CHRISTELIJKE DOGMATIEK
Dogmatieken verschijnen er in de regel niet in series en daarom is er alle reden om aandacht te vragen voor de Christelijke Dogmatiek die eind vorig jaar verscheen, zeker als dat ook nog eens een dogmatiek is die geschreven is ‘vanuit de gereformeerde geloofsstroom’, zoals de auteurs formuleren. Waarin onderscheidt deze dogmatiek zich van andere? In elk geval wat mij betreft door de stijl waarin hij geschreven is: het boek leest als een trein. De auteurs verstaan de kunst om moeilijke dingen eenvoudig te zeggen, met hedendaagse voorbeelden te verduidelijken en zo aansluiting te vinden bij de mens van vandaag. Ze schrijven bewust niet alleen voor theologen, maar ook voor andere geïnteresseerden in het christelijk geloof, inclusief zoekers, sceptici en critici. Sterk in deze dogmatiek is ook dat de lezer op een deskundige manier bijgepraat wordt over allerlei ontwikkelingen op theologisch terrein. De schrijvers beheersen hun vak.
Inhoudelijk is er veel goeds van dit boek te zeggen. De opzet vind ik sterk: vanuit trinitarisch gezichtspunt en met oog voor Gods verbond. Toch zijn er ook heel wat vragen te stellen. Nu zal dat op details uiteraard bij elke dogmatiek zo blijven – men zal nooit een boek van ruim 700 pagina’s aantreffen waarmee ieder het zonder mankeren eens is. Een groot aantal details moet ik in deze korte bespreking dan ook laten liggen. Een paar voor mij fundamentele zaken wil ik hier echter wel noemen.
Ondanks de toelichting die de auteurs op hun keuze geven is het mijns inziens merkwaardig dat de leer betreffende de Heilige Schrift pas in hoofdstuk 13 aan de orde komt. Een groot deel van het gebouw is al opgetrokken en dan pas spreken over het fundament? Het valt op dat de auteurs een aantal belangrijke zaken min of meer in het midden laten. De vraag of Allah dezelfde God is als de God van de Bijbel wordt niet helder beantwoord (blz. 108-109).
De manier waarop het creationisme wordt afgewezen is erg kort door de bocht: men gaat er niet echt mee in gesprek. Gaan de auteurs er niet al te gemakkelijk vanuit dat evolutiedenken zich beperkt tot een natuurwetenschappelijk plaatje van hoe de (biologische) wereld in elkaar zit (blz. 212-213)?
Het gedeelte over ‘waar is de ziel gebleven?’ pendelt voor mijn gevoel heen en weer tussen onmiskenbare Bijbelse gegevens en het wetenschappelijk denken, zonder dat men daarin helder positie kiest.
Opvallend dat de waardering voor Barth en Berkhof veel groter is (en op bepaalde punten ook doorwerkt) dan voorheen. Hoe komt dat?
Op het punt van de kinderdoop blijft het boek vaag. Overigens vond ik het hoofdstuk over de sacramenten als geheel bepaald niet het sterkste. Ook op het punt van de visie op ‘vrouw en ambt’ wordt niet echt leiding gegeven.
Onbegrijpelijk acht ik het dat op een zo aangelegen punt als de eeuwige straf de klassieke visie op de hel als eeuwige straf wel vermeld wordt, maar in een rijtje met andere visies, waarbij dan vervolgens opgemerkt wordt dat op de vragen naar de eeuwige straf geen definitief uitsluitsel kan worden gegeven. Of begrijp ik de auteurs op dit punt niet goed?
Zo is er veel meer te noemen, maar hier moet ik het bij laten. Onwillekeurig vergeleek ik het boek met de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek van de hoogleraren Van Genderen en Velema. Hoezeer de pas verschenen dogmatiek ook up-to-date is en veel goeds biedt, persoonlijk ik zou de BGD toch niet graag inruilen voor de CD.
N.a.v. dr. G.van den Brink & dr. C. van der Kooi, Christelijke Dogmatiek, Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 2012, 722 blz., € 65,-.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2013
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's