TWEEDE ACADEMIE
IN DE STARTBLOKKEN
In de periode van een jaar tijd hebben heel wat (jonge) broeders van onzeTUA hun studie afgerond, om vervolgens de gemeente in te gaan. Een zegen van de Heere! En nu? Worden ze nu ‘het diepe ingegooid’? Ze moeten zich maar zien te redden? Dat is niet te hopen; het is in elk geval niet de bedoeling.
COACH
In het maatschappelijk leven kennen we op allerlei manieren coaches. Immers, je bent er niet als je een diploma op zak hebt; je moet in diverse beroepen voortdurend aangestuurd en begeleid worden. Feedback is nodig. Gezond-kritisch tegenspel, maar ook waardering helpt verder.
Hoe doen we dat in de kerk? Ik zou die vraag in deze column vooral willen toespitsen op jonge, pasbegin-nende predikanten. Er is vergeleken met vroeger jaren in dit opzicht veel verbeterd. Moest je vroeger zelf je weg maar vinden en ging het initiatief tot hulp van jezelf uit, tegenwoordig wijst de classis een mentor aan die een paar jaar met je op loopt.
Bovendien heeft de laatste generale synode een pakket met maatregelen aangenomen die voorzien in een intensieve begeleiding van net afgestu-deerde predikanten. Permanente educatie staat hoog in het vaandel – en terecht. Theologische vakinhoudelijke kennis moet verder ontwikkeld worden. Tevens is er veel aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling, bijvoor-beeld via een traject van supervisie of coaching. Niets mis met dat alles.
VADER
Toch zou ik ook nadrukkelijk de aandacht willen vragen voor iets anders. Zijn er nog kerkenraden waar een pasbeginnende predikant bij de hand wordt genomen? Een of meer broeders die iets van een ‘vader’ hebben die op bepaalde momenten eens even naast hem komt zitten om van hart tot hart te spreken?
Laat ik het persoonlijk maken. In de eerste gemeente die ik mocht dienen – ik kwam er als ‘broekje’ van 23 jaar binnen! – waren er zulke broeders.
Eén van hen nam mij eens mee naar een zuster in zwaar depressieve toestand. ‘Je hoeft niets te zeggen’, zei hij. ‘Ik doe het woord wel’. Met stijgende waardering sloeg ik gade hoe hij deze zuster luisterend tegemoet trad en op het juiste moment iets wist te zeggen wat hout sneed.
Een andere broeder belde mij op een maandagmorgen op. ‘Heb je tijd om vanmiddag nog even over de preek van gisterenmiddag door te praten?’ vroeg hij. Wat bleek? Onder de preek had hij verschillende vragen voelen bovenkomen over de uitleg en de toepassing. Thuisgekomen had hij er de Korte Verklaring, de kanttekeningen op de Statenvertaling, Matthew Henry en Calvijn op nageslagen (die stonden dus allemaal bij hem in de kast!). En hij was tot de conclusie gekomen dat het toch wat anders was dan ik de voorgaande zondag gezegd had. En ik moest hem gelijk geven…
Zo zou ik meer voorbeelden kunnen noemen. Deze broeders zijn voor mij van onschatbare waarde geweest. Zij waren geen betweters of criticasters, maar vaderlijke figuren die de opbouw van de gemeente èn van hun predikant op het oog hadden. Met grote dankbaarheid denk ik aan hen terug. Ik wens al mijn pasbeginnende collega’s zo’n geestelijke kerkenraad toe. Na Apeldoorn een tweede academie. Het betekent vorming voor het leven!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2015
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's