Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 178
VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET HET KERKVERBAND.
152
macht, weerhoudt gemeenlijk de kerkelijke machthebbers, om iemand, aan wien anders niets ten laste is te leggen, dan dat hij voor de eere van zijn God ijvert, met geestelijke straffen te achtervolgen of ook te treffen met een vonnis van bannissement. Maar geheel anders komt de zaak te staan, indien de weêrstrever een ambtsdrager of kerkelijk persoon is. Dan toch is er veel meer van zijn invloed te duchten en staan aan het kerkverband veel krachtiger middelen ten
om hem
dienste,
gevoelig te treffen.
ambt geschorst, of
uit
dat
ambt
in
het
ambt
is,
Ook van
Een kerkvoogd,
betrekkingen geldt hetzelfde.
lijke
Wie
gezet worden.
kan
in
dat
niet-ambte-
die niet heulen
met de ongodzaligheid, kan aan het kerkverband veel moeite berokkenen, maar ook het kerkverband kan dien kerkvoogd zijn lidmaatschap ontnemen. Een koster, een voorzanger, een organist, die niet slaafsch meê willen loopen, kan men straffen in hun brood. Zoo kan men doen met „weêrstrevige" godsdienstonderwijzers. En wat de ambten aangaat, wat is gemakkelijker, dan een diaken of ouderling, die de kerkelijke verordeningen aan Gods Woord durven toetsen, van hooger hand te verwijderen. Maar wat bovenal hier dient uit te komen, is het hoog gewicht van een conflict tusschen het kerkverband wil
en
een
leeraar.
haar toppunt.
Daarin toch bereikt natuurlijk deze reeks conflicten om den machtigen invloed waarover een
Eensdeels
van zijn handelingen, maar ook omdat het kerkverband hem rechtstreeks kan aantasten, en hem ontzetten uit zijn ambt en werkkring, ja, uit zijn huis en goed en geld. Het is dan ook uit deze soort conflicten dat meest alle doortas-
leeraar beschikt, en de openbaarheid
anderdeels
tende
reformatién
geboren
zijn,
en
de oorzaak
ligt
voor de hand,
waarom juist hier de hoogste zedelijke kracht openbaar wierd. Een gewoon gemeentehd kan zich laten afsnijden schier zonder nog met zijn God geworsteld te hebben, misschien uit euvelen overmoed. Immers, ook afgesneden blijft hij die hij te voren was. Vooral heden ten dage beteekent het lijden, dat daarmede over hem komt, schier niets.
Voor een kerkvoogd of koster, voor een ouderling of diaken, is te worden zeker hoogst onaangenaam, maar bij slot van rekening maakt het hem toch niet ongelukkig. Een kerkvoogd verliest eenigen geldelijken invloed. Een koster een zeer klein deel van zijn broodwinning. En een ouderling of diaken keeren in het gewone afgezet
leven terug zonder
iets,
wat de wereld begeerlijk noemt, verloren
te
hebben.
Maar met een predikant
is
dit
geheel anders.
Voor een bedienaar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's