TER OVERWEGING
Dr. B. Wentsel, God en mens verzoend. Incarnatie, verzoening, koninkrijk van God. Dogmatiek, deel 3b. Uitg. J.H. Kok, Kampen 1991. 746 blz. Geb. f 156,–.
De delen van de dogmatiek van dr. B. Wentsel die aan dit boek voorafgingen, verschenen in 1981, 1982 en 1987. Over enkele jaren wordt nog een deel verwacht. Het is niet overbodig om de titels eens op een rij te zetten. Deel 1 gaat over het Woord, de Zoon en de dienst; deel 2 over de openbaring, het verbond en de apriori’s; deel 3a over Godsleer, mensleer en zondeleer. Toen deel 3a verschenen was, heb ik in dit maandblad al uiting gegeven aan mijn waardering voor dit werk. Wat in 1988 in een brede recensie over het karakter en de kwaliteiten van de dogmatiek van Wentsel gezegd is, behoeft hier niet herhaald te worden. De auteur bleef zijn methode trouw. Wel zijn de registers veel uitvoeriger geworden. In dit nieuwe deel komen gewichtige thema’s aan de orde. Het is bekend, dat er met betrekking tot het werk van Christus ingrijpende theologische verschillen bestaan. Tegenover afwijkende opvattingen over de incarnatie en de verzoening wordt de gereformeerde visie gesteld. De leer van de algemene verzoening en de alverzoening worden terecht afgewezen. De auteur zegt in zijn naschrift: “De meeste hoofdbrekens en hartepijnen bezorgde mij het elfde hoofdstuk inzake de lichamelijke nood van miljoenen en het eeuwig wel of eeuwig wee van de mens”. Bij bepaalde uitspraken kan men een vraagteken zetten. Is het waar, dat de zonden vóór Christus’ troonsbestijging geduld of vergolden, maar niet vergeven werden, zoals op blz. 311 staat? Of dat de mensheid als gemeenschap God als trinitarische en harmonieuze Gemeenschap weerspiegelt (blz. 202)? De analyses van het hedendaagse denken zijn dikwijls heel scherp en de kritiek is duidelijk. Een voorbeeld: ledere vorm van vermenging van het Christendom met andere godsdiensten dient resoluut van de hand gewezen te worden. Het ziet ernaar uit dat het belijden der kerk zich steeds meer zal toespitsen op het punt van de exclusiviteit en uniciteit van Christus als Redder in een wereld die er de voorkeur aan geeft om een pluralisme van verlossingswegen naast elkaar te zetten (blz. 602). Het is verleidelijk om meer aan te halen. Er wordt in dit boek veel geboden. Ik mag nog wel opmerken, dat in de “Beknopte gereformeerde dogmatiek”, waarvan prof. Velema en ik de schrijvers zijn, meer dan eens instemming betuigd wordt met wat dr. Wentsel schreef. Het zou het laatste deel wel ten goede komen, als de auteur zich hier en daar beperkingen oplegde. Anders wordt het nog omvangrijker dan deel 3b, want ter wille van de volledigheid zal er nog heel wat ter sprake gebracht moeten worden. Voor het werk van de uitgever ook ditmaal niets dan lof!
J.H. Velema, red., Goede Moed. Dagkalender 1992. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam. f 11,50. Voor Hart en Huis. Bijbels Dagboek 1992. Uitg. Groen, Leiden. f 11,50. Honigdroppels, 1992, onder red. van “De vriend van oud en Jong”. Uitg. Groen, Leiden. f 15,75.
Drie dagboeken, die zich een eigen plaats hebben verworven. “Goede Moed” telt zijn 26e jaargang. Verscheidenheid van schrijvers. Ik ben niet zo gelukkig met het feit dat verschillende figuren of thema’s behandeld worden. Dit schrijf ik op grond van ervaringen van het voorgaande jaar. Liever aaneensluitend een schriftgedeelte. Zo lezen we de Bijbel.
“Voor Hart en Huis” is verzorgd door de predikanten Budding, Van Heteren, De Knegt en Rietdijk. Telkens wordt per veertien dagen of drie weken een aaneensluitend bijbelgedeelte behandeld.
“Honigdroppels” is een vanouds bekende, vanuit de kring van de Geref. Bond en de Geref. Gemeenten verzorgde kalender, die ons in boekvorm werd aangeboden. Bij de tekstkeuze voor de korte meditaties is wel rekening gehouden met het kerkelijk jaar, maar valt een bepaalde aaneensluiting niet direct op.
J.A. Selling e.a., Christenen en samenleving. 100 jaar Rerum Novarum. Uitg. Kok, Kampen 1991. 246 blz. f 49,50.
