ALS ÉÉN DIE DIENT
‘Maar Ik ben in het midden van u als Één die dient,
In dit nummer van Ambtelijk Contact wordt aandacht gegeven aan het werk van de VertrouwensCommissie (VC), die door de generale synode van 2001 werd ingesteld en daarna telkens opnieuw benoemd is. Die kleine commissie van drie (oud)-ambtsdragers, die later is uitgebreid met een ‘denktank’ van nog eens drie mensen, heeft tot taak predikanten en kerkenraden op hun verzoek te hulp te komen in situaties waar zij zelf niet meer uitkomen, terwijl ze tegelijkertijd (nog) niet de kerkelijke weg naar de classis willen gaan.
De redactie van Ambtelijk Contact vroeg de VC om in een paar artikelen het werk van de commissie toe te lichten, zoals de VC dat ook aan de GS van 2010 heeft gedaan. Daarbij wilde men graag als inzet een Bijbels/bezinnend artikel dat de problematiek zowel als de werkwijze van de VC raakt.
TEKSTKEUZE
De keuze van een tekst die behoort tot de woorden die Jezus gesproken heeft met betrekking tot zijn dienen, ligt voor een artikel als dit voor de hand. Het formulier voor de bevestiging van dienaren des Woords, vastgesteld door de GS van 1968/’69 en door die van 1971/’72, zegt aan het begin dat ambtsdragers hun opdracht ‘in ootmoed en nederigheid hebben te vervullen, ziende op Hem Die gekomen is om te dienen en Die in de voetwassing ons hiervan een voorbeeld gegeven heeft’. Het dienende karakter van het ambt moet juist in onze tijd des te meer benadrukt worden, nu onder invloed van een bepaalde theologie het woord ‘dienaar’ nog al eens vervangen wordt door het woord ‘leider’, met alle gevolgen van dien.
Dat ik daarbij kies voor het Woord, dat de Here Jezus gesproken heeft in de zaal waar Hij het avondmaal heeft ingesteld, heeft er ook mee te maken, dat wij in de VC ons werk met alle gebrek graag door dit Woord lieten beheersen en dat dit Woord nogal eens stof tot meditatie bood in de kring van een kerkenraad of zelfs tijdens een gemeenteavond, waarop wij ons werk toelichtten, in de hoop predikant, kerkenraad en gemeente daarmee te mogen dienen. Uiteraard zijn er meer teksten die van dit dienen van Jezus en het voorbeeld dat daarin aan ambtsdragers gegeven wordt spreken. Om slechts één sprekend voorbeeld te noemen: Marcus 10:45: ‘De Zoon des mensen is gekomen niet om gediend te worden, maar om te dienen en zijn ziel - zijn leven - te geven tot een rantsoen - een losprijs - voor velen’. Bij alle accentverschil is de kern echter gelijk. Christus kwam om te dienen en van die dienst moeten ambtsdragers en gemeente het hebben. Èn ze mogen en moeten aan die dienstknechtgestalte van hun Here en Meester een voorbeeld nemen.
LUISTEREN
Wanneer we nu de tekst voor ons nemen, is luisteren het beste dat we om te beginnen kunnen doen. Wat moet je aan deze woorden toevoegen? Het zijn wonderlijke, heerlijke woorden, vol diepe zondaarsliefde en opofferende zelfverloochening. Alles wat wij er over zeggen, schiet te kort.
Want Wie zien we hier? Het is Jezus Christus. Wanneer we naar de Evangeliën luisteren, horen we vooral de Profeet die onderwijst. We ontmoeten Hem ook als de Priester die offert en bidt. Maar hier spreekt vooral de Koning, die Zich ook bewust is van zijn Koningschap. Hij noemt Zichzelf de Zoon des mensen, met verwijzing naar Daniël 7. Hij spreekt van het perspectief van het Koninkrijk van God en vergelijkt Zich met aardse koningen en machthebbers. Hij is de Meeste, daar zijn de discipelen van overtuigd.
