Hineni
Een vreemd woord: hineni. Het is geen Nederlands. Ook geen afkorting van het een of ander. Hineni is Hebreeuws. Het is een Bijbels woord uit Genesis 22:1. Het is het antwoord van Abraham als de Heere hem bij zijn naam noemt. "Hineni!" zegt de aartsvader. "Zie, hier ben ik!"
Zo ook Jesaja, in hoofdstuk 6. De Heere roept hem om Zijn profeet te zijn. De reactie is dezelfde: "Hineni!" Vele jaren later herhaalt Jesaja dat woord nog eens. Dan als een woord van de Heere Zelf. Als de profeet het volk bekendmaakt wat bekering is en wat er dan gebeuren zal: "Dan zult gij roepen en de Heere zal antwoorden. Gij zult schreeuwen en Hij zal zeggen: Hineni! Ziet, hier ben Ik!" (58:9).
Er is in het huidige Israël een organisatie die zich Hineni noemt, met de klemtoon op de tweede lettergreep. Ze verleent hulp aan slachtoffers van de terreur in dat land. Onder anderen aan jonge mensen die kampen met posttraumatische schade. Benjamin Philip heet hij, de man die het initiatief nam voor het werk en die er leiding aan geeft. Een innemende orthodoxe Joodse man van Nederlandse afkomst.
Deze week was Philip in Nederland. Hij sprak dinsdagavond in het gebouw van Christenen voor Israël in Nijkerk over de stategie die hij volgt: de psychisch beschadigde jongeren in groepen bij elkaar brengen. "Ze moeten hun gevoelens leren delen. Ze denken alleen te staan. Die gedachte moet worden doorbroken. Het is een aanpak die succes blijkt te hebben." Ook op andere terreinen verleent Hineni hulp aan overlevenden van terreur.
Bekering
Maar dat alles -hoe indrukwekkend ook- is niet de reden dat ik iets wil weergeven van wat Philip vertelde. Hij had nog een andere boodschap. Er was hem gevraagd naar zijn visie op de huidige politieke en maatschappelijke situatie in het land Israël. En wat zijns inziens de oplossing moet brengen.
Die situatie is in veel opzichten miserabel, zo vertelde hij. Dagelijks wordt de stad Sederot, in het grensgebied bij Gaza, met raketten bestookt. Hamas, dat het in Gaza voor het zeggen heeft, draagt voor die beschietingen de verantwoordelijkheid. Het sluiten van de grens met Gaza door Israël heeft internationaal verontwaardiging opgeroepen. De goodwill van het Westen voor Israël neemt gaandeweg af.
In het noorden van het land neemt de spanning toe. Daar wacht Hezbollah het moment af om vanuit Libanon een nieuw offensief te openen. Hoe zal Israël zich van blijvende vrede kunnen verzekeren? Wanneer zal het ooit zover zijn?
Het antwoord dat Philip hierop gaf, putte hij uit de Bijbel. Veel profetenwoorden citeerde hij. Uit Ezechiël en uit Jesaja. En hij paste ze toe op de huidige situatie. Daarmee schroomde hij niet om in eigen vlees te snijden. Wat nodig is, is bekering. Niet minder en niet meer. Want Israël kent zijn God niet meer. Het land is afgegleden naar de dienst van de afgoden. Zoals het al zo dikwijls deed. Het bouwt op wat vroeger Egypte en Babel heette: de Verenigde Naties, de VS en Europa. Het wil als alle andere volken zijn. Het bouwt op moderne verworvenheden. Het meet zich een westerse identiteit aan. Het weet niet meer dat het het volk van de God van Abraham, Izak en Jakob is. Nu laat de Heere Zijn volk vastlopen. Daarom zijn er het lijden en de pijn.
Israël heeft kennelijk nog niet genoeg geleden. Want het heeft zijn les nog steeds niet geleerd. Namelijk om de God van de vaderen te voet te vallen en op Hem alleen te betrouwen. Als dat zal plaatsvinden, aldus Philip met de woorden uit Jesaja 58: "dan zal uw licht voortbreken en uw genezing zal uitspruiten; uw gerechtigheid zal voor uw aangezicht heengaan en de heerlijkheid des Heeren zal uw achtertocht wezen."
Ik citeer dit alles met schroom. Als ik het niet uit de mond van deze Israëliet had gehoord, had ik het niet gedurfd.
Hij knoopte er nog een appel aan vast. Een bewogen vraag aan de christenen. "Herinner de Joden aan hun identiteit. Help het Joodse volk te weten dat ze Jood zijn. Motiveer hen om de wet van God in acht te nemen!"
Hij vertelde: als jongen van dertien hadden niet-Joodse vriendjes hem erop gewezen dat hij besneden, dus Jood, was. Door anderen had hij zijn identiteit verstaan. Zo zal het nog moeten: laten christenen hun Joodse broeders wijzen op hun identiteit. En op de God van hun identiteit. Opdat ze zich tot Hem bekeren!
Jaloersheid
Ik wil niet nalaten de lijn even door te trekken. Allereerst naar onszelf toe. Weten ook wij wie we zijn? Kennen we de God Die we belijden de ware en enige te zijn? Gaan we in Zijn wegen? Benjamin Philip, die bewogen Joodse man, wees me de Bijbelse weg naar heil en vrede. Het is de weg van de bekering. Geen andere.
In de tweede plaats, inderdaad hebben we tot taak Israël tot jaloersheid te verwekken. Die roeping klinkt al 2000 jaar. Wat hebben we er, als christenen, van terechtgebracht? Maar als het gebeurt, klinkt er een Naam in mee. Dat kan niet anders. De enige, door Wie we moeten zalig worden. Joden en heidenen. De Naam van Israëls oudste Broeder. Jezus is Zijn Naam. Want het is wijzend op Hem dat de heilige God zegt: "Hineni! Zie, hier ben Ik!"
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 februari 2008
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 februari 2008
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's