Verhouding tot andere kerken
1. Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt)
De synode besloot een antwoordschrijven te richten aan de generale synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) naar aanleiding van de brief van de generale synode van Hattem dezer kerken. In het antwoordschrijven wordt o.m. gezegd: ”Zij verklaart bereid te zijn door middel van wederzijdse deputaten alsnog te spreken over de verhouding van Uwe en onze kerken”.
2. Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt, buiten verband)
A. De synode sprak uit, dat zij met dankbaarheid kennis genomen heeft van de mededeling van deputaten voor de eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland en de correspondentie met buitenlandse kerken, dat tussen deputaten en de commissie van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt, buiten verband) een verbindende mate van een-stemmigheid wordt geconstateerd met betrekking tot de toeëigening des heils. Zij heeft deputaten opgedragen, de bereikte overeenstemming te verwerken in een zo mogelijk gemeenschappelijke verklaring om als handleiding te kunnen dienen bij plaatselijke samensprekingen en toenadering.
Deputaten ontvingen de opdracht, gezien de thans bereikte resultaten, door middel van een enquête een onderzoek in te stellen naar de plaatselijke verhoudingen.
De synode dringt er bij de kerkeraden op aan, de contacten met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt, buiten verband) in het geloof te beginnen en waar deze reeds zijn, te bewaren en te versterken.
B. De synode besloot in officiële publikaties en in de nieuwe uitgave van de Kerkorde de gehele voorlopige regeling op te nemen. Deze regeling luidt:
1. Het aanvankelijk gestalte geven aan eenheid tussen tot verschillende kerkverbanden behorende plaatselijke kerken van gereformeerd belijden door nauwer samenleven, uitkomende in de toelating van elkanders ongecensureerde leden tot elkanders avondmaalsviering, het aanvaarden van elkanders attestaties en het van tijd tot tijd in de dienst des Woords en der sacramenten laten voorgaan van elkanders plaatselijke predikanten of van predikanten van andere plaatselijke kerken. waar hetzelfde nauwer samenleven tot stand gekomen is, kan alleen geschieden met kerken die behoren tot een kerkverband waarvan de synode van de eigen kerken heeft geconstateerd dat het zich in alles wil stellen op de grondslag van Gods heilig Woord en de gereformeerde belijdenis, en met welk kerkverband contacten worden onderhouden door wederzijdse deputaten.
2. a. De hierboven omschreven samenleving kan alleen tot stand komen na genoegzame samensprekingen tussen de betrokken kerkeraden. waarbij gebleken is dat er metterdaad een eenheid is in erkenning en beleving van het Woord Gods en de belijdenis der kerken, alsook van de regels die op grond daarvan voor het kerkelijke leven gelden.
b. De kerkeraad van de Christelijke Gereformeerde Kerk moet over de voorgenomen nauwere samenleving de gemeente horen en haar bewilliging vragen; slechts bij een naar het oordeel van de kerkeraad genoegzame eenparigheid van gevoelen in de gemeente kan de kerkeraad verdere stappen doen tot de voorgenomen nauwere samenleving.
c. De kerkeraad van de Christelijke Gereformeerde Kerk moet vervolgens het oordeel van de classis vragen omtrent de voorgenomen nauwere samenleving.
d. De classis zal, lettende op de noodzaak om de eenheid en de zuiverheid van de leer en van de kerkregering te bewaren, zich met bijstand van de deputaten naar art. 49 K.O. overtuigen van de onder a. bedoelde eenheid.
e. De classis zal door middel van de rondvraag naar art. 41 K.O. en van de kerkvisitatie naar art. 44 K.O. voortdurend haar aandacht wijden aan de tot stand gekomen nauwere samenleving.
3. De nauwere samenleving, onder 1 en 2 bedoeld, is zuiver plaatselijk en mag niet gezien worden als een vereniging tussen de betrokken kerken of als het constitueren van een nieuwe kerkformatie. De plaatselijke kerk behoudt haar zelfstandig karakter wat opzicht. tucht en diaconaat befreit.
4. Het bovengenoemde nauwere samenleven draagt een voorlopig karakter in afwachting van de verdere ontwikkeling ten aanzien van de toenadering tussen beide kerkverbanden.
5. Indien Christelijke Gereformeerde Kerken en Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt, buiten verband) in hetzelfde of nagenoeg hetzelfde ressort tot wederzijdse classicale overeenstemming komen en deputaten naar art. 49 K.O. zich hebben overtuigd van de eenheid, zoals die is omschreven in het synodebesluit blijkens Acta 1965/1966 art. 219 sub 2 a, aangevuld in 1971/1972 art. 242, heeft deze classis het recht de kerken in haar ressort toe te staan om aan de gevonden eenheid gestalte te geven naar analogie van de wijze, die in genoemd synodebeslult is vastgelegd, met dier verstande dat geen predikant zal voorgaan in plaatsen waar de Christelijke Gereformeerde Kerk geen overeenstemming heeft bereikt met de Gereformeerde Kerk ( vrijgemaakt, buiten verband) ter plaatse.
3. Contactorgaan van de gereformeerde gezindte
De synode besloot uit te spreken dat zij de oproep door het C.O.G.G. aan onze kerkeraden in 1973 verzonden, van harte ondersteunt en dringend in de daadwerkelijke belangsteiling aanbeveelt.
4. I.C.C.C.
De synode besloot de I.C.C.C. in kennis te stellen van de ter synode genoemde bezwaren en op de komende generale synode een beslissing te nemen met betrekking tot het I.C.C.C.-lidmaatschap van onze kerken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975
Ambtelijk Contact | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975
Ambtelijk Contact | 24 Pagina's