Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

C.L.M. van Noort, Waarom mijn moeder? Tekeningen Agnes de Boer-van Galen. Uitg. Groen, Heerenveen 1998. f 32,50. Deel 3 in de serie Kind en rouwverwerking.

Dit boekje bedoelt hulp te bieden voor het gesprek met kinderen over het verlies van hun moeder. Leeftijd 10 tot 13 jaar.

Er worden gesprekken gevoerd en gedachten aangereikt.

Het is een goed verzorg en inhoudelijk mooi boekje voor het doel. De prijs is wat aan de hoge kant. Laten ambtsdragers die kinderen wier moeder is overleden in hun wijk hebben, dit boekje aanschaffen. Het zal helpen in het contact met die kinderen.

Dr. Ir. E. Schuurman, Geloven in de wetenschap en techniek. Hoop voor de toekomst. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam 1998. Nr. 15 in de serie Verantwoording. 207 blz. f 35,–.

De auteur staat kritisch tegenover onze cultuur. De wetenschappelijke heilsverwachting heeft de cultuur geseculariseerd en door en door materialistisch gemaakt.

Schuurman pleit voor de term ‘scheppingsmandaat’. Hij ziet de schepping als een door de mensen te beheren tuin. Koesteren, behoeden, beschermen en verzorgen moeten even veel aandacht krijgen als bouwen, produceren en consumeren.

In dit boek vindt men op een knappe wijze samengebracht de verschillende gedachten die de auteur in allerlei voordrachten heeft uitgesproken. Het is een knap, instruerend boek, dat verwerking in gesprekskringen vraagt.

Mij heeft getroffen hoezeer de auteur vanuit de vreze des HEREN cultuurfilosofie beoefent. De Schrift gaat open en de werkelijkheid wordt geplaatst in het licht van het Koninkrijk.

Een waardevol boek.

H. Faber, R. Houtsma, L.J. Houtsma-Harms, Wybe Zijlstra. Een Portret. Pastor en pionier. Uitg.

Callenbach, Baarn 1998. 160 blz. f 29,90.

Dr. Wybe Zijlstra is de grote man van de klinisch pastorale trainingen. Zijn werk in Amersfoort en Amsterdam wordt in dit boek door dankbare leerlingen en collega’s beschreven. Zijn levensgeschiedenis wordt verteld en enkele preken, toespraken en opstellen worden afgedrukt.

Al met al een goed toegankelijk boek om deze vader van de Nederlandse KPT te leren kennen.

Voor mijn besef is het boek van te dichtbij geschreven. Het is daardoor weinig kritisch.

Michael N. Jagessar, Full life for All. In de serie Mission nr. 19. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 1997. 358 blz. f 62,50.

Deze in het Engels geschreven dissertatie is in Utrecht verdedigd onder promotorschap van prof. Jongeneel. Het boek behandelt het leven en de voornaamste thema’s uit het werk van Philip Potter, voormalig secretaris van de Wereldraad van Kerken. Het biedt een breed overzicht en een uitvoerige bespreking van hoofdpunten uit diens werk. Dat werk geldt theologische publikaties, vele lezingen en het leiding geven aan de Wereldraad.

Vanuit zijn theologische ontwikkeling en achtergrond wordt duidelijk waarom hij de Wereldraad een moderne kant heeft opgestuurd. in de richting van bevrijdingstheologie en feminisme.

De schrijver oefent hier en daar voorzichtig kritiek, maar is het met theologie en koersbepaling eens.

Het boek zou ik meer typeren als geschreven in de breedte dan in de diepte en dan in theologische scherpte. Niettemin een interessant stuk geschiedenis van een theoloog en van de Wereldraad. In zekere zin is deze dissertatie voor-werk.

LA. Hoedemaker (red.), Theologiseren in context. Uitg. Kok, Kampen 1997, en Stichting Open Theologisch Onderwijs in Heerlen. 321 blz. f 49,50.

In dit boek worden drie theologen besproken die vanuit Zuid-Amerika (Gutierez), India (Stanley Samartha) en vanuit Afrika (mrs. Mercy Amba Oduyoye) theologie hebben bedreven.

Kenners - respectievelijk L. Schuurman, E. van der Linden, S. Arends, E. Meijers - van het werk van deze drie geven een breedvoerig overzicht van hun gedachten en ontwikkeling. Sommige paragrafen bevatten excerpten uit een of meer publikaties van de besproken auteurs.