Waar is deze Here, deze Kurios?
In het midden van zijn discipelen. Het is duidelijk: zij zijn de dienaren van de Koning. Hij is de Meeste; zij zijn de minderen. Dat is hun positie en tot op zekere hoogte zijn ze zich dat ook wel bewust. Zij hebben zijn heerlijkheid gezien. Maar tegelijkertijd moet Jezus zijn hoofd over hen schudden. Zij zijn geen beste leerlingen. Dat is ook deze avond in de Paaszaal al weer gebleken. Hij moet vragen: Kennen jullie Mij niet. Zij denken zo groot van zichzelf. Ze vinden zichzelf beter dan de anderen. Wie is de meeste? Jij niet? En ze bedanken stuk voor stuk voor het minste dienstwerk: het wassen van de voeten.
Toch zegt de Here Jezus: Ik, in het midden van u. Daar is maar één verklaring voor: zij zijn in zijn Naam bijeen. Dat brengt samen en verbindt: mensen die hebben bekend en geloofd dat Hij is de Christus. Daar is Hij in het midden.
Gelukkig maar. Als Hij er niet was, waren zij er ook niet. Niemand waste immers de voeten. Zo konden ze niet aan tafel. Ze hadden tenslotte onverrichter zake weg moeten gaan. Wanneer Hij er niet was, zou er geen brood zijn dat spreekt van zijn lichaam en geen wijn die spreekt van zijn bloed. Dan was er niemand om te dienen. Ze waren niet verzadigd maar hongerig en leeg weggezonden. Hij in het midden; dat is beslissend.
DIENEN
Hoe is Hij in het midden? Wie nu niet goed luistert, maar eigen gedachtespinsels weeft, denkt: het zijn zijn dienaren die Hem omringen. Hij laat Zich door hen dienen. Luister nog eens even: als Één die dient. In het Grieks staat: als een diaken, de Koning die diaconaal werk verricht. Het minste werk, voeten wassen! Daarvoor moet je voor iemand knielen en zeggen: tot uw dienst. De oude Grieken vonden dat maar niks. Zij zeiden: hoe kan iemand die dient gelukkig zijn? Voor die dienst gebruikte je een slaaf.
Hij dient, als de minste der mensen. Door voeten te wassen en zo een voorbeeld te geven. Maar het gaat veel verder: Hij dient door zijn leven te geven, zijn lichaam, zijn bloed. Door Zich als een Lam ter slachting te laten leiden.
VOORBEELD
Zo is de Here Jezus in het midden van Zijn gemeente. Zo wil de VC graag in dienst van deze Here Jezus staan. Zo zullen ambtsdragers met elkaar omgaan in de kerkenraad en samen de gemeente voorgaan. Niet als mensen die elkaar de oren wassen en ‘de tent uitvechten’, maar die elkaar de voeten wassen naar het voorbeeld van de grote Christus. Dan is het een eer om ambtsdrager te mogen zijn, maar het is geen erebaantje.
Nee, in eigen kracht kunnen we dat niet. En met eigen wijsheid en inzicht bereiken we niets.
Het is de Heilige Geest, die zondige, in zichzelf hoogmoedige mensen, vernieuwt naar het beeld van Christus. En die mannen hoeven niet te vragen wie de meeste is. Ze weten het, dat is Hij die Zichzelf gaf en in de voetwassing ons een voorbeeld gaf. Ambtsdragers, dominees, ouderlingen en diakenen, zijn op hun plaats en verrichten hun dienst, wanneer anderen iets van deze Christus in hen zien. Zelf willen ze dat zo graag. Maar wanneer ze in de spiegel kijken, zien ze er zo weinig van. Het is en wordt steeds meer hun gebed: ‘O Zoon, maak ons uw beeld gelijk’.
Er is dankbaarheid bij de VC wanneer geconstateerd wordt dat voor dit gebed (weer) plaats komt.
Ds. J. Westerink was tot de synode van 2010 lid van de vertrouwenscommissie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's