OP DE MAAN OF OP URK? De generale synode van Urk/Nunspeet 2013
Het is een gevleugelde uitspraak geworden die een van onze hoogleraren een aantal jaren geleden deed: ‘Voor veel kerkleden zou de synode net zo goed op de maan kunnen worden gehouden’.
VAN URK NAAR NUNSPEET
Wat hebben Urk en Nunspeet gemeen? Veel. Natuurlijk, Urk is een vissersplaats en Nunspeet een Veluws bosdorp. Maar kerkelijk is er veel dat overeenkomt. In elk geval geldt dat in dit opzicht, dat beide plaatsen grote aantallen christelijk-gereformeerden kennen. Urk in totaal zo’n 6800 (!) en Nunspeet een kleine 1800. In dit synodejaar worden ze ook samen genoemd, want we spreken over de synode van Urk/Nunspeet.
De gemeente van Urk-Maranatha – de grootste gemeente in ons kerkverband – is dit keer de roepende kerk van de synode. Dat wil zeggen: het voorbereidende werk voor de GS wordt door deze gemeente verricht. Al wat er aan stukken, rapporten, brieven en bezwaarschriften binnenkomt bij deze kerk, wordt geordend, in nauwe samenwerking met het Dienstenbureau van ons kerkverband in Veenendaal (ook al weer zo’n plaats met enkele duizenden CGK-ers).
Het is een goed geestelijk gebruik dat de roepende kerk voorafgaande aan de synode een bidstond organiseert, waarbij naast de plaatselijke gemeente alle afgevaardigden (primi en secundi), alsook alle pre-adviseurs (de Apeldoornse hoogleraren) worden verwacht. En altijd zijn er ook belangstellende en meelevende gemeenteleden uit den lande - en dat doet goed!
Op het moment dat u deze regels leest is, wanneer alles volgens plan verlopen is, deze bidstond geweest en is ook de eerste synodedag een feit.
Een belangrijk moment op zo’n eerste dag is de verkiezing van het moderamen. De bemensing daarvan zal inmiddels ook bekend zijn. Al is het geen wet van Meden en Perzen, het is wel een mooi gebruik als zo mogelijk vanuit iedere particuliere synode iemand zitting krijgt in het moderamen. We zijn benieuwd of dat ook dit keer weer het geval is.
Op zo’n eerste zittingsdag wordt door het verkozen moderamen een zevental commissies ingesteld. Meestal dragen die in de loop van de jaren dezelfde namen. In elk geval waren er in 2010 de volgende commissies: opleiding en publiciteit, verkondiging, pastoraat en eredienst, kerkelijke verhoudingen, kerk en samenleving, financiën en beheer, en als laatste: bezwaarschriften en kerkorde.
Deze commissies gaan na de eerste zittingsdag aan de slag met alle stukken die op het hun toegewezen deelgebied betrekking hebben. Daar zijn in elk geval ook enkele dagen voor uitgetrokken.
De commissies vergaderen in het merendeel van de gevallen in Nunspeet. Naast de roepende kerk (in dit geval dus Urk-Maranatha) kennen we namelijk ook een ontvangende kerk. De faciliteiten in de kerk van Nunspeet (met twee kerkgebouwen) zijn uitermate geschikt om de synode te ontvangen, en dat is nu al vele keren op voortreffelijke wijze gebeurd. Men heeft er in Nunspeet echt slag van en ook nog eens zichtbaar plezier in – waarvan acte!
Het werken met commissies blijkt altijd weer een vruchtbare werkwijze te zijn. Stel u voor dat alle onderwerpen voor het eerst in plenaire zitting behandeld zouden worden – men zou door de bomen het bos niet meer zien.
De commissies bekijken de rapporten van de deputaatschappen kritisch, formuleren vragen en bespreken die met een delegatie van het betreffende deputaatschap. Vervolgens stellen zij daarover een eerste rapport met voorstellen op, en dat wordt tezamen met het rapport van het betreffende deputaatschap in eerste aanleg plenair besproken.
Daarbij hebben de afgevaardigden alle gelegenheid om vragen te stellen en opmerkingen te maken – overigens kan men sinds enige jaren die vragen ook al vooraf aan het betreffende deputaatschap stellen, zodat er al een slag gemaakt is. Soms volstaat een bespreking in eerste zitting. Soms komen we er niet in één keer uit, en gaat de zaak nog een keer terug naar de commissie, die vervolgens met aangepaste voorstellen komt.
Het is, zeker bij gevoelige onderwerpen, niet altijd eenvoudig om tot een besluit te komen. De afgevaardigden komen niet alleen uit verschillende windrichtingen (‘’t barre noord en ’t zoele zuiden saâm’, om het met Psalm 89 te zeggen), maar vertegenwoordigen ook de diverse denkrichtingen die we in ons kerkverband tegenkomen. Dat vraagt een geduldig luisteren naar elkaar, waarbij we elkaar steeds kunnen en moeten aanspreken op de Schrift en onze gemeenschappelijke belijdenis. Daarnaast weten we ons ook gebonden aan de orde van de kerken, die met gemeenschappelijk akkoord is vastgesteld en aangenomen (art. 87 KO).
