DE HEMEL EN ONS VERLANGEN…
‘Dominee!..dominee!..’ Deze bewoner met een lichte verstandelijke beperking trekt zich er niets van aan dat ik geen dominee maar geestelijk verzorger ben — of wellicht scheert hij als toegewijd Rooms-katho-liek de protestanten allemaal over één kam — dominee!.. ‘Ja, meneer M., wat is er?’… ‘Dominee, als ik later in de hemel kom, zal ik dan mijn vader en moeder herkennen?’…’Zou u dat graag willen, meneer M.?’
“Ja, dominee, heel graag. Want ik hou zoveel van ze, ziet u, en ik mis ze zo..”
Eigenlijk brengt deze man een verlangen onder woorden dat voor ons allemaal herkenbaar is als we denken aan geliefden die ons zijn voorgegaan. Over de vraag: “Zullen we elkaar terug zien?” is menig artikel geschreven. De vraag brengt me weer terug naar mijn kindertijd. Want toen al besprak onze vader deze dingen met ons en zei hij — hoewel we dat helemaal niet konden waarderen — dat in de hemel familieverhoudingen niet meer zouden bestaan en dat als we elkaar terug zouden zien, we elkaar misschien niet meer zouden herkennen als moeder, kind of echtgenoot.
Wij probeerden daar wel wat tegen in te brengen, bijvoorbeeld door te wijzen op Lazarus, die in de schoot van Abraham terecht kwam en die toch herkend werd door de rijke man. Maar dan was het tegenargument dat het een gelijkenis was en dat Jezus zelf toch gezegd had dat we als ‘de engelen in de hemel’ zullen zijn.
Meneer M. heb ik geantwoord dat ik het niet wist, maar dat ik het wel hoopte. Zoals te verwachten stelde dit hem niet gerust en met tussenpozen blijft hij de vraag herhalen. Aan de andere kant: hij stélt de vraag tenminste nog. Hoe vaak kom ik niet tegen bij begrafenissen dat nabestaanden zeggen: “Ma is nu bij Pa in de hemel” of: “Gelukkig zijn ze nu weer samen!” En ook de stervenden zelf drukken hun verlangen op deze manier uit.
Ik ben mij ervan bewust dat ik over tere zaken schrijf. En het verlangen naar iemand waar je zoveel van gehouden hebt blijf je met je meedragen. Maar hoe zit het met ons verlangen naar de Here God? De hemel is toch in de eerste plaats de plek waar Hij woont en ons sterven een ontmoeting met Hém.
Praten we over de hemel als slechts een plaats waar onze overleden geliefden zijn of denken we aan de woonplaats van de God van hemel en aarde? Als de plaats waar de Here Jezus naar toeging bij Zijn Hemelvaart?
Nu weet ik wel dat een ieder van ons zo zijn of haar eigen voorstelling heeft van de hemel. De één denkt bijvoorbeeld aan het gedicht van Jacqueline van der Waals en ziet de gouden poorten in het verschiet; een ander denkt aan Gods vriendelijk aangezicht, dat vrolijkheid geeft en licht. Maar het belangrijkste is toch dat we ons — óók in onze verbeelding — laten leiden door dat wat God ons zelf aanreikt in Zijn Woord. En het daarbij laten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2005
Ambtelijk Contact | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2005
Ambtelijk Contact | 20 Pagina's