PASTORAAT ONDER VERSLAAFDEN
Bij het lezen van de bovenstaande titel zullen de meeste ambtsdragers onwillekeurig denken aan de verslaafden aan hard drugs, een categorie mensen die wij in het pastoraat binnen de eigen gemeentegrenzen (gelukkig) maar weinig zullen tegenkomen.
Toch wil ik binnen het kader van dit artikel niet stilstaan bij de hard drugs, maar de focus richten op een drug die dan misschien wel niet onder de hard drugs valt, maar die toch ook zeker een vernietigend effect op lichaam en geest heeft: het roken.
In de eerste plaats zullen in dit artikel de schadelijke gevolgen van het roken belicht worden, daarna zal de noodzaak van pastoraat aan de orde komen om ten slotte richtlijnen voor dit pastoraat te geven.
Schadelijke gevolgen van het roken
Het feit dat roken vele ernstige ziekten kan veroorzaken is inmiddels bij vrijwel iedereen bekend. Niet alleen is roken de belangrijkste oorzaak van longkanker, maar ook speelt het een belangrijke rol bij vele andere vormen van kanker, hartinfarcten en beroertes.
Aangetoond is dat reeds enkele seconden na een trekje aan een sigaret de doorbloeding van de kransslagaderen rond het hart afneemt en dat op die momenten de kans op een hartinfarct dus toeneemt. Roken is dan ook te vergelijken met een soort Russische roulette met je hart: het gaat net zo lang goed totdat……….
Uit de statistieken kun je concluderen dat elke sigaret de levensduur met 5½ minuut bekort!
Ook op onze geest heeft het roken veel invloed. De rustgevende gevoelens die optreden als nicotine in de hersenen komt, ontstaan al tijdens het roken van een sigaret. Op deze manier is een roker in staat om op een gemakkelijke en sociaal geaccepteerde manier honderden keren per dag (uitgaande van tien trekjes per sigaret) een dosis van deze drug tot zich te nemen. Hoezeer deze drug onze geest beïnvloedt, blijkt pas als iemand met roken wil stoppen. De onthoudingsverschijnselen zoals angst, onrust en verwardheid zijn vaak zo sterk dat de meeste rokers die proberen te stoppen, na een korte periode zich weer gewonnen geven aan de sigaret.
De noodzaak van pastoraat
Dit overziende moeten we inzake het roken concluderen dat dit nooit de bedoeling van God met ons leven geweest kan zijn. Moeten we het roken dan ook niet ten diepste een zonde noemen? En omdat het hier duidelijk óók om een openbare zonde gaat, dringt zich dan de noodzaak van pastoraat niet aan ons op?
Dat dit een zeer gevoelige en uiterst moeizame zaak is laat zich denken. Wij wonen in een land waar we ons drukker lijken te maken over de 64 doden per jaar aan de gevolgen van hard drugs dan over de 18.000 doden per jaar aan de gevolgen van roken. Roken is sociaal geaccepteerd en dat maakt het in het pastoraat zo moeilijk.
Daarbij komt dat het voor een kerkeraad makkelijker is om pastorale gesprekken te voeren over en met bijv. samenwonende stellen dan over en met rokers. In de eerste plaats omdat er in geen enkele kerkeraad samenwonende mannen zitten, maar bijna altijd wel enkele rokers. Het komt ons dus zeer nabij! Dit wordt door velen als zeer bedreigend ervaren. In de tweede plaats betreft het samenwonen en andere vergelijkbare zaken meestal slechts een zeer klein aantal personen in onze gemeenten; dat maakt het pastoraat overzichtelijk. Het roken is echter in de meeste gemeenten niet beperkt tot een kleine groep en zal waarschijnlijk zelfs het landelijk percentage van 30 procent benaderen. Dat maakt het gelijk tot een pastoraal probleem van een enorme omvang.
Richtlijnen voor het pastoraat
In deze aangelegenheid moet de gemeente zeer voorzichtig benaderd worden. In de eerste plaats omdat er dan in deze zaak sprake is van een ander beleid van de kerkeraad en in de tweede plaats omdat de omvang van het probleem zo groot is. Deze voorzichtige benadering kan bestaan uit een aantal voorlichtende artikelen in het kerkblad, een bezinningsavond voor de gemeente over dit onderwerp en het ter sprake brengen van het roken op de huisbezoeken.
In geen geval moet vergeten worden dat het roken een verslaving is en dat het dus zeker geen simpele zaak is om te stoppen.
Vooralsnog moet men dan ook zeer terughoudend zijn met speciale pastorale bezoeken. Ook in de kerkdiensten kan er bij de behandeling van het zesde en zevende gebod uit de Heidelberger Catechismus stilgestaan worden bij deze zaak. Tevens verdient het aanbeveling om in de voorbeden tijdens de dienst regelmatig ook de verslaafden aan nicotine te betrekken.
Indien iemand bereid is om te stoppen, doet men er goed aan hem te verwijzen naar zijn of haar huisarts voor hulp bij de onthoudingsverschijnselen. Deze kunnen zijn: rusteloosheid, geiïrriteerdheid, angst, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, drang om te roken. Deze verschijnselen zijn één à twee dagen na het stoppen maximaal om dan vervolgens in één à twee weken langzaam te verdwijnen. De wens om te roken in stressvolle situaties kan echter nog wel enkele maanden tot zelfs jaren blijven bestaan.
Conclusie
Mede onder invloed van nieuwe medische gegevens verandert onze houding ten opzichte van het roken. Mag en moet als gevolg hiervan het roken ook als zondig benoemd worden in het pastoraat? Gezien de grote omvang van het probleem dient vernieuwd pastoraat in dezen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te geschieden.
Geraadpleegde literatuur:
1. Neal L. Benowitz, Drug Therapy: Pharmacologic Aspects of Cigarette smoking and nicotine addiction, New England Journal of Medicine, 1988; 319 (20) 1318.
2. R. Breteler, Roken en stoppen met roken, Patient Care, 1989; vol. 16 nr. 12.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1990
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1990
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's