Kerk en catechisatie V
Zoeken van andere wegen
In een van de voorafgaande artikelen heb ik er reeds op gewezen, dat er een bezinning gaande is over de catechisatie als taak van de kerk aan de jeugd. Een bezinning, die in alle kerken aanwezig is en waarvan de resultaten in het zoeken van andere wegen voor de catechese naar voren komen.
Het ligt in mijn bedoeling om op deze zaak te wijzen. In dit artikel denk ik dan een klein overzicht te geven van dit zoeken van andere wegen, terwijl ik in een volgend en tegelijk laatste artikel dan hoop te wijzen op de achtergronden van deze vernieuwing in de catechese. Heel duidelijk komt dat zoeken van andere wegen wel uit in het reeds eerder genoemde rapport van het Hoger Catechetisch Instituut te Nijmegen dat in 1964 verscheen, en waarin nieuwe „Grondlijnen voor een vernieuwde schoolcatechese” getrokken worden.
Dat hier over schoolcatechese gesproken wordt is begrijpelijk wanneer wij er op letten dat de Roomse kerk op haar scholen de catechetische taak verzorgt en dat dit eigenlijk hét onderwijs van de kerk aan haar jeugd is.
De zaken worden in dit geschrift scherp gesteld. Men bepleit een totale omwending in de opzet van het onderwijs van de kerk. Voorheen was dit intellectualistisch. Het verstand was daarbij een geïsoleerd vermogen, de waarheid een denk-goed, dat apologetisch verdedigd moest worden. Vervolgens was het moralistisch d.w.z. het gaf in details allerlei geboden en verboden. Dan was het devotioneel, het zag het vrome ingekeerde leven als een van de hoogste idealen. Tenslotte was het godsdienstonderwijs gesloten. Er bestond een scheiding tussen het godsdienstige en gewone leven, waarbij het ene met het andere niets te maken had.
De wereld van vandaag is radicaal anders geworden en wanneer de kerk de wegen van voorheen ook in haar onderwijs blijft volgen dan wordt ze een godsdienstig reservaat. Het catechetisch onderwijs moet dan ook een ander christendom kweken. Het rapport stelt dit aldus:
Er moet komen een persoonlijk christendom,waarbij niet de kerk centraal staat maar het persoonlijk meeleven, men moet er m geïnteresseerd zijn. Daarom moet men een bijbels-liturgisch leven zoeken te kweken dat aards gericht is en dus niet alleen op de hemel georiënteerd maar ook volledig op zijn aardse taak is ingesteld. Dan moet dit christendom open zijn d.w.z. het moet oog hebben voor wat bij anderen is terwijl het tenslotte medemenselijk moet zijn waarbij het alle begrenzingen doorbreekt en op een geheel nieuwe wijze in het leven staat. Wie beide visies met elkaar vergelijkt bemerkt wel dat hier een radicale omwending van het godsdienstig onderwijs beoogd wordt.
De kort geleden verschenen Nieuwe Katechismus, is naar deze nieuwe lijnen opgesteld en vertoont inderdaad deze radicale omwending, waarbij men de vraag niet onderdrukken kan of dit in sommige opzichten niet meer humanistisch dan christelijk is. Maar het zoeken van nieuwe wegen is het zeker.
Begrijpelijk is dan ook dat R.K.-catecheten niet meer spreken van geloofsonderricht maar van geloofsopvoeding. Het gaat meer om een bepaalde instelling en visie dan om het kennen.
In Hervormde kringen is de bezinning op de catechese reeds lang gaande.
Eerst onder leiding van dr. P. ten Have, die voor deze arbeid vrijgesteld was en toegevoegd aan de raad voor Kerk en Catechese. Hij is jong overleden.
De methode, die hij ontwikkelde was de uitwerking van de Ordinantie voor de catechese 9-1-1 waar deze als volgt omschreven werd: „het lezen en verstaan van de H. Schrift; de kennis van de belijdenis der kerk; van de geschiedenis der kerk en van het kerkboek.”
Voor het kerkelijk onderricht naar deze lijnen schreef Dr. Ten Have vele handleidingen voor catecheet en catéchisant.
De nieuwe bezinning heeft op deze opzet al weer scherpe critiek uitgebracht. Men zoekt een andere weg waarbij andere uitgangspunten gelden.