In de lente van 1989 is in Leuven een symposium gehouden met het oog op de (toen nog aanstaande) viering van honderd jaar Rerum Novarum. De theologische faculteit en vele rooms-katholieke maatschappelijke en wetenschappelijke instellingen hebben meegedaan. Men vindt het verslag van de geleverde referaten en de gevoerde discussies in dit boek. Vier thema’s: arbeid en kapitaal, gezin, milieu, en christenen over economie. Er zijn doorwrochte studies geleverd, die vooral zijn toegesneden op de Belgische samenleving, en die rooms-katholiek gekleurd zijn. Ik heb diep respect voor deze onderneming (een soort christelijk-sociaal congres van rooms-katholieken in België, bijna honderd jaar na het eerste (protestantse) in Nederland). De slottoespraak van de Duitser D. Mieth moet op zijn gehoor een diepe indruk hebben gemaakt. Voor wie met deze materie op wetenschappelijke en praktische wijze bezig is, is dit boek onmisbaar. De Kamper ethicus heeft een indringende bijdrage geleverd.
Drs. A.M. Amesz, In drie golven. Geschiedenis en verschijnselen van de charismatische beweging. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam 1991. 162 blz. f 22,90. Dit boek beschrijft de charismatische beweging in de drie golven van haar verschijning. Er wordt veel historisch materiaal aangedragen. Niet altijd worden hoofdlijnen en details van elkaar onderscheiden. Er worden wel eens (te) veel details aangedragen. Mr. Medema geeft een bijbelse evaluatie. Naar mijn mening gaat hij niet zozeer in op wat allemaal wordt aangevoerd. Hij bespreekt bijbelse gegevens met betrekking tot de Heilige Geest.
W.A. Verheij, De Geest wijst wegen in de tijd. Uitg. Kok, Kampen 1991. 611 blz. f 49,90.
De auteur is hervormd predikant geweest in Meppel. Hij is in december 1990 overleden, kort voordat dit uitgebreide commentaar op Lucas en Handelingen verscheen. Een commentaar is het eigenlijk niet. De ondertitel “Lucas’ theologie des Woords in het evangelie (een ecclesiologische Christologie) en Handelingen (een Christologische ecclesiologie)” maakt duidelijk hoe de auteur de beide geschritten van Lucas ziet. Hij tracht “de theologie van Lucas” eruit te halen, naar het model van Breukelman. Vaak is de toelichting verrassend, vooral door nadruk op verbanden met het Oude Testament. Dikwijls ook gezocht. De methode is soms allegorisch; bijvoorbeeld als wordt gezegd dat de vrouw die Jezus aanraakt (in 8: 40-56) op geestelijke wijze de huwelijksgemeenschap voltrekt. De man die in 8: 26-39 van de duivelen wordt bevrijd, zou Paulus zijn geweest. We noemen slechts twee voorbeelden. Wie zelfstandig exegetiseert en kritisch leest, kan in dit boek opmerkelijke dingen vinden, die stimulerend voor de prediking zijn. Men zal echter door de allegorie moeten heen prikken.
L. van Driel (red.), Open boek. Nadere uitwerking van de Open brief. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 1991. 177 blz. f 17,50.
Dit boek vraagt eigenlijk om een uitgebreid artikel. Het is een uitwerking van en tegelijk een reactie op de Open brief die rond Pinksteren 1990 is gepubliceerd. Kernvraag is: hoe brengen we het evangelie aan de mens van onze cultuur? Contextualiteit en verandering enerzijds, continuïteit en het pand bewaren anderzijds. Een diepgaande spanning, soms ook tussen de verschillende auteurs. Velen doen een poging (met concrete voorstellen) om de vormen te veranderen en de zaak vast te houden. Men wil beide combineren, maar bespreekt te weinig wat onopgeefbaar is, en wat door verandering van vorm geen schade lijdt. De vragen om elk hoofdstuk in gespreksgroepen te verwerken, zijn raak geformuleerd. Dit boek maakt zijn titel op verschillende manieren waar, niet het minst daardoor dat nogal wat open wordt gelaten, wat verdere bespreking behoeft. Het is een werkboek, dat aan het werk zet en veel door de lezers laat invullen.
Reformatie in meervoud. Congresbundel 1990. Uitg. De Groot Goudriaan, Kampen 1991. 76 blz. f 25,–.
Deze bundel bevat het verslag van de referaten die op het congres in 1990 zijn gehouden. Voordrachten van prof. De Jong en de onderzoekers W. de Greet, B.J. Spruyt en J. van Oort. Vooral het laatste opstel over de betekenis van Augustinus in Luthers reformatorische ontwikkeling heeft ons geboeid. Wij vinden dit deel een waardevol vervolg van de verleden jaar gestarte serie.
R.H. Matzken, Charisma in golven en John Wimber als vader van de derde golf. Uitg. Groen, Leiden 1991. 72 blz. f 14,95.
Een helder boekje over bedoelingen en achtergronden van het optreden van John Wimber (o.a. in Zwolle, september 1991). Duidelijk wordt dat de Schrift niet meer de beslissende maatstaf is in zijn charismatische beweging.
H.F. Kohlbrugge, De beloofde Christus. Uitg. De Groot Goudriaan, Kampen 1991. 89 blz. f 14,90.
Zeven preken van Kohlbrugge uit de eerste jaren van zijn verblijf in Elberfeld. In Duitsland verscheen van deze bundel in 1855 de vierde druk. Drs. Olbertijn heeft de preken vertaald.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1992
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's