Gods uitverkoren en herbo: en volk, n.l kreupelen, hinkenden en blinden uit en van zich zelf, die Hij echter behoedt en leidt en bewaart. En zij ontvangen allen voeten en oogen des geloofs. terwijl Hij hen voorhoudt om zich daarmede te oefenen tot Godzaligheid. Het is ook een die'bare, een hartinnemende en zich verkwikkende weg. Daar is zoet en bitter op dien weg. Het tweede dient echter meer om hst geestelijke leven te bevorde-en als een middel daartoe, terwijl het eerste tot dat leven zelf behoort. De prijs aan het einde van de loopbaan, de kroon van 't eeuwige leven, zullen allen ontvangen, de zwaksten zoowel als de sterkeren Want zij, die te e'.fder ure kwamen ontvingen hun loon evengoed als anderen die vroeger kwamen. En wie volharden zal ten einde toe zal zalig worden.
Om die voorgestelde loopbaan nu Godveiheerlijkend en profijtelijk voor zich zelf en anderen af te loopen dringt de vermaning hier aan om allen last en de zonde, die zoo lichtelijk omringt, af te leggen en de loopbaan met lijdzaamheid af te loopen. Er mag geen afbuigen zijn naar rechts door eigenwilligen godsdienst, want die is van geener waarde, noch ook naar links door goddeloosheid, want de boosheid zal den goddelooze dooden. En zoo moet er wat vermeden en wat bet: acht worden. Vermeden of afgelegd moet worden allen last en de zonde, die zoo lichtelijk omringt, die als een kleed dat men aan heeft, onder het loopen door zijn gewicht bezwaart en door heen en weer slingeren het loopen hindert en struikeling of val tengevolge kan hebben.
De last is in het algemeen de bekommernis omtrent de dingen van het aardsch-tijdelijk leven, de zo: gvuldigheden van dit leven die de Heere Jezius telt onder de lasten, die het hart bezwaren. Het is dus mede het vasthouden en zich hechten onder het loopen in de loopbaan achter Jezus als den Oveisten Leidsman van zooveel dat men juist verliezen moet om Zijns naams wil, zooals de apostel Paulus zegt, dat hij alle dingen schade en d.ek achtte voor de uitnemendheid der kennis van Christus. Bovenal dient de zonde die zoo lichtelijk omringt, afgelegd en vermeden te worden. Zij omringt niet doch zij is binnen in het hart. Zij wordt hier nu voorgesteld als een kleed dat van alle zijden omringt Gods volk tcch bevindt zich midden in een wereld die in het booze ligt, met haar menigerlei begeerlijkheden, de begeerlijkheid der oogen, de begee-lijkheid des vleesches en de grootschheid des levens. Zij omringt zoo lichtelijk, zoodat Gods kind vaak spoedig er door verrast en gevangen genomen is en belemmert den gang der heiligmaking ten zeerste. Dit alles nu en zoo ook alle vorm vaa weieldgelijkvormigheid dient afgelegd te worden, dat is het aan te me: ken als een schandelijk kwaad, waardoor de oogen van Gods heerlijkheid verbitterd worden en als een schadelijk kwaad, welks tanden leeuwentanden zijn, doodende de zielen der menschen. Mochton zoo de verleden zonden met verbreking des harten bet; eurd, de tegenwoordige krachtig bestreden en de toekomstige omzichtig vermeden worden.
Er Is echter meer roodig, n.l. met lijdzaamheid te loopen. De lijdzaamheid zet met vertrouwen op den goeden uitslag het aangevangen werk standvastig voort en verduurt alle moeilijkheden geduldig tot het einde is bereikt. Het door genade met lijdzaamheid loopen in de loopbaan des geloofs is een Godverheerlijkend, zonde stuitend, vleesch kruisigend en 's Heeien gunstrijke gemeenschap lieflijk aani het hart proevend loopen. Zalig wie alzoo mag loopen Zalig wie alzoo loopen ziende op den Oversten Leidsman en Voleinder des geloofs Jezus. Hij zal met Hem deelen in dQ eeuwige vreugde.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1945
De Banier | 4 Pagina's