Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 43
HET WEZEN EENER TOT FORMATIE GEKOMEXE KERK. loovigen geformeerd lijk
zijn,
creatuur vormen.
Om
en, buiten dit
God om, eenvoudig
niet, maar
om Gods
29
een mensche-
formatie en alzoo
een wezenlijke en werkelijke kerk te zijn, moet ze zich conformeeren aan de door God verordende formatie. Niet de wil der ^eloovigen_, maar Gods wil, niet menschenkeus maar Gods Woord moet de vormende kracht uitoefenen, die haar wording beheerscht. Vandaar reeds in haar oorsprong en wording de gebondenheid van de kerken aan het ambt. Dit beduidt, dat de saamgekomen geloovigen, die een kerk gaan formeeren, geen de minste macht over ziclizelven en uit zichzelven, noch ook uit of over elkander hebben, maar dat zij saam hebben te knielen voor den Kénige, die macht over hen allen heeft; d. i. voor den Heere hunnen God Dat zij derhalve, zelve n geen macht bezittende, dus ook geen macht kunnen op- of overdragen en dat hun derhalve niets anders rest, dan in gehoorzaamheid aan God mannen aan te wijzen, die niet door hen, maar door God en van Godswege met macht worden bekleed. Eerst door zulk een goddelijk ambt krijgt de kerk organen en openbaart ze zich dus als organisme, en het is onder leiding van deze organen, dat de kring die zich geformeerd heeft, eerst in vollen zin kerk wordt of althans zich als kerk kan openbaren. ^it ambt k an of van b uiten tot hen komen^ ^f uit hun eigen boe.
,
zem ontstaan. Het komt van
buiten
opzieners
bijaldien
in,
van andere kerken
zulk een kring van geloovigen behulpzaam zijn in het formeeren der
Of ook
het ontstaat in zijn eigen boezem, indien zulk een kring gemeenschap met naburige kerken afgesloten, door keuze, krachtens het ambt der geloovigen, personen aanwijst, van wie ze
kerk.
van
alle
vraagt, dat
God
ze in het
Voor kerkformatie
blijft
ambt alzoo
werking van den Drieëenigen
ten tweede
instelle.
drieërlei eisch
God
een wilsdaad der
in
:ten eerste
de gemeenschap der
geloovigen
de
heiligen;
tot aaneensluiting
onderwerping aan Gods Woord; en eindelijk ten derde het optreden van het ambt, om de kerke Gods van alle andere maatschappijen in
te onderscheiden.
§
14.
Rij
Wat het wezen eener tot formatie gekomene kerk uitmaakt.
eene
kerk
die
tot formatie
scheid gemaakt tusschen den het
wezen
der kerk dat in
gekomen
vorm
is,
dient scherp onder-
dezer formatie als zoodanig en
die formatie zich openbaart.
Het wezen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's