Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

(Echt) bekeerd?!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

(Echt) bekeerd?!

Enkele gedachten over de bekering1 van vluchtelingen met een moslim achtergrond2.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Kan ik hier gedoopt worden? En wanneer?” Kerken die langere tijd contact hebben met asielzoekers uit landen als Iran, Afghanistan en Irak zullen deze vraag mogelijk wel gehoord hebben. De eerste keer dat je deze vraag hoort, wordt je hart als pastor gevuld met blijdschap en dankbaarheid. Daarna komen de vragen al snel bij je op. Hoe moet dat dan? Hoe weet ik of hij of zij er aan toe is? Is zij wel echt bekeerd?

Bovenal vreugde

Allereerst mogen en moeten we vaststellen dat het een grote vreugde is dat mensen deze vraag stellen. Vele honderden jaren lang waren er nauwelijks mensen met een moslim achtergrond die deze vraag ook maar wilden of durfden overwegen. Hoeveel zendelingen hebben wel niet gewerkt in moslimlanden, zonder veel vrucht te (mogen) zien. Wij leven nu in een tijd waarin we veel moslims tot Jezus zien komen.

Laten we de vraag naar de doop dan ook niet allereerst als een probleem zien, maar dankbaar vaststellen dat God ook in onze tijd Zijn Koninkrijk bouwt en ons als kerken daarbij wil gebruiken. De vraag naar de doop is een eeuwenoude vraag. Een Bijbelse vraag ook. Want stuurde de engel van de Heere Filippus niet helemaal naar het zuiden om de Ethiopische man, deze vraag te horen stellen: “Kijk, daar is water; wat verhindert mij gedoopt te worden? (Handelingen 8:36 HSV). Zo stuurt God ons naar mensen toe en stuurt hij mensen naar Nederland om hier de Heere Jezus te leren kennen.

Verstrengeling met IND procedure

Toch zijn er ook terechte vragen. Een deel van de vragen hangt sterk samen met het feit dat de IND mensen uit sommige landen (bijvoorbeeld Iran) een verblijfsvergunning geeft als zij kunnen aantonen dat zij bekeerd zijn tot het christelijk geloof. In de praktijk is gebleken dat het voor mensen aanlokkelijk kan zijn om te doen alsof zij bekeerd zijn en zo een verblijfsvergunning, woonruimte, opleiding etc. te krijgen. Dit is echt een levensgroot probleem. Niemand wil dopelingen die om deze reden zich aanmelden. De situatie vraagt dus om voorzichtigheid en een langer traject naar de doop. De asielprocedure mag geen invloed hebben op de voorbereidingen naar de doop.

Kun je weten of iemand bekeerd is?

Hoe weet je dan of iemand echt bekeerd is? Heel eerlijk gezegd: dat kunnen wij niet zeker weten. Alleen God ziet het hart. De discipelen wilden het onkruid tussen de tarwe weghalen (Mattheüs 13:24-30), maar Jezus zei dat pas in de oogsttijd het onkruid tussen de tarwe uitgehaald kan worden. Calvijn spreekt in dit verband over het oordeel van de liefde. Een ieder die belijdt de Heere Jezus te kennen en naar het Woord wil leven, wil hij zien als een oprecht christen. Wij kunnen niet voor 100% zeker stellen wie wel en wie niet oprecht bekeerd is.

Waarom niet? Een aantal redenen. Wij zijn God niet, onze kennis is ten dele. Daarnaast kunnen we in de valkuil lopen om (bewust of onbewust) de ander te zien vanuit ons eigen culturele en religieuze denkkader. Iemand met dezelfde geestelijke ervaringen komt sneller betrouwbaar over als iemand die ervaringen heeft die ik niet heb meegemaakt of iemand met een ander taalveld. Ten derde: we weten niet hoe (het geloofsleven van) iemand zich op de lange termijn ontwikkelt.

Toch is er wel iets te zeggen. Maar laten we eerst enkele veel genoemde redenen noemen waardoor moslims tot geloof komen.

Redenen3

Er zijn zogenaamde “push factoren” en “pull factoren”. Vaak gaan die gelijk op. Push factoren zijn afstotende factoren in de oude religie. Geweld in de landen van herkomst speelt een grote rol. Denk aan de aanslagen in steden als Bagdad en Kabul. Dan gaat het niet alleen om aanslagen op niet-moslims, maar vaak ook op andersoortige moslims. Zeker dat laatste leidt er toe dat mensen hun geloof kunnen gaan associëren met zinloos bloedvergieten. De opkomst van IS met hun slavenhandel en openbare lynchpartijen, heeft velen een duw gegeven: “Als dat mijn geloof is, dan hoeft het voor mij niet meer … .” De meesten van de meer dan een miljard moslims redeneren het geweld op één of andere manier weg: “Het is niet de echte islam. Of Amerika zit er achter. Of ze hebben het zelf verdiend. Allah wil het … .” Maar toch: van de vele enkelingen die gaan twijfelen aan de juistheid van hun religie ontmoeten wij een deel in onze kerken.

