Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 117
VAN DE ÜEFORMAÏIE
En alzoo
zoo
overmits het
kan
ook
kerk geheel
§
42.
dit clericalisme
gezag dit
uit
Van
des
IN
DE BELIJDENIS.
nu de leden
Woords van twee
clericalisme
tot muiterij prikkelt,
in
en
zijden tegelijk ondermijnt,
zeer terdege oorzaak
haar voegen raakt en
IO3
toestand
worden dat de
komt van
deformatie.
de deformatie in de belijdenis.
De leden en dienaren belijden, maar hetgeen ze belijden is d e belijdenis der kerk. Gedeformeerd wordt dus een kerk ook in de derde plaats, bijaldien
vromen
ze,
ook
bij
redelijken wandel van haar leden en
onder haar dienaren, nochtans toelaat, dat de zenuw harer publieke belijdenis worde doorgesneden. Ook dit ziekteproces doorloopt meer dan één stadium, neemt meer dan éénen vorm aan. Die zenuw der belijdenis toch wordt allereerst doorgesneden, indien veel
zin
een kerk in valschen zin confessioneel wordt, d. w. z. indien ze haar beginsel put uit haar formulieren in stee van uit den Woorde Gods. Gods Woord alleen heeft gezag over de conscientie. Bindt derhalve een kerk de conscientie rechtstreeks aan de formulieren,
als
poogt ze op haar Synodale vergaderingen uit die formulieren in stee van uit den Woorde Gods te bewijzen; laat ze geen gravamina, op grond van Gods Woord ingebracht, toe; en verliest ze den plicht uit het oog, die op haar rust, om ten allen tijde het rechterlijk gezag van het Woord, zoo -over haar organisatie als over hare formulieren te doen gaan; dan ontstaat het ongezonde confessionalisme, waartegen de Heilige Geest in de gemeente protesteert. Geheel anders is de ziektevorm die ontstaat, waar de belijdenis wel als leuze geëerd, maar niet in rechten erkend wordt. Dit is de zonde van het kerkelijk duali sm e; een verstoren van den samenhang, die, zal het welzijn, tusschen het lichaam en de ziel der kerk werken moet. Men acht dan dat de Formulieren wel goeden dienst doen als herkenningsteeken tegenover den buitenstander, maar houdt ze buiten het rechterlijk geding. Ook dit vervalscht. Immers het doet tegenover den buitenstander den schijn aannemen, dat men w e 1 beleed, wat men in de binnenkamer toch bekent niet te belijden althans niet zóó te belijden, dat men het gelden laat, ook op dat hoogste terrein, 'twelk onder de souvereiniteit staat van het recht. En dit nu leidt ons vanzelf tot de belijdeniskrankheid in haar meest a c u t e n vorm, bekend onder den naam van n e t-h a n d h a v n g of 1 e e r v r ij h e d. Op tweeërlei wijze werkt dit kwaad, t. w. èn in de inwendige organisatie der kerk, èn in haar verband met andere kerken. Inwendiff toont zich dit kwaad
hadden deze waardigheid
zichzelve;
in
—
;
—
i
i
i
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's