WAAROVER SPREKEN ZIJ IN NUNSPEET?
Ik noemde al even de rapporten van de diverse deputaatschappen die ons kerkverband rijk is. Dat zijn er op dit moment niet minder dan 35. Het ene springt daarbij meer in het oog dan het andere. Een rapport van deputaten radio- en televisiediensten vergt minder bespreking dan dat van Buitenlandse Zending of van de Theologische Universiteit.
Maar overal wordt serieus naar gekeken. Waardering wordt geuit, voorstellen besproken, lijnen voor de toekomst uitgezet.
Het is altijd weer indrukwekkend om te zien hoeveel er vanuit ons betrekkelijk kleine kerkverband gebeurt.
Of dat allemaal kan blijven gebeuren, is een zaak waarover de GS zich ook buigt. Moeten we niet hier en daar ‘afslanken’? Kunnen er taken gecombineerd worden? Moeten we in een tijd van economische crisis ook niet de tering naar de nering zetten?
Naast rapporten komen ook instructies ter sprake. Dat zijn voorstellen vanuit de particuliere synodes, die vanuit een plaatselijke kerk, via de classis op de PS terecht kwamen. Wanneer een PS de instructie overnam, wordt ze doorgezonden naar de GS ter bespreking en besluitvorming.
Vanuit de PS van het Noorden is er een instructie over het dopen van pleegkin deren, een andere met de vraag om de GS te verzoeken deputaten eredienst de opdracht te geven om de kerken te dienen met een studie over het gebruik van dans en drama in de eredienst, een derde met het verzoek om de hertaling van de belijdenisgeschriften zoals die is uitgegeven in de PKN (editie Zwanepol 2009) vrij te geven voor kerkelijk gebruik, en een vierde met het verzoek zich uit te spreken over het uitspreken van de groet en het opleggen van de zegen door iemand anders dan de predikant.
Vanuit de PS van het Oosten is gevraagd om het vrijgeven van de hertaling van de liturgische formulieren, zoals die door de Gereformeerde Bond is vastgesteld. De drie instructies van de PS van het Westen betreffen het deelnemen van evangelisten naar art. 4 KO aan de nieuwe pensioenregeling voor predikanten, een aanpassing van de compensatieregeling die deel uitmaakt van de nieuwe pensioenregeling en (net als het Noorden) het opleggen van de zegen door ouderlingen. De PS van het Zuiden stelt één ding aan de orde: het begeleiden van zendingsgemeenten op het punt van de leer over de (kinder-)doop.
En dan is er uiteraard het punt waar in de kerken (en daarbuiten) toch wel met een zekere spanning naar wordt uitgezien: het rapport van de commissie homoseksualiteit en homoseksuele relaties. Op de vorige synode was het niet mogelijk om dit onderwerp af te ronden (voor zover we in deze gevoelige problematiek ooit over ‘afronden’ kunnen spreken: we hebben het over mensen!). Hopelijk kunnen de kerken dit keer worden gediend met een rapport en besluiten die recht doen aan Gods Woord en van daaruit broeders en zusters echt verder helpen.
URK/NUNSPEET EN VERDER
Op zeker moment wordt de GS weer gesloten. Soms nog niet in hetzelfde jaar, omdat er nog op een of meer punten een vervolgbespreking nodig is. Maar eens is ook deze synode weer geschiedenis.
Of deze breedste vergadering van de kerken wezenlijke bouwstenen aandraagt? Onderschat niet de betekenis van de doorlichting van het vele werk dat in de kerken gebeurt. Is het niet een zegen dat je elkaar scherp houdt bij de voortgang van het werk in Gods Koninkrijk?
Dat werk gebeurt niet op de maan, maar op aarde. Dat betekent per definitie dat het met gebrek en zonde gepaard gaat.
Maar in de kerk mogen we toch van meer weten? Van ‘arbeid die niet tevergeefs is in de Heere’ (I Kor. 15:58)?
Het ultieme oordeel over een synode is niet aan mensen, maar aan de Heere.
En het is toch niet voor niets dat we eerst in gebed bijeenkomen voordat het synodewerk begint? Dat gebed zet zich alle dagen van de synode voort.
Mogen we er ook op rekenen dat dat in deze maanden in de kerken intensief gebeurt?
‘Want geen ding gaat er zonder bidden goed’, zegt een oud kinderversje.
Gebed, om als kerken bewaard te mogen worden bij het Woord van God. Gebed om elkaar te mogen vasthouden rondom dat Woord. Gebed dat deze GS dienstbaar mag zijn aan de voortgang van Gods Koninkrijk.
De synode van Urk/Nunspeet: niet op de maan. Wel in eeuwigheidslicht. Met het gebed in het hart en op de lippen: ‘totdat de volkomenheid van Uw Rijk komt, waarin Gij alles zult zijn in allen’ (Zondag 48 HC).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2013
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2013
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's