UIT-GEZONDEN & THUIS-VERBONDEN
Pastoraat aan uitgezonden gemeenteleden
Vanuit onze kerken zijn wereldwijd vele tientallen MDW-ers actief: Missionair Diaconale Werkers. Velen van hen zijn officieel uitgezonden door hun thuisgemeente. Bij anderen is het minder officieel geregeld. In alle gevallen zijn en blijven deze broeders en zusters verbonden met hun thuisgemeente in Nederland. Gemeente-zijn betekent omzien naar elkaar. Dat hebben ook onze MDW-ers hard nodig. Maar hoe doe je dat als kerkenraad? Daarover gaat het in dit artikel.
BEKENDHEID
Om te beginnen is het goed om helder in beeld te hebben over wie we het hebben. Als een MDW-er officieel is uitgezonden door de gemeente, is dat uiteraard bekend bij de kerkenraad. Maar soms gaan gemeenteleden ook voor kortere tijd naar het buitenland. Ook dan is het belangrijk om de herderlijke zorg die we voor deze mensen hebben concreet gestalte te geven. Het is belangrijk om als kerkenraad helder te communiceren naar de gemeente dat je graag contact onderhoudt met iedereen die voor kortere of langere tijd missionair en/of diaconaal werk gaat doen. De zendings en/of evangelisatiecommissie en/of de diaconie kunnen hierin een taak vervullen als aanspreekpunt. In het vervolg richt ik me vooral op MDWers die voor langere tijd zijn uitgezonden.
BEGIN
MDW-ers zijn eigenlijk altijd bewogen en bevlogen mensen. Dat is hun kracht, maar kan tegelijk ook een valkuil voor hen worden. Daarom is het belangrijk om vanaf het begin open en duidelijk met hen door te praten. En dan niet alleen over hun besef van roeping, maar ook hun over hun visie op zending en diaconaat. Een goed begin is ook hier een groot deel van het werk. Deputaten zending en diaconaat zijn uiteraard altijd bereid om hierin mee te denken en te adviseren. Zorg bovendien dat er vanaf het begin een contactpersoon is tussen de kerkenraad en de thuisfrontcommissie. Zo kan er goede communicatie en afstemming plaatsvinden. Verder is goed om er op te letten dat de financiën vanaf het begin goed geregeld zijn. Dat voorkomt veel spanningen en teleurstellingen. Let er tevens op dat er heldere afspraken zijn, zowel met u als kerkenraad als ook met de zendende organisatie en deputaten. Wie is waar verantwoordelijk voor, hoe vindt de verantwoording plaats, etc.
BEHOEFTE
Voordat MDW-ers vertrekken is het belangrijk om als kerkenraad met hen te bespreken wat hun verwachtingen zijn ten aanzien van het contact met de thuisbasis. Waar liggen hun behoeften? Dat is uiteraard niet alles bepalend, maar wel belangrijk om te weten, ook om teleurstellingen te voorkomen.
Als het goed is hebt u als kerkenraad ook behoefte aan een goed contact. Ook MDW-ers zijn leden van de gemeente waar u zich verantwoordelijk voor voelt. Vanwege de afstand en de vaak totaal andere situatie kunnen MDW-ers gemakkelijk vervreemden van de thuisgemeente in Nederland. Wees daar alert op en speel daar tijdig op in.
Vanwege de afstand is op bezoek gaan meestal niet gemakkelijk te realiseren. Wel is het goed om te bekijken of het mogelijk is dat er bijvoorbeeld één keer per jaar een delegatie vanuit Nederland op bezoek gaat. Op die manier kun je je veel beter inleven in de situatie van de MDW-ers. Dat komt het pastoraat op afstand zeker ten goede. Sowieso is het dus erg belangrijk om je echt te verdiepen in de situatie waarin de MDW-ers leven en in het werk dat ze doen.
BEOEFENING
Hoe kunnen we verder het pastoraat aan onze MDW-ers beoefenen? Gelukkig beschikken we tegenwoordig over eindeloos veel communicatiemogelijkheden: email, Facebook, Skype, Whatsapp, enzovoort om regelmatig contact te onderhouden. Dit kan gebeuren door de predikant, de wijkouderling, de wijkdiaken en één of meer mensen van de thuisfrontcommissie. Als kerkenraad is het van belang om te kijken dat het in ieder geval gebeurt en tevens dat het op een goede manier gebeurt. Het beste is om hier in samenspraak met alle betrokkenen een plan voor te maken of in ieder geval goede afspraken te maken. MDW-ers moeten in Nederland een of twee mensen hebben die hen op de goede manier coachen/begeleiden. Mensen dus tegen wie ze aan kunnen praten en met wie ze (uitvoerig) kunnen delen wat ze allemaal meemaken en tegenkomen. Overleg hierover met de thuisfrontcommissie is aan te bevelen.