Men vindt de bovengegeven omschrijving te individualistisch en te veel op het kennen, het intellect gericht, zij is teveel op het onderricht ingesteld en te weinig vorming in verband met de plaats die de catechisant heeft, de taak die hem roept en de tijd waarin hij staat. Men is van mening dat bij een opzet als boven de gemeente teveel tekort komt.
Dr. H. M. Bolkesteyn heeft in een rede bij de aanvaarding van het lectoraat in de ambtelijke theologie aan de Leidse Universiteit (25 okt. 1966) over „De eigen aard van de catechese” deze aldus omschreven „de catechese is dienst aan hen, die naar het gemeente-zijn op weg zijn en hen wil helpen in de gemeente te leven en met de gemeente in de wereld”. Hij wil daartoe onderricht, opvoeding en zielszorg verbinden met perspectief op de gemeente. Enkele kringen van predikanten uit de Herv. Kerk hebben voor deze opzet gestencilde uitgaven ontworpen, waar men proeven mee neemt in een catechisatie-seizoen en de ervaringen daarmede in een gemeenschappelijk rapport neerlegt. Men stelt ook voor Gereformeerde predikanten de mogelijkheid open aan deze proeven deel te nemen. Bij deze opzet staat inderdaad de gemeente centraal, waarbij bepaalde schriftgedeelten dan tot uitgangspunt dienen.
In de Gereformeerde kerken is, sinds de Synode in 1952 een rapport aanvaardde, dat bepaalde richtlijnen voor de catechese trok, de bezinning niet opgehouden.
Enigzins schematisch voorgesteld kunnen we zeggen dat de bezinning zich daar in drie richtingen beweegt. Een min of meer traditionele koers neemt de catechismus als uitgangspunt maar dan aangepast aan een nieuwe visie op de catechese. De Schrift spreekt en de belijdenis en het geheel wordt bepaald door de orde van de catechismus.
Een uitgave, samengesteld door 4 predikanten, heeft tot titel: „Je bent te feliciteren”. Het boekje heeft 65 lessen naar de orde van de catechismus. Daaromheen kan men gebruik maken van 23 keuzelessen over Bijbel, kerkgeschiedenis, kerkinrichting, kerkdienst, diakonie, zending enz.
Een andere weg volgt het boekje „In de kring” van de professoren Hartvelt en Kui tert. Hier wordt de kerk het punt van uitgang. De lessen zijn in dialoogvorm gesteld. De catéchisant komt in de kring en wordt uitgenodigd tot het gesprek.
Weer anders zoekt een Gereformeerde ca techetische werkgroep onder leiding van ds. J. Thomas nieuwe wegen voor de catechese. De groep koerst min of meer op de lijn van Dr. Bolkesteyn e.a. Zij gaf in 1966 een proeve van handleiding over de eredienst. In 1967 één onder de titel „De gemeente in de wereld”.
Ook deze werkgroep stelt Herv. predikanten in de gelegenheid aan deze proef mee te doen.
Uiteraard is bij al deze bezinning ook aan onze kerkelijke kring de invloed daarvan niet voorbijgegaan. In 1950 hield onze predikantenvereniging een enquête onder de predikanten over de catechese. De uitkomsten daarvan werden in een rapport vastgelegd en dit is later nog eens door een groep predikanten besproken. Uit de gegevens bleek dat men bij de tot toen gevolgde methode het bezwaar aanwezig zag dat in de catechese te weinig aandacht aan de Schrift alsook aan de catechismus geschonken was. Dit is uiteraard het gevaar bij het gebruik van catechisatieboekjes, die de orde van de dogmatiek hebben. Het onderwijs in de christelijke religie komt dan tekort terwijl dogmatische geschilpunten uit het verleden teveel aandacht van de catechisant vragen.
Uit deze nadere bezinning zijn voortgekomen de boekjes die, als handleiding voor de catechisatie, door Ds. J. H. Velema geschreven zijn. Daarin wordt getracht aan de genoemde bezwaren tegemoet te komen.
Uit dit korte en beknopte overzicht blijkt dat de catechisatie vandaag nog wel in het middelpunt van de belangstelling staat bij hen, die deze hebben te geven.
En het spreekt wel vanzelf dat ook de overige ambtsdragers in de kerkeraad hiervoor aandacht dienen te hebben. De catechisatie staat onder hun toezicht. En er liggen achter deze veelheid van verschijnselen belangrijke vragen.
Daarover dan in een volgend artikel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1968
Ambtelijk Contact | 12 Pagina's