Een andere pushfactor is het gebrek aan ruimte om zelf te mogen denken en vragen te mogen stellen. Vanzelfsprekend speelt de lokale situatie hierin een grote rol. De mate van opleiding van vaders en imams heeft een grote invloed op hun vermogen en wil om het gesprek aan te gaan. Ook varieert het per land en per regio. Het maakt nogal uit of je hoogopgeleid bent en in Teheran woont of in een bergdorp in Afghanistan, waar bijna niemand langdurig naar school is geweest door de oorlog. Het is vaak de concrete ervaring van een persoon in een concrete situatie die hem beïnvloedt. Ik zie nog de jongen voor mij die in een gesprek zijn riem afdeed en ophief, om uit te leggen wat zijn vader met hem deed, toen hij een positief bedoelde vraag stelde over het islamitische geloof. Een imam zei tegen een andere jongen: “Vragen stellen leidt tot twijfel en dat is grote zonde en vermindert je kansen op het paradijs.”

Deze factoren kunnen er toe leiden dat iemand breekt met zijn religie, openlijk of in zijn hart. Daarmee is iemand natuurlijk nog geen christen geworden. Want ook de Humanistische Vereniging heeft diverse geheime gespreksgroepen voor mensen die niet meer geloven.

Wat zijn belangrijke “pull factoren” om christen te worden?

Als christen geloven wij dat de Heilige Geest harten opent, zoals Hij het hart van Lydia opende (Handelingen 16:14). De Heilige Geest werkt op soevereine wijze. De Heere Jezus vergelijkt Zijn werk met de wind: “De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die uit de Geest geboren is (Johannes 3:8).” We kunnen wel wijzen op de (herkenbare) vrucht van het werk van de Geest in het hart van elke christen, maar de manier waarop iemand tot geloof komt, kan heel verschillend zijn.

Het is mij in het missionaire werk opgevallen dat twee zaken daarbij een grote rol spelen: context en karakter. Nogmaals: de Heilige Geest is niet gebonden aan onze ideeën, maar sluit wel vaak aan bij een concreet persoon in een concrete situatie.

Bij moslims die tot geloof komen in de Heere Jezus, komen twee dingen veel naar voren. Eén van de belangrijkste pullfactoren is de ontvangen of zichtbare liefde van christenen. Generaliserend gesproken is de cultuur in het Midden-Oosten significant anders dan in het Westen. Het Westen kent op dit moment een sterke individualistische cultuur, waarbij familiebanden – opnieuw generaliserend gesproken – veel zwakker zijn. In Arabische landen is er een sterke band met de familie. Naast de familie is er nog de stam waar je loyaal aan bent. Hoewel er de “oemma” is (wereldwijde moslimgemeenschap), is er relatief weinig interesse in het lot van niet-stamgenoten in je stad of dorp. Diverse bekeerlingen geven aan dat ze nooit ervaren hebben dat er een helpende hand uitgestoken wordt aan slachtoffers van armoede of onrecht, tenzij ze natuurlijk van jouw familie of stam zijn. Daardoor is het vaak gebeurd dat mensen getriggerd worden door gebed voor mensen in andere landen. Of door een uitnodiging bij een Nederlander thuis. Door een voedselpakket van een relatief onbekende. Liefdevol begroet worden of bezocht worden in een AZC, kan voor hen iets heel verrassend zijn. Dat kenden ze niet. Zichtbare en tastbare liefde heeft het hart van veel bekeerlingen geraakt!

De tweede factor vormen dromen en visioenen. Ik heb veel getuigenissen gehoord van mensen die een droom of een visioen van God hebben gekregen. Soms onduidelijk, soms heel concreet. Bij veel moslims heeft dit geleid tot geloofsovergave. Barrières (bijv. angst voor familie of vragen over de Drie-eenheid) die er nog waren, werden geslecht. Ze herkennen de Heere Jezus in de droom en beseffen dat ze bij Hem moeten zijn.

