Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedenk te sterven? Gedenk te leven!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedenk te sterven? Gedenk te leven!

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enkele gedachten over het sterven en de dood in de prediking

Hieronder volgen allereerst drie verschillende gezichtspunten als motivering om in de verkonding van het Woord nadrukkelijk aandacht te blijven geven aan ons laatste uur. Vervolgens zullen dan nog drie typeringen gegeven worden van de prediking zelf, waarin de dood en het leven verkondigd worden.

Als invalshoek voor een bijbels-theologische motivering om te preken over de dood is gekozen voor een drietal trefwoorden. Ze zijn ontleend aan Israëls reis van Egypte door de woestijn naar Kanaän én Israëls terugkeer uit de ballingschap, die immers ook getekend wordt in beelden die aan deze reis zijn ontleend (met name Jes. 40-66). Er is sprake van een analogie in structuur tussen de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ exodus, tussen de reis van Egypte naar Kanaän en de reis van Gods gemeente van ‘geen blijvende stad’ naar ‘de toekomende stad’ (o.a. brief aan de Hebreeën). Het zijn drie typeringen die aansluiten bij drie portretten van een christen: als pelgrim, als discipel en als burger van het Koninkrijk der hemelen.

Uittocht

De dood staat in de Bijbel in een bijzonder licht. De dood is het loon dat de zonde uitbetaalt (Rom. 6:23). ‘Stervende zult u sterven’ of ‘u zult zeker sterven’(Gen. 2:17), zo klonk de sanctie op de overtreding van Gods gebod. De dood is het oordeel van God over het ons losrukken uit de genadige handen van de God van het leven, ons Leven. Nu geldt: ‘alle vlees is als gras’ (Jes. 40:6-8). De ‘boom van het leven’ werd voor ons onbereikbaar. Wie er toch probeerde heen te vluchten, zou de dood vinden. Dat verkondigde de engel met het uitgetrokken zwaard aan de ingang van het paradijs.

De dood is verbonden met zonde en zo ook met het rijk van de duisternis en met de ‘vorst der duisternis’. We leven in de schaduw van de dood, gebonden in die nood. Dat is geen romantisch pessimisme, maar bijbels realisme. ‘Wie redt zijn ziel, zijn leven, van het graf?’ Niemand. Onafwendbaar nadert de dood. Geen ontkomen aan?! Zijn we slaven, gevangenen, van de dood? Ja.

Maar er is een uittocht mogelijk uit dit doodsbestaan.

‘Omdat nu de kinderen vlees en bloed deelachtig zijn, heeft Hij eveneens daaraan deel gehad om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen, en allen te verlossen die door angst voor de dood gedurende heel hun leven aan slavernij onderworpen waren.’(Hebr. 2:14).

De eeuwige Zoon van God nam ons vlees en bloed aan om van binnenuit de kerker waarin we gevangen zitten open te breken en de cipier van deze gevangenis, de duivel, uit te schakelen. Zo mogen Gods kinderen uitgaan. Een exodus uit de macht van de zonde en de dood. Zo kan er werkelijk sprake zijn van een uittocht: ‘Wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende.’ (Hebr. 13:14).

Het beeld dat hierbij opgeroepen wordt is het beeld van de christen als een reiziger, een pelgrim.

Doortocht

Als we in het beeld van de uittocht blijven denken, dan doemt het beeld van de doortocht vervolgens ook voor ons op. Niet zonder reden wordt in het klassieke doopformulier in het gebed herinnert aan de doortocht door de Rode Zee. Doortocht en doop zijn met elkaar verbonden. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt beleden dat Christus onze ‘Rode Zee’ is (art. 34).

Welnu, de doop is verbonden met de dood. De dood van Christus is ook de dood waarin allen delen die van Christus zijn. Een hoofdstuk als Romeinen 6 is fundamenteel om onze doop te verstaan in het licht van de dood. De uittocht uit het rijk van de dood wordt als het ware bezegeld in deze doortocht van de doop: met Christus sterven en zo tot het leven ingaan. Dat is je doop leren verstaan: sterven om te leven.

Dat gestorven zijn met of in Christus is een feit, maar dat wordt ook deel van ons leven, namelijk in het doden van de zonde in ons leven. Het spreken over het afsterven en afleggen van de oude mens is een andere verwoording daarvan. ‘Wie sterft voor hij sterft, sterft niet meer als hij sterft’, was vroeger een bekende uitdrukking. In ieder geval brengt het de zaak zelf kernachtig ‘op formule’. Zo schrijft Paulus over zijn doortocht als een stervend leven:

‘Wij dragen altijd het sterven van de Heere Jezus in het lichaam mee, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt. Want wij die leven, worden voortdurend aan de dood overgegeven om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees.’(2 Kor. 4:10 – 11).

Het beeld van een christen dat ook verbonden is met de doop is dat van een discipel. Discipelschap betekent een leven van de doortocht (LvdK Gezang 221:2):

Op uw woord, o Leven van ons leven,
werpen wij het doodskleed af!
Door de kracht uws Geestes uitgedreven,
treden w’ uit ons zondengraf.
Leer ons daag'lijks, leer ons duizendwerven,
in uw kruisdood meegekruisigd sterven,
en herboren - opgestaan,
achter U ten hemel gaan!

