Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 34
HET AMBT ONDER HET NIEUW VERBOND.
20
minder belangrijk, omdat deze loswikkeling van het diaconaat uit het apostolaat ons ongezocht den sleutel in de hand legt, om den aiouden strijd over den voorrang van het leerambt over het ambt der ouderlingen gereedelijk op te lossen. Dit geschil toch liep en loopt nog, gelijk men weet, over de vraag of de Iceraar de eigenlijke ambtsdrager en de ouderling slechts zijn helpend instrument is, dan wel of beiden, leer- en regeerouderlingen, op voet van niet
gelijkheid staande instrumenten van
volkomen
Koning Jezus
zijn.
Gelijk
namelijk eerst het diaconaat zich uit het apostolaat loswikkelde, zoo splitste zich, om gelijke oorzaak, van lieverlee ook het leer- en regeer; ouderlingschap.
De Jeruzalcmsche kerk had oorspronkelijk een schitteren-
den kerkeraad, bestaande uit twaalf apostelen, die tegelijk leerende, regeerende en bedienende instrumenten van Koning Jezus waren. Tengevolge van de uitbreiding der kerk kwamen daar straks zeven diakenen bij. Kn deze negentien personen zouden ongetwijfeld volkomen in staat zijn gebleken, om het koninklijk gezag van Jezus in zijn kerk uit te oefenen, indien er alleen te Jeruzalem een gemeente ware ontstaan en de roeping van het apostolaat zich tot Jeruzalem had
Maar het
dit
nu
bezitten,
lijke
mogen beperken.
Allerwege moesten kerken gesticht, en daar onmogelijk was, dat elk dezer kerken twaalf apostelen zou scheidde zich vanzelf uit het wereldapostolaat de a m b t e -
was
niet alzoo.
dienst der plaatselijke leeraars
af;
en overmits het
de meeste kerken zeer gering bleef, moest aantal dezer weer op geheel natuurlijke wijze leeraarsambt plaatselijke zich van dit als een plaatselijke ambafscheiden, eerambt het }) laats el ijk reg leeraars
in
geheel in gelijkheid van rang bestaande naast het leeraarsambt en het diaconaat. Het doctorenambt bleef, ook na die drieledige ontwikkeling van het ambt, nog een tijdlang verscholen in het leeraarsambt. Dit lag in den aard der zaak. Zoolang toch de bestrij-
telijke dienst,
en de verdediging der waarheid nog uitsluitend op practisch-kerkelijk terrein stand hield, bleef deze gewichtige taak nog geheel voor rekening van den leeraar komen in zijn gewone prediking ding der
ketterij
Maar toen later de strijd met de ketterij ook op wetenschappelijk gebied werd overgebracht, zou de herder of leeraar den of zendbrieven dienst des
Woords hebben moeten
nalaten,
om
met goed gevolg op
het erf der wetenschappen zijne kerk te dienen. Weshalve, daar dit niet mocht noch kon, het doctoraat nu geleidelijk en als vanzelf als
nieuwe loot aan den ambtelijken stam uitschoot en de leeraar der kerk voortaan enkel herder wierd. Herder altoos wel te verstaan. niet in den nu gangbaren zin, alsof de predikant op d«n predikstoel Ie er aar en alleen bij het huisbezoek herder ware; maar herder met
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's