Sociale hervormingen - pagina 274
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
33o zoodanig beding geldt de verplichting daartoe van de zijde des werkgevers niet, tenzij in zoodanige bijzondere gevallen, waarin de aard der overeenkomst die verplichting ondubbelzinnig medebrengt. ^'Art. 1638 a. ging is thans
De
[
in het
Voorloopig Verslag aangegeven ontwerp aangebracht.
in het
wijzi-
Art. 1638 £. Het deed den ondergeteekende genoegen te vernemen, dat vele leden zich met de voorgedragen regeling, in beginsel althans, konden vereenigen en haar in bescherming namen tegenover de aanvallen, van verschillende zijden er tegen ingebracht. Niet dat hij die bezwaren van gewicht ontbloot zoude achten. Vooral is hij, na kennisneming van het Voorloopig Verslag, overtuigd van de noodzakelijkheid, dat de wetgever er zorgvuldig voor wake, dat de lasten, bij dit artikel den werkgever opgelegd, niet zóó drukkend worden, dat deze zijne uiterste krachten ga inspannen om daaraan te ontkomen. Door de wijzigingen welke het artikel, dank zij de opbouwende kritiek van het Voorloopig Verslag, thans heeft ondergaan, vertrouwt hij, in voldoende mate, de bezwaren,
de oorspronkelijk voorgestelde bepaling aangevoerd, uit te nebben. Van groot gewicht is in dit verband de nieuwe bepaling, waardoor de verplichting om het loon gedurende de ziekte te blijven uitbetalen, beperkt wordt tot den duur van den opzeggingstermijn. Wordt een termijn voor die verplichting des werkgevers gesteld, dan is het van groot belang, dat geen twijfel aangaande den duur kunne bestaan. Aan dit vereischte wordt niet voldaan door de redactie van het ontwerp-DRUCKER, evenmin als door die van § 616 van het Duitsche Burgerlijk Wetboek, trouwens niet het eenige voorbeeld in dat wetboek van eene bepaling, die, ja de rechter zal kunnen, of, beter gezegd, moeten toepassen, maar die aan partijen geene zekerheid kan geven, ook wanneer zij met de beste bedoelingen wederzijds zijn bezield. Wordt dus bij de wet een bepaalde termijn aangewezen, dan schijnt daarvoor de contractueele of wettelijke opzeggingstermijn in de eerste plaats in aanmerking te moeten komen. Waar de werkgever door opzegging van de dienstbetrekking bij den aanvang der ziekte, toch reeds zijne verplichting tot uitbetaling van het loon zoude kunnen beperken tot den duur van den opzeggingstermijn, schijnt het tegen
den weg geruimd
juist
gezien
die
verplichting reeds
dadelijk
tot
dat tijdvak te
bepalen en zoo doende het belang uit den weg te ruimen, dat de werkgever anders hebben zou bij eene onmiddellijke opzegging van de dienstbetrekking. Voorts bevat de nieuw voorgestelde regeling eene bepaling, waardoor het verband tusschen deze regeling eenerzijds en de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's