Dat is soms nog best lastig voor gereformeerde christenen. Aan de ene kant kunnen we soms wat wantrouwig zijn, omdat we deze ervaring zelf niet kennen. Ook onze theologische achtergrond kan ons huiverig maken. In het begin merkte ik ook bij mijzelf dat ik graag wilde beoordelen of het wel echt van God was of niet. Is het nou psychologie of geestelijk? Die vraag heb ik overigens los gelaten. Het is veel belangrijker te zien wat de droom of visioen uitwerkt in iemands leven. Kort gezegd: brengt het iemand bij het Woord? Werkt het levensveranderend of niet?

Anderzijds kunnen we dromen en visioenen als iets geweldigs en bovennatuurlijks zien, waardoor we iemand te snel de handen opleggen en dingen verwachten die hij niet kan waarmaken. Want een droom of visioen maakt ons nog niet tot een kind van God. Het risico is dat we snel denken: “Wat een bijzondere man: hij heeft tenminste nog eens iets ervaren van God… .”

Hoe omgaan met bekeerlingen?

We kunnen dus nooit 100% zeker beoordelen of iemand echt veranderd is in zijn hart. Toch kunnen we voor de vraag staan of we iemand kunnen toe laten tot de doop. Daarbij zou ik de vraag van de geloofwaardigheid van het bekeringsverhaal wat willen verleggen naar andere aspecten. Waarom?

De afgelopen jaren heb ik veel mensen meegemaakt met bijzondere bekeringsverhalen. Van bovennatuurlijke ingrepen van God in hun leven tot en met bevindelijke bekeringservaringen die resoneerden in mijn hart. Achteraf gezien is dit niet altijd een garantie geweest voor een stabiel christelijk leven. Hoewel trauma’s en ontworteling veelvuldig een oorzaak hiervan zijn, moeten we helaas zeggen dat sommigen zijn teruggevallen. De meesten hiervan zijn niet meer moslim geworden, maar seculier (“de tegenwoordige wereld lief gekregen”) of nominaal christen (ze “geloven” wel, maar gebed en kerkgang is wel op een heel laag pitje komen te staan).

Is dit ook niet wat de Heere Jezus vertelde in de gelijkenis (Mattheüs 13:1-9)? Het zaad komt op, maar niet altijd in vruchtbare aarde. Soms op steenachtige plaatsen, of onkruid verstikt het. Niemand weet bij het opkomen hoeveel vrucht het zal geven op lange termijn.

Daarom is het belangrijkste advies om tijd te nemen ten aanzien van de voorbereiding van de doop. Maak duidelijk dat de doop niet een diploma is van een ‘geslaagd christelijk leven’, maar veel meer een ‘geboortebewijs’. Na de doop is het niet klaar, maar dan begint het leven met de Heere, met alle vreugdes en alle strijd. Doop niet iemand binnen twee maanden op basis van een mooi getuigenis. Neem de tijd om te zien of iemand trouw is in het meeleven. Zorg voor goed onderwijs, niet alleen theoretisch, maar ook praktisch. Zorg dat iemand de kern van het Evangelie echt onder woorden kan brengen. Let boven al op de vruchten in iemands leven. Is het christelijk geloof echt meer voor iemand dan deel van de “inburgering” in Nederland? Begrijpt iemand wat zonde betekent? Hoe kijkt iemand naar het kruis van de Heere Jezus? Zien we het verlangen om het leven aan de Heere toe te wijden?

Een getuigenis en een doop maken niet zalig. Christus verlost. Hij zei: “Wie volharden zal tot het einde, zal zalig worden.”

Ds. Joan Bonhof is sinds 2011 verbonden aan ICF Utrecht (wijkgemeente van CGK Utrecht-West), eerst als missionair werker en later als predikant. In deze functie heeft hij honderden (ex)-moslims Bijbelles gegeven en tientallen voorbereid op de doop.


1 Als in dit artikel gesproken wordt over “bekering”, dan bedoel ik niet de sociologisch definitie (formele verandering van religie), maar de bijbels-theologische definitie (persoonlijk tot geloof komen in de Heere Jezus als Verlosser; wedergeboorte).

2 God werkt gelukkig ook onder mensen met een andere achtergrond: boeddhistisch, hindoeïstisch. Ook zou het interessant zijn om te kijken naar vluchtelingen met een nominale christelijke achtergrond. Maar omdat mijn ervaring zich met name uitstrekt op moslims, richt ik mij met name daarop in dit artikel.

3 Ik noem de door mij meest gehoorde, dus het is geen sluitend overzicht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2019

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

(Echt) bekeerd?!

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2019

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's