De navolging van Christus is een leven door de dood heen tot het leven.

Intocht

De uittocht (uit het rijk van de dood) leidt via de doortocht (het leven van sterven om te leven) tot de intocht (de opstanding in het onvergankelijk leven). Dat dit niet vanzelfsprekend is, maar een zaak van geloof, blijkt uit wat in de brief aan de Hebreeën geschreven is. Wanneer daar de nieuwtestamentische gemeente in de prediking aangespoord wordt om te volharden op de weg waarop ze gaat na haar uittocht, dan wordt de ‘oude’ uittocht als voorbeeld genomen. Wel allen door de Rode Zee, maar niet allen ingegaan. Wel allen in relatie gesteld tot de Middelaar, en toch kwamen ze om. ‘Zo zien we dat ze niet konden ingaan vanwege hun ongeloof.’ (Hebr. 3:19). Wel de belofte van rust, van bevrijding. Wel het Evangelie gehoord in hun gevangenis van de dood, en toch niet ingegaan in de rust.

Sterven is een doorgang tot het eeuwige leven, zo belijdt de kerk van de Reformatie (HC zondag 16). Voor wie in Christus zijn, is sterven de ingang tot de eeuwige heerlijkheid. Sterven is winst, als het leven ons Christus is. De laatste adem uitblazen hier betekent voor eeuwig ademen in de liefde van de drie-enige God in Gods eeuwig Koninkrijk. Dat Koninkrijk is er reeds zo zeker als Christus is opgestaan uit de dood. Die toekomst is reeds werkelijkheid voor wie in Christus gelooft.

Hierbij kan weer een ander beeld van een christen uitgewerkt worden. Een christen is naast pelgrim en discipel ook een burger van het Koninkrijk van God.

Prediking

Hoe preken we over sterven? Drie aspecten kunnen worden genoemd. Er is allereerst de profetische toespraak. Deze typering heeft te maken met wat Mozes in zijn afscheidsrede tot het volk zegt: ‘Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u: het leven en de dood heb ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht, door de HEERE, uw God, lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden ….’ (Deut. 30:19- 20). In de profetische prediking komt God onder ede tot het volk van Zijn verbond: ‘Zo waar Ik leef, spreekt de Heere HEERE, Ik vind geen vreugde in de dood van de goddeloze, maar daarin dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft!’ (Ez. 33: 11). Preken over sterven is het leven verkondigen (1 Joh. 1: 1-4). Daarom is onbekeerd sterven onder dit evangelie van het leven zo aangrijpend erg. De dood verkiezen boven het leven is de grootste dwaasheid van ons mensenhart.

Hoe dient deze profetische toespraak gestalte te krijgen? In een priesterlijke aanspraak. Te vrezen is anders dat de ‘profeet’ veel te hoog van de toren blaast. Die priesterlijke aanspraak is gefundeerd in wat we lezen over onze hemelse Hogepriester in de brief aan de Hebreeën. Hij die ons vlees en bloed heeft aangenomen en in alle dingen verzocht is zoals wij, maar zonder zonde. Moet vrees voor de dood als ongeloof ontmaskert worden in de prediking? Op een gegeven moment ziet Jezus de weg van het tarwegraan voor zich, het tarwegraan dat in de aarde valt en … sterft. Het lijkt me veelzeggend dat juist in dat verband de woorden klinken: ‘Nu is Mijn ziel in beroering, en wat zal Ik zeggen?’(Joh. 12: 27). Zijn verbijstering, zodat de weg voor hem als een puzzel is die helemaal overhoop ligt, was geen ongeloof. Preken over sterven is preken ‘als een stervende tot de stervenden’. Misschien was het toch zo gek nog niet: ‘geliefde medereizigers op weg naar de eeuwigheid’. Een aanspraak die een oudere generatie in onze kerken wel herkent, maar die de mens van de 21e eeuw niet eigen meer is.

Preken over sterven heeft tot inhoud en staat in het perspectief van de koninklijke inbraak. Immers door de woorden van het eeuwige leven breekt de Koning in. In ons doodsbestaan trekt Hij uit de macht van de duisternis (dood) tot het licht (leven). ‘Ik ben de Eerste en de Laatste, en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen.’ (Op. 1:17-18). Dat zijn de woorden van de grote Sleuteldrager van het rijk van de dood en de dood zelf, die zo ook in de prediking deze sleutel hanteert.

Preken over sterven in het licht van Pasen. ‘Wij vieren het leven’?! Ja, in de diepe zin van het Woord kan dat alleen in de kerk en is het alléén waar voor allen van wie geldt: ‘Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is Hij gestorven’. Juist omdat we moeten sterven klinkt het ‘gedenk te leven’ tegen de achtergrond van het ‘gedenk te sterven’. Omdat we een levende Zaligmaker hebben, zullen doden horen de stem van de Zoon van God en die ze gehoord hebben zullen leven. ‘De Heere is waarlijk opgestaan. Halleluja!’.

Dr. Kater (1962) is universitair hoofddocent aan de TUA en doceert gereformeerde praktische theologie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2016

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

Gedenk te sterven? Gedenk te leven!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2016

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's