De Drie Formulieren van Eenigheid - pagina 10
:
noemde
gebeurtenis
Deze toch
van gewicht ontbloot." Staat het
//niet
subjectief
denis^
dan
leden
der gemeente
band
anderen
geen
stalte
is
ik
de Kerk van Christus in haar uitwendige,
dat
vast,
zichtbare ge-
van eenheid heeft dan haar
Belij-
ontegenzeggelijk onderlinge aaneensluiting van opzieners en
den
op
grondslag
dier
van
begin
het
Belijdenis,
Kerkherstel.
overeenstemmen
die
Zij
en
belijdenis,
in
deze overeenstemming
uit-
spreken, vormen feitelijk saam één Kerk. Niet de eenheid van Kerkorde,
maar de eenheid van
belijdenis beslist voor de eenheid der
Kerken.
En
de vraag, of deze belijdenis-eenheid der Kerken met trager of met vlugger gang weer tot eenheid ook van Kerkorde zal leiden, wordt uitsluitend door de meerdere of mindere wilskracht, energie en oprecht-
beheerscht
waarmee men
heid,
Hiermee
die belijdenis aanvaardt.
gezegd, dat overeenstemming in de belijdenis van de
niet
is
dwaling
drie
Formulieren
ook
maar oppervlakkig toch
historie
die
alle
afwijking van de
blijkt,
hoe
afsnijdt.
Dat kan
niet
beweerd door wie
de historie onzer Kerken kennis nam. Uit
van
allerlei
gereformeerde
ketters en dwaalgeesten,
leer thans slechts één
over wier
gevoelen bestaat,
desniettemin in oprechtheid verzekerden, dat ze tegen de onderteekening
van
onzer Kerken
door
vijf
Walchersche zoeken
op
hoe
bekend,
nadere
de
o. a.
heeft
bezwaar hadden. En
Formulieren geen
deze
historie
verklaring
in
minder
niet
uit
is
de
onderscheidene provinciën»
de Remonstranten
tegen
nog
artikelen,
men
en
door
de
nooddam om deze Formulieren
een
werpen, teneinde het geweld der onheilige wateren
te
te keeren.
Het afval
en
is
van
mijne overtuiging, dat met
blijft
de
linkerzij
der modernen,
name
tegen het
tegen den algeheelen
pure rationalisme der
conservatieve modernen, en niet minder tegen de pantheïstische neigingen der moderne orthodoxen, onze Kerken haar belijdenis nog uit te
spreken
hebben.
Want
wel geef ik
toe,
dat alle ketterij van ééne familie
Vader der leugen stamt en
zou kunnen uitbreken
niet
en uit den
is
als er
geen zonde
nieuwe ketterijen maar op het voetspoor
in ons hart werkte, en dat dus in dien algemeenen zin de
reeds in die van ouder dagen veroordeeld
liggen;
onzer vaderen acht ik hiermee de Kerk toch geenszins van den plicht tot
nadere verklaring en meer ontwikkelde belijdenis ontslagen. In
,Deze
maar
de
dagen
ketterij
der
Remonstranten
hebben
onze
vaderen
niet
gezegd
reeds in den heelen en halven Pelagius veroordeeld!";
is
ze hebben opzettetijk tegenover den bijzonderen vorm, waarin deze
Remonstrantsche
dwaling
verklaring gesteld, vervat in
Vaststelling
der
optrad,
de
waarheid
vijf
en
in
even bijzonderen
vorm hun
nadere
Leerregelen, afsnijding
van
alle
ketterij
verkrijgt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's