Gutierez is rooms-katholiek en staat het dichtst bij de westerse theologie. Hij verdedigt een bepaalde vorm van bevrijdingstheologie en van feminisme. Samartha pleit voor een pluralistische visie op en waardering van de godsdiensten. De Afrikaanse theologe staat het verst van het westerse denken. Zij is in haar ontwikkeling opgeschoven naar een radicaal anti-westers standpunt.

Het is opmerkelijk dat de tweede en de derde besproken auteur aan het hoofd gestaan hebben van onderafdelingen van de Wereldraad van Kerken.

De Groningse hoogleraar Hoedemaker schrijft een oriënterend en evaluerend overzicht aan het slot van het boek.

Context betekent in verband met de drie besproken auteurs, dat zij vanuit hun eigen culturele en maatschappelijke situatie theologie bedrijven.

Dat komt neer op een totale en radicale herschrijving van de theologie.

Opmerkelijk vond ik de stelling van Hoedemaker dat ook de traditie contextueel bepaald is. Daaruit esulteert de vraag of er een vaste, niet-contextuele norm is. De Schrift is voor alle drie wel “inspiratiebron”, maar niet norm in de onder ons bekende zin van het woord.

Het boek bevat een oproep aan westerse theologen om zich in deze contextuele theologie in te leven en zich via een dialoog te heroriënteren.

Het boek wil voor westerse theologen als een eye-opener fungeren.

Dr. J.M. van ‘t Kruis, De Geest als missionaire beweging. In de serie Mission nr. 22. Een onderzoek naar de functie en toereikendheid van gereformeerde theologie in de huidige missiologische dscussie.Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 1997. 290 blz. f 49,50.

Het boek maakt het nodig enkele vaktermen te gebruiken. Ik doe dat in ons tijdschrift niet graag. Zonder deze termen kan ik echter mijn oordeel over dit boek niet verwoorden.

Dit is om verschillende redenen een tamelijk ingewikkeld boek. De schrijver tracht van wat hij noemt gereformeerde theologische concepten een hedendaagse bruikbare visie op de zending af e leiden. Hij heeft daarvoor als bronnen van onderzoek gekozen de theologie van Van Ruler, van oltmann en van de Leidse hoogleraar Van de Beek. De laatste wordt minder uitvoerig behandeld dan de eerste twee. Toch biedt hij de sleutel voor de oplossing. Van de Beek fungeert in het boek ls correctief op de de tekorten die de schrijver bij Van Ruler en Moltmann constateert.

Behalve de drie genoemden worden in het eerste hoofdstuk zeker nog vijf theologen besproken, an verschillende herkomst. Deze procedure maakt het boek ingewikkeld. Daar komt bij dat de rondlijnen uit de theologie van de drie hoofdgetuigen meer of minder uitvoerig worden beschreven, zonder dat het totale plaatje van hun theologie opgenomen wordt in het concluderende slothoofdstuk. Voor mijn besef blijft er het een en ander in het midden van het boek liggen dat verder iet meer meedoet. Was het dan nodig dit alles te vermelden? Een sfeertekening, zoals ook in het eerste hoofdstuk?

De schrijver legt veel nadruk op de Geest, zonder het filioque. Dat wil zeggen de Geest gaat uit an God de Vader en slechts ten dele van de Zoon. Dat geeft ruimte voor een pluralistisch werken an de Geest. De schrijver heeft kritiek op wat hij noemt een ontologisering van de soteriologie oor een universalistische christocentrische benadering.

Pneumatologie en eschatologie moeten veel meer met elkaar verbonden worden. Dan kan men echt doen aan andere godsdiensten. Hun bijdrage aan ons verstaan en verwerken van de bijbelse boodschap honoreren. De lezer voelt: de christologie wordt ten gunste van het werk van de Geest naar achteren geschoven. Zo is er via de pneumatologie ruimte voor contextualiteit en een nter-godsdienstige dialoog.

Het trof mij dat de schrijver zijn conclusie als een soort programma door heel het boek heen oneert. Aan die conclusie meet hij reeds in het midden van het boek Van Ruler en Moltmann af. en opvallende methode.

Wat mij het zwaarst valt is het pleidooi voor het werk van de Geest dat ten koste gaat van het werk an Christus.

Voorzover ik iets afweet van een gereformeerde pneumatologie, past die naam de hier eboden theologische conceptie. De Geest stelt Christus centraal, ook in de interreligieuze dialoog.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1999

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1999

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's