BEGRIP
MDW-ers leven veelal in een totaal andere context en cultuur. Dat roept best veel vragen op. Om een voorbeeld te noemen: Hoe ga je om met de zondagsrust als je in een islamitisch land leeft? Veel christenen in zulke landen houden de rustdag (deels) op vrijdag. Maar wat doe je als je als Nederlander daar komt te wonen? Een ander voorbeeld: MDW-ers worden nogal eens geconfronteerd met voorouder- en geestenverering. Hoe bepaal je daarin je houding? Laten we vanuit Nederland meeleven en meedenken vanuit een houding van begrip. Dat betekent uiteraard niet dat je alles goedvindt, maar het is voor MDW-ers onmisbaar dat er vanuit Nederland op een begripvolle manier wordt meegeleefd, meegedacht en meegebeden. U begrijpt dat het best de nodige inspanning en tijd kost om pastoraat op afstand te beoefenen met MDW-ers. Daarom is het des te meer nodig om er als kerkenraad bewust over na te denken en beleid op te maken.
BAND
Geloven kun je nooit in je eentje. Een mooi voorbeeld daarvan is een kolenvuur in een smederij. Zolang je de kooltjes dichtbij elkaar laat liggen, houden ze met elkaar de warmte heel lang vast. Leg je echter één kooltje apart, dan is hij binnen de kortste keren koud. Om te geloven en om te blijven geloven heb je gewoon een gemeente nodig. Dat geldt in Nederland, maar nog sterker als je in het buitenland verblijft. Daarom is het in de eerste plaats belangrijk om MDW-ers te stimuleren om zo snel mogelijk een nieuwe thuisgemeente te zoeken. Dat is soms best lastig. Daarom is het goed om met hen mee te denken en hen waar nodig te adviseren. Uiteraard is het ook van belang dat de band met de gemeente in Nederland warm gehouden wordt. Daarvoor is het nodig dat MDW-ers samen met hun thuisfront zorgen voor een goede en heldere communicatie via nieuwsbrieven en via het kerkblad. Gebeurt dat niet of onvoldoende dan verslapt de betrokkenheid van de gemeente snel. En dat maakt het voor de betrokken MDW-ers meestal heel moeilijk. Laat de MDW-ers vooral tijdens verlofperiodes maar ook door middel van nieuwsbrieven etc. regelmatig vertellen wat de thuisgemeente in Nederland kan leren van de ervaringen van de MDW-ers. We noemen dit met een deftig woord ‘wederkerigheid’.
BEGELEIDING
Bij een uitzending van MDW-ers zijn meestal drie partijen betrokken: de Nederlandse thuisgemeente, deputaten zending en diaconaat en een zendende organisatie. Vanuit de zendende organisatie en vanuit de deputaatschappen wordt contact onderhouden. Soms worden ook werkbezoeken gebracht aan een project waar MDW-ers voor werken. Soms is er echter nog meer nodig in de zin van een stuk professionele coaching. De financiën daarvoor komen voor rekening van de thuisfrontcommissie. Eventueel kan de kerkenraad daarin ook bijspringen. Als u merkt dat MDW-ers knel komen te zitten, is het goed om de mogelijkheid van coaching ter sprake te brengen en samen te zoeken naar de bestem mogelijkheden. Onderschat niet wat er allemaal op MDW-ers af kan komen! Geloof en gebed zijn uiteraard het eerste en belangrijkste. Maar vervolgens hebben MDW-ers meer dan eens ook gewoon goede begeleiding nodig. Dat werkt uiteraard alleen als ze daarvoor ook openstaan. Maar vanuit uw pastorale verantwoordelijkheid als kerkenraad is het goed om er op te letten wat mensen nodig hebben.
UIT & THUIS
Bewust schreef ik boven dit artikel: UIT-gezonden & THUIS-verbonden. Dat geeft precies het doel aan van het pastoraat aan MDW-ers: dat ze tijdens hun uitzending verbonden blijven met hun thuisgemeente in Nederland. In vergelijking met vroeger kunnen we als kerkenraad daaraan veel meer doen dan vroeger. Vroeger vertrok iemand, terwijl je na maanden of soms na een jaar pas bericht kreeg over zijn/haar aankomst en ervaringen. Dat is gelukkig anders geworden. Bovendien komen MDW-ers vaak minstens één keer per jaar naar Nederland op verlof. Gebruik die periode ook voor het face-to-face contact, ook met de gemeente. Laat de MDW-ers vertellen over hun werk. En laat hen als ze weer vertrokken zijn een vaste plaats hebben in de voorbede tijdens de zondagse diensten. Zo zullen MDW-ers die zijn UIT-gezonden zich THUIS-verbonden blijven voelen. Daar gaat het om.
BEëINDIGING
Meestal komt er ook een moment waarop MDW-ers hun werk beëindigen en terugkeren naar Nederland en hun thuisgemeente hier. Dat is best weer wennen. Juist dan is pastoraat belangrijk. Neem initiatief om hen weer echt helemaal te betrekken bij de gemeente. Laat ze nog minstens één keer duidelijk over hun gedane werk vertellen. En vraag hen daarbij ook duidelijk te maken wat we als gemeente in Nederland nu verder kunnen met wat zij daar ontvangen en geleerd hebben. Want een christelijke gemeente is en blijft een gezonden gemeente.
Drs. M. Visser (1972) staat sinds 2008 in zijn derde gemeente Nunspeet en dient de kerken onder meer als deputaat diaconaat.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2014
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2014
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's