Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 134
DAT ALLE GOEDE REFORMATIE GOD TOT AUTEUR HEEFT.
120
ge hadt macht over uw eigen hart (des neen); dan kondt ge toch nog nimmer zaligmakend in anderer ziel indringen, en bleeft ge alzoo nog even diep afhankelijk van de vrij machtige genade uws Gods. Maar ook die tweede trap van reformatie^ die we g e e d e k kerk herstel noemden, heeft alleen God tot auteur. Buiten God kunnen menschen misschien betere artijcelen van ker1
i
1
ij
kelijk regiment opstellen en aldus de
maar strekt
doode ding, dat onmachtig blijken,
dit
uit
om
kerk reformeeren op het papier^ den dood gebaard is, zal dan ook volook maar eenigszins aan het lichaam der
kerken heur geestelijken welstand te hergeven. Neen, als er kerkhcrstel komen zal, dan moet de opsteller der betere kerkorde slechts boeken, wat het God beliefd heeft reeds door zijn
Woord
en Geest
in
den
zin
en
in
de bedoeling der personen te
verwekken.
Voor
kerkherstel zijn gelegenheden noodig, en wie anders beschikt dan de Heere onze God? Voor kerkherstel zijn allerlei personen onmisbaar, en wie anders schept personen dan Hij? Voor kerkherstel moet overeenstemming van inzichten, moet gelijkmatigheid van bedoeling, moet zin tot saamwerking gewekt, en wie anders leidt de harten als waterbeken dan de Heere? Bovendien in de vergaderingen waarin dat geleidelijke kerkherstel wordt doorgezet, besluit niet slechts de meerderheid van zeker aantal stemmen, maar is de presente koninklijke macht van Christus de eenig dwingende macht, en triumfeert de waarheid nooit dan onder het voorzitterschap van den Heiligen Geest. Zóó was het te Nicaea! Zóó was het te Dordrecht geweest! En dat juist is het wat in onze Haagsche Synode wordt gemist. Ze besloot, o, c o n c a m a t e vos, ecclesiae! haar gebed in te krimpen tot eenmaal 's weeks. En wat eindelijk het derde stadium van reformatie betreft, t. w. reformatie door verbreking van de bestaande organisatie,^ gelijk Luther en Calvijn ze doordreven, ook daarvan geldt onvoorwaardelijk dat ze óf diep zondig was, óf gewekt werd door God. Diep zondig, want schriklijk is de overmoed van wie het lichaam des Heeren verscheurt en de kerke Gods misbruikt als het eerloos lijk, waarop de heelmeester zijn ontleedkundige bekwaamheden oefent. Wie dat aandurft, om de eenheid te verbreken van de kerk, waarin hij geboren werd, moet wel zeer gewisselijk verzekerd zijn, dat hij van God hiertoe gezet is, of hij laadt op zich een verantwoordelijkheid, die hem den vloek zou indragen in het geschokte hart. Zulk een roekelooze daad kan dan ook alleen de lichtzinnige die
1
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's