TER OVERWEGIIMG
Dr. J. van Bruggen,Het huwelijk gewogen, 139 blz., f. 17,90.
Ton Bol land, Amsterdam 1978.
Dit is een fraaie studie over 1 Korinthe 7. In acht hoofdstukken worden de gedeelten van 1 Korinthe 7 die bij elkaar behoren, besproken en naar onze tijd toe actueel uitgelegd. De schrijver is nieuwtestamenticus en beheerst de stof. De toon van eerbied voor het geschreven woord klinkt door heel het boek heen. De schrijver wijst vanuit Paulus een weg die ook in onze tijd begaanbaar is. Hij wijst op de noodzaak van liefde en zelfverloochening. Niet in alles kan ik de schrijver volgen. De uitleg van het „branden” in vers 9 komt me niet juist voor. In de uitleg van vers 15 volg ik liever Calvijn. Dit neemt niet weg dat ik dit een waardevolle studie over het huwelijk vind, die ik ook graag onder de aandacht van ambtsdragers breng. Zij zullen voor gesprekken over huwelijk en sexualiteit veel aan dit boekje kunnen hebben. Het is ook geschikt om met jonge mensen te bespreken of om door jonge mensen besproken te worden.
Ds. J. van der Haar,Voorzienigheidsgeloof en Polio-inenting, 60 blz.
Uitgeverij Kool, Veenendaal 1978.
In dit boekje is een geschrift uit 1964 herdrukt en aangevuld met twee artikelen die in het Reformatorisch Dagblad gestaan hebben over de visie van Calvijn op de voorzienigheid en van W. Teellinck op maatregelen tegen besmettelijke ziekte.
De schrijver is een fervent tegenstander van inenting. Hij schrijft op waardige toon. Toch betreur ik het dat hij net geschrift uit 1964 niet herzien heeft. De toegevoegde artikelen zijn van betekenis voor het door Calvijn en Teellinck behandelde onderwerp. Ik trek uit deze verhandelingen echter een andere conclusie dan ds. Van der Haar. Daar zit nu juist het punt. Al met al is dit boekje van betekenis om een bepaald standpunt te leren kennen, als men daarmee niet bekend is. Het is geen voorbeeld van een echt zakelijke discussie. Juist hieraan bestaat behoefte.
Harold Bauman,Tranen bij het leven, 30 blz., f. 7,90.
Kok, Kampen.
Dit is een klein, maar fijn boekje met overwegingen voor dagen van verdriet. De tekst is getoonzet op Johannes 11 : 25 en 41 -44. Er staan mooie foto’s in. Getracht wordt hulp te bieden aan hen die iemand moesten verliezen.
J. van Genderen e.a.,Zicht op Calvijn, 226 blz., f. 17,90.
Buijten en Schipperheijn, Amsterdam.
Met vreugde kondigen we de tweede druk van dit boek over Calvijn aan. Schrijvers zijn de Professoren Van Genderen, S. van der Linde, Nauta, C. Veenhof en mr. Hage.
Het is bijna onbillijk hoofdstukken apart te noemen. De vijf bijdragen zijn van hoge kwaliteit. Zonder van de overige opstellen iets af te doen noem ik Calvijns dogmatisch werk (prof. Van Genderen) en Calvijn en de prediking (prof. Veenhof) met grote erkentelijkheid.
Het verheugt me dat deze tweede druk is verschenen. Men moet uit het voorwoord van ds. J.H. Velema afleiden dat men de tweede druk in handen heeft. Op de titelpagina staat dat helaas niet vermeld. De prijs is voor dit inhoudrijke boek bijzonder laag. Een aanbeveling moet overbodig heten.
Dr. T. Brienen, Twee in ééa Hoe God samenkomt met zijn volk (de grondvraag van de liturgie). Uitg. Kok, Kam pen. 45 blz., f. 9,90.
Wie op „preektournee” door de kerken zwerft, merkt dat er tegenwoordig inzake de liturgische vormgeving nog al verscheidenheid in de kerken bestaat. Sommige kerkeraden zijn zo dienstvaardig dat van tevoren de „liturgie” wordt toegezonden die dan alleen maar „ingevuld” behoeft te worden! Inderdaad de kerkeraad beslist in dezen, niet de diènstdoende liturg. Maar dan is het eerste vereiste verantwoord te beslissen. Dr. Brienen biedt daarbij de helpende hand in deze „Apeldoornse Studie” (no. 14 - langzamerhand een serie van kwaliteit!). Onder „Terreinverkenning” wijst hij behalveopde theologische bezinning die gaande is, ook op de praktijk die zoveel diversiteit laat zien. Elke kerkeraad die met de liturgie te maken heeft - welke niet? - en er zich op wil „bezinnen”, verzuime niet kennis te nemen van de bezinning die dr. Brienen biedt. Hoe de „vormgeving” in de praktijk dan ook zal uitvallen, die zal „verantwoord” zijn mits de „blijvende brandpunten” in het vizier worden gehouden: hetspreken van God door zijn Woord (concreet: Schriftlezing en Schriftverkondiging met de bediening van doop en avondmaal) en het spreken, antwoorden van de gemeente in horen, bidden, belijden, zingen, danken, offeren, ontvangen van doop en avondmaal, zich vormen tot een dienend leven en zich aangorden tot heiliging van de wandel (blz. 44). Inderdaad zijn dan bepaalde vormgevingen en ordebepalingen van betrekkelijke waarde „waarom we elkaar niet mogen veroordelen” (45). Maar zelfs - of juist(?) - in de kerk is Matt. 7 : 1 enz. nog altijd een „waarheid”die al te gemakkelijk genegeerd wordt!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